Geen kusjes meer? Arme Pogacar
Voor wie van wielrennen houdt, leverde de Tour de France best wat memorabele momenten op. Maar wat onthoudt columnist Joren Vermeersch van die drie weken? Dat Tadej Pogacar weliswaar bloemen kreeg, maar verstoken bleef van een dubbele kus van ‘een koppel bloedmooie hostesses in strakke jurken’ (DS 21 september). Eens te meer wenkt de ondergang van het Avondland: een oeroude wielertraditie (kusjes krijgen) gaat op de schop door de schuld van verkrampte feministen die geen schoonheid kunnen verdragen (sousentendu: ze zullen zelf wel lelijk zijn).
Ook het alternatief stemt Vermeersch treurig: bloemen en applaus door een host en een hostess. Daar kun je van alles over zeggen, maar wie zich graag aan vrouwelijk schoon laaft, houdt nog steeds één ‘bloedmooie hostess’ over, en andere kijkers kunnen zich verlustigen aan jong mannelijk schoon. Of we daarmee tot de kern van de Tour doordringen, blijft de vraag, maar toch is het een win-win: meer kijkers kunnen genieten en de hosts mogen zich ook eens van hun beste kant tonen. Dat is geen dagelijkse kost, want topprestaties van vrouwelijke sporters worden niet snel beloond met een kus door een koppel knappe jongemannen. Er is niet eens een volwaardige Tour de France voor vrouwen meer.
Zowel host als hostess alsnog een kus laten uitdelen, dat zou Vermeersch vermoedelijk problematisch vinden. Dat illustreert waaraan de feministen (v/m/x) van Les Effronté.es zich stoorden. Ze hebben geen probleem met jonge ‘bloedmooie’ vrouwen. Ze hebben er een probleem mee dat het hele ritueeltje in het leven is geroepen om mannen als Joren Vermeersch naar dromenland te voeren. Hij zegt het zelf: het is ‘kuis’ geworden nu. Zou het? Spatte de erotiek voorheen werkelijk van het tafereel? In wiens fantasie dan? Er was natuurlijk die hand van Peter Sagan, maar we vermoeden dat Vermeersch niet meteen pleit voor meer van dat.
Wat ik met plezier las, is dat Vermeersch graag had dat de hostesses zelf inspraak hadden gekregen over hun gewijzigde taakomschrijving. We kunnen ons voorstellen dat er best wat interessants uit zo’n bevraging komt, mogelijk ook bedenkingen bij leeftijdsgrenzen en definities van bloedmooi. Zou de inspraak ook gelden voor wielrensters die dromen van hun Tour de France? Van mij mag het principe van medezeggenschap wel vaker in de praktijk gebracht worden. Bijvoorbeeld wanneer weer eens gespeeld wordt met het idee van een hoofddoekenverbod. Of wanneer een aanpassing van de wetgeving rond abortus op de agenda staat.
‘Waar schoonheid problematisch wordt, dooft het licht’, eindigt het stuk. Het valt allemaal wel mee, beste Joren Vermeersch. Een kopje kamillethee, tijdig naar bed, we zullen een nachtlampje aan laten.