Leid ons in bekoring
De verleidingen zijn velerlei en in tal van vermommingen – om de Gentse Overpoort niet te noemen. Zelfs wie zich thuis verschanst achter een gebarricadeerde deur terwijl hij zijn handen wast in bleekmiddel is niet veilig voor het virus van het Kwaad. Het nieuwste werk van Satan heet The devil all the time, een bedrieglijk stemmige verbeelding van zijn slinkse praktijken die via zijn spreekbuis Netflix recht tot in uw huiskamer wordt gebracht.
De esbattementen spelen zich af in 1957 rond een gehucht van 400 inwoners in Ohio met de veelzeggende naam Knockemstiff, wat zo veel betekent als Slahemdood. Al sla je me dood, ik wist niet dat die plek echt bestond, tot ik las dat het Donald Ray Pollocks geboortedorp is, de schrijver van het (gelauwerde) boek waarop de film is gebaseerd. Hij bleef zo nauw betrokken bij de verfilming dat hij er de vertelstem van mocht inspreken.
De film biedt een correctie op het beeld van de gouden jaren 1950 van de Verenigde Staten, zoals dat doorleeft in ‘Make America Great Again’. Het is er een van aarden landwegen, van een rot verdorven land, in de greep van geweld en religieuze waanzin. Knockemstiff is duidelijk ook een omen voor wat er in de rest van de film staat te gebeuren. Wie een whisky achteroverslaat telkens als iemand onder brutaal geweld het loodje legt, is nog voor halverwege de film te dronken om er nog een recensie over te schrijven. Achteraf bekeken ware dat niet eens zo’n slecht idee geweest.
Want gaandeweg ontstaat het gevoel dat deze film er bedrieglijk goed uitziet. Meer zelfs: als je hem op je muur projecteert, lijkt het haast een bioscoopfilm, in knappe fotografie en met een lekkere soundtrack van country en gospel. Er spelen zelfs echte filmsterren in mee, zoals Tom ‘Spider-Man’ Holland en een alweer meesterlijk listige Robert Pattinson die zich, als een ware handlanger van het Kwade, vermomd heeft als priester.
Net zo is de verpakking ook hier slechts een oppervlakkige vermomming. In feite is dit niet meer dan een vederlichte imitatie van de Coens en Paul Thomas Anderson. Zoals de series die vallen te bingewatchen op Netflix nodigt ook deze film de kijker uit om achterover te leunen en zich te laten meedrijven, ver weg van dagelijkse beslommeringen, mondmaskerplichten, klimaatcrisissen en regeringskluchten.
En daar is dan ook helemaal niks mis mee. Want de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak. The devil all the time is geen meesterwerk van spirituele diepte, maar wel een fijn staaltje Southern Gothic om een avondje van te smullen. Dus, beste Netflix, leid ons in bekoring en verlos ons van het kwade.
In feite is dit niet meer dan een vederlichte imitatie van de Coens en Paul Thomas Anderson