Wat nu, Bart De Wever?
Oppositie dwingt N-VA tot herbronning
Door toch voorzitter te blijven vermeed Bart De Wever een strijd binnen zijn eigen N-VA. Nu het lot van de partij eindelijk duidelijk lijkt – de federale oppositie – wachten hem drie grote uitdagingen: zijn opvolging verzekeren, de partijideologie opblinken en vanaf de zijlijn de juiste toon vinden.
Door corona waren de N-VA-fractiedagen, waarbij de Kamerleden het jaar op gang trappen, gereduceerd tot toespraken van voorzitter Bart De Wever en Vlaams minister-president Jan Jambon op 3 september. Eén dag eerder had CD&V paars-geel de doodsteek gegeven met ‘Avanti’. Jambon zat volop verwikkeld in de zaak-Chovanec. ‘Veel parlementsleden deelden hetzelfde gevoel: zo hadden we Bart nog nooit gezien’, zegt een aanwezige. De Wever was ‘sip’ en ‘het tegendeel van combattief’.
Negen dagen later kwam de partijraad samen, het hoogste N-VA-orgaan, om de interne verkiezingen op gang te trappen. Na zestien maanden onzekerheid kende de N-VA eindelijk vrijwel zeker haar lot: de federale oppositie. ‘We kregen opnieuw op onze kop’, zegt een ander Kamerlid. De Wever verweet zijn partij ‘vadsigheid’, ‘ongenaakbaarheid’ en ‘onzorgvuldigheid’.
De Wever was moe. Sinds de verkiezingen waarbij de N-VA een historische 285.000 stemmen verloor, had hij vanuit een verzwakte positie geprobeerd om het land richting de hertekening te sturen waar zijn partij al zo lang op wacht. Na tal van mislukte pogingen had hij de PS toch bereid gevonden de eerste stappen daartoe te zetten. Maar opnieuw moest De Wever vaststellen dat zijn partij niet krachtig genoeg was om haar analyse door te duwen.
De N-VA belandt zo weer tussen systeem – de Vivaldi-partijen – en antisysteem – uiterst rechts en uiterst links. ‘Dat is een heel moeilijke plaats om ons te handhaven’, zei De Wever begin deze maand in De zevende dag. ‘We zitten eigenlijk in de piepzak.’ De situatie slaat de partij terug naar 2010, toen de N-VA – ook tevergeefs – haar eerste gesprekken voerde met de PS.
Het verschil is dat de partij toen nog als politieke maagd kon opklimmen, onder meer door Vlaams Belang leeg te zuigen. Die fase is onherroepelijk gepasseerd. En zelfs na het electorale hoogtepunt in 2014 kon de partij geen communautaire stappen zetten. Intern vroeg De Wever zich de afgelopen weken luidop af of dat parcours zijn persoonlijke opofferingen wel allemaal waard was geweest.
Francken vs. Van Peel
Bij elke andere partij zou een voorzitter in zo’n situatie plaats ruimen. Niet bij de N-VA. Op de partijraad gaf 93 procent van de aanwezigen De Wever het fiat om voor de vierde keer tegen de eigen partijstatuten in te gaan en zichzelf op te volgen. In 2023 zal De Wever de N-VA bijna twee decennia geleid hebben.
De partij had het verlengde voorzitterschap nodig. Als De Wever had gepast, zou Theo Francken zich kandidaat gesteld hebben. Maar binnen de partij zit niet iedereen te wachten op Francken als voorzitter, zeggen meerdere N-VA’ers. ‘Dan waren er ongetwijfeld tegenkandidaten gekomen.’ Onder meer het populaire Kamerlid Valerie Van Peel hield zich volgens verschillende bronnen klaar.
Dat had wellicht geleid tot een polariseklaar rend duel tussen de rechterflank van de partij, verpersoonlijkt door de ex-staatssecretaris voor Asiel en Migratie, en de gematigdere flank. Die kloof is al een feit. Sommige partijleden zouden Francken als voorzitter ‘een goede zaak’ hebben gevonden, anderen noemen dat ‘niet zijn rol’.
Conclusie van de partijtop: De Wever moest voortdoen. De partij is als de dood voor een scenario dat lijkt op dat van de uiteindelijk gesplitste Volksunie, de voorloper van de N-VA. ‘De Wever is de enige die de synthese kan uitdragen’, zegt een Kamerlid. ‘Op Bart kleeft het basisverhaal van de partij’, vult Kamerfractieleider Peter De Roover aan. ‘Zo blijft de continuïteit bewaard.’ Het toont aan hoe afhankelijk de partij nog is van De Wever, ondanks het indrukwekkende aantal kopstukken dat de partij in tien jaar wist te kweken.
De expliciete belofte van De Wever aan zijn partij is wel dat er tijdens zijn komende termijn werk wordt gemaakt van een dubbele vernieuwingsoperatie. Ten eerste moet er opvolging klaargestoomd worden. Liefst gaat het om iemand van een jongere generatie, gaf ook N-VA-oprichter Geert Bourgeois al aan. Er wordt binnen de partij met opvallend veel bewondering gesproken over de 27-jarige SP.A-voorzitter Conner Rousseau.
Die zoektocht wordt aartsmoeilijk. Zonder federale ministers is het veel lastiger om bekendheid en autoriteit op te bouwen. Bovendien moet het iemand zijn die niet in een kamp te steken valt en zo de partij niet verdeelt. Veel N-VA’ers halen de schouders op bij de vraag naar potentiële kandidaten. De consensus is dat het hoe dan ook om een ander soort voorzitterschap zal gaan dan dat van De Wever. Hij blijft wellicht tot het einde van zijn carrière de geestelijke vader van de partij.
Ideologische herijking
Ten tweede zal de partij zich herbronnen. Na jaren van regeren, campagnes, verkiezingen en onderhandelingen komt daar nu eindelijk de ruimte voor. De Wever beloofde zijn partijgenoten een ideologisch congres, dat wellicht voor het voorjaar is. ‘De laatste jaren was er onvermijdelijk verlies van scherpte’, zegt Van Peel. ‘We moeten opnieuw helder definiëren wat onze kern is, en onze basis daarbij betrekken.’
De Wever moet zo in staat zijn een herijkte N-VA aan zijn opvolger over te laten, voor een nieuw tijdperk. ‘Het is zoals een huurder die zijn appartement aan de volgende doorgeeft’, zegt De Roover. ‘Dan geef je alles een grondige poetsbeurt en vul je de gaten in de muur opnieuw op.’ Ook het profiel van de nieuwe partijvoorzitter kan daarbij aan bod komen.
De oppositierol laat toe om de zuiverheid opnieuw te zoeken. ‘Die denkoefening moet over alles gaan: van de stijl van de partij tot de thema’s die we naar voren schuiven en de mensen die daarvan het gezicht zijn’, zegt Van Peel. ‘We staan op een kruispunt. We moeten opnieuw uitstralen wat de essentie van onze partij is: rechtlijnigheid en eerlijkheid. Daarbij moet de inhoud primeren op strategische overwegingen. Zo zijn we groot geworden: door in ons eigen verhaal te geloven. En dat verhaal staat nog steeds als een huis.’ Een ander parlementslid verwoordt het scherper. ‘We praten te veel in functie van andere partijen. We zijn toch nog een partij op onszelf?’
Inhoudelijk zal veel onder de loep genomen worden, van migratie over het communautaire tot het sociaaleconomische. Wat dat laatste betreft, schoof de N-VA het laatste decennium een stuk op naar rechts, onder meer om Open VLD de pas af te snijden. De laatste tijd keerde de slinger wat terug, en dat was een van de redenen waarom een akkoord met de PS mogelijk was. Daarin stond zelfs een vermogenswinstbelasting. ‘Ons sociaal verhaal is duidelijk en sterk, maar is in de loop der jaren – vooral op communicatief vlak – wat naar de achtergrond geschoven’, zegt Van Peel. ‘Deze thema’s zijn essentieel voor de brede volkspartij die we zijn, en verdienen opnieuw meer een plaats op de voorgrond.’
‘Onmogelijk spagaat’
Afgelopen maandagochtend hield de N-VA traditiegetrouw partijbestuur. De Wever kwam terug op de heisa in de Kamer van de voorgaande donderdag, toen de N-VA luidkeels had geprotesteerd tegen Kamervoorzitter Patrick Dewael (Open VLD), nadat premier Sophie Wilmès haar belofte niet was nagekomen dat ze opnieuw het vertrouwen zou vragen aan het parlement. ‘Hou jullie wat in’, had hij het partijbestuur volgens aanwezigen gevraagd. ‘En ga uit van onze eigen kracht.’
Enkele uren later verscheen De Wever zelf bij de boot van Gert late night in Antwerpen. ‘We maken ze kapot in de oppositie’, zei een half grappende De Wever over de Vivaldi-partijen tegen Francken, voor het oog van de camera’s. ‘De blauwe vrienden moeten op de knieën, de mond opendoen en dan zal er wat moeten doorgeslikt.’ Een gemiste kans om te zwijgen, klinkt het binnen de partij, gezien Vivaldi zich toen zelf in de vernieling leek te rijden en
De Wever zo de aandacht verlegde.
Afgelopen donderdag viel hoongelach N-VA’er Christoph D’Haese ten deel, toen hij in de Kamer opmerkingen maakte bij het Nederlands van Wilmès. De voorvallen tonen aan dat de partij worstelt met de toon en stijl waarmee ze aan oppositie moet gaan doen. Naast de opvolgingskwestie en het inhoudelijke is dat de derde grote werf voor de partij.
De gele falanx zal een elegante weg moeten vinden uit de piepzak. Centraal in dat vraagstuk staat de toekomstige verhouding met Vlaams Belang, de partij waarmee het electoraat van de N-VA deels overlapt en die samen met de N-VA de rechtse federale oppositie vormt. Moet de N-VA toenadering zoeken, of richt ze zich beter naar het centrum? Hoewel De Wever een Chinese muur ziet tussen beide, is die stelling sinds de verkiezingen onder druk komen te staan. De meningen over de kwestie zijn verdeeld. ‘Ik denk dat we bereid moeten zijn om een aantal kiezers eventueel te verliezen’, zegt De Roover. ‘Als we uiterst rechts achterna jagen, komen we op gevaarlijk terrein terecht en verliezen we geloofwaardigheid naar het centrum toe. De volle breedte
‘We moeten bereid zijn om een aantal kiezers eventueel te verliezen. Als we uiterst rechts achterna jagen, komen we op gevaarlijk terrein’
Peter De Roover NVAKamerfractieleider
‘We staan op een kruispunt en moeten weer uitstralen wat de essentie van onze partij is: rechtlijnigheid en eerlijkheid. Zo zijn we groot geworden’
Valerie Van Peel NVAKamerlid
bestrijken, is een onmogelijk spagaat.’
‘Om er een meerderheid mee te vormen, zal Vlaams Belang moeten veranderen’, voegt De Roover toe. ‘Samen met de partij regeren, is nog niet dichtbij.’ Van Peel beaamt. ‘Met Vlaams Belang praten is iets helemaal anders dan er een coalitie mee vormen. Daarvoor moeten ze binnen de democratische krijtlijnen op een fatsoenlijke manier bijdragen aan onze maatschappij. Dat is echt nog niet het geval.’
Existentieel dilemma
Boegbeelden als Francken en Jambon betreurden dan weer publiekelijk dat de N-VA bij de Vlaamse onderhandelingen geen coalitie kon vormen met Vlaams Belang. ‘Als dat gebeurt, stap ik uit de partij’, zegt nog een ander Kamerlid. Als beide Vlaams-nationalistische partijen in 2024 samen wel een Vlaamse meerderheid halen, plaatst dat de N-VA voor een existentieel dilemma. Hetzelfde geldt voor de lokale stembusslag dat jaar.
Momenteel is De Wever de wachter naast de poort naar Vlaams Belang. De vraag is wat er gebeurt als hij plaats ruimt. Op de fractiedag zette De Wever de strategie tegen Vlaams Belang uiteen. Die partij bevindt zich in een periode van genade, zei De Wever, die de vergelijking met de Amerikaanse president Donald Trump maakte. ‘Alles glijdt eraf als van een eend’, zei hij volgens een aanwezige. ‘We mogen nog zoveel aanvallen, het kost alleen energie en zal alleen de meerderheid sterker maken.’ Kiezers boos maken zonder ze te leiden naar een alternatief, drijft hen in de armen van Vlaams Belang, is de analyse.
Het laatste nummer van het partijblad Leo geeft een goed beeld van dat moeilijke evenwicht. Ondervoorzitter Lorin Parys spreekt over een ‘tsunami van nieuwe belastingen’ en ‘onmetelijke arrogantie’ van Vivaldi. Maar hij doet ook een appel aan de ‘politiek dakloze’ kiezers van Open VLD en CD&V. De Wever zegt erin dat de partij er moet staan voor de kiezers die zich noch thuisvoelen in de ‘antisysteempartijen’, noch in de ‘groep tanende trado’s’.
Twee factoren bemoeilijken verder de oppositierol van de N-VA. In de eerste plaats doet de partij Vlaams wel mee. Op dat veel minder zichtbare niveau moet de partij wel nog vereenzelvigd worden met beleidsverantwoordelijkheid, terwijl veel Vlamingen het onderscheid tussen de bestuurslagen niet maken. Daarbij komt dat er in de partij grote ontevredenheid heerst over het voorlopige parcours van Jambon. ‘Iedereen is het erover eens dat we op Vlaams niveau met een probleem zitten’, zegt een Kamerlid. De tweede moeilijkheid werd al zichtbaar op de sociale media. Daar verspreidde de partij een pancarte met de verschillen tussen het eigen paars-gele akkoord en de Vivaldi-nota, maar op erg veel significante nagels leek de partij niet te kunnen kloppen. Ook intern wordt toegegeven dat er voorlopig niet al te veel in het erg centrumgerichte Vivaldicompromis is opgenomen dat de N-VA zwaar kan uitbuiten.
Afspraak met de geschiedenis
Rest er nog de strategie op de langere termijn. Hoe kan de partij de Vlaamse autonomie, de bestaansreden van de partij, na jaren van tevergeefs beuken wel dichterbij brengen? Het antwoord binnen de N-VA: de realiteit, en de tijd. ‘Zelfs zonder een verzwakte N-VA lukt het niet meer om een coherent alternatief op te zetten’, zegt De Roover. En de deal met de PS mag dan wel mislukt zijn, de Franstalige socialisten hebben wel eindelijk aangetoond dat ze bereid zijn om België verder te ontmantelen.
Sommige N-VA’ers zijn pessimistisch. ‘Als het vier jaar of misschien langer een heel andere richting uitgaat, is de vraag wat ervan overblijft’, zegt een belangrijke N-VA’er. ‘Het Belgische status quo heeft bijna geen verdedigers meer’, zegt een collega. ‘Maar als iedereen in een andere richting trekt, is dat finaal wel het resultaat.’
Maar de meesten zien het goedkomen. ‘De geest is uit de fles bij de PS’, zegt Kamerlid Sander Loones, die de communautaire strategie van de partij uittekent. ‘Het institutionele zal hoe dan ook in alle sterkte blijven woeden.’ Ook De Wever liet zich intern in die zin uit. ‘Nu we weten dat een gesprek met de PS over een vergaande staatshervorming mogelijk is, hebben we een afspraak met de geschiedenis in 2024’, klinkt het in Leo. ‘De volgende jaren zullen ons definiëren als partij: hoe sterk is ons karakter?’
Voor dit artikel sprak De Standaard met een tiental prominente N-VA’ers, van wie sommigen alleen anoniem.
Intern vroeg De Wever zich de afgelopen weken luidop af of het parcours van de N-VA zijn persoonlijke opofferingen wel allemaal waard was geweest