De formule gekraakt: hoe het Riziv de privélabs rijk maakt
Privélaboratoria spinnen garen bij het systeem van terugbetalingen voor analyses. CMA-Medina werd daardoor voor circa 1 miljard euro verkocht aan een Franse groep. ‘Wie het handig aanpakt, kan zijn inkomsten maximaliseren.’
Het Riziv betaalt elk jaar meer dan 17miljoen euro terug aan laboratoria voor de bepaling van de hoeveelheid hemoglobine in bloedstalen. Ter vergelijking: bovenstaande zin lezen kost u zo’n twee seconden. In die tijd werd er één factuur terugbetaald.
De klinische biologie, de analyse van allerlei stalen in het lab, vertegenwoordigt jaarlijks ongeveer 1,4 miljard euro aan terugbetalingen, blijkt uit cijfers van het Riziv. Het is geld dat via de belastingen naar de ziekteverzekering gaat en terugkeert naar meer dan tweehonderd labs, in ziekenhuizen of de privésector.
Het terugbetalingssysteem speelt in het voordeel van de privélaboratoria. Door de aard van het werk, de zeer complexe berekening van de terugbetalingen en wat financieel vernuft kunnen zij het onderste uit de kan halen. ‘Wie het handig aanpakt, kan zijn inkomsten maximaliseren’, zegt Marc Moens, de voorzitter van het Vlaams Artsensyndicaat. Moens was ook meer dan veertig jaar klinisch bioloog in het Imeldaziekenhuis in Bonheiden.
Labogroep CMA-Medina, de grootste privégroep van het land, heeft het duidelijk handig aangepakt. De eigenaars, het echtpaar Verheyden-De Raedt, verkopen de laboratoria aan het Franse Biogroup en cashen daarbij circa 1miljard euro. De indrukwekkende operationele winstmarge van 50 procent is bepalend voor die verkoopprijs (DS 21 september). CMAMedina heeft ook ingezet op een sterke automatisering en op lucratieve activiteiten als arbeids- en dierengeneeskunde en onderzoek voor de chemische en farmaceutische industrie. Maar de solide basis van alle Belgische privélabs, ook CMA-Medina dus, is de voortdurende toestroom aan bloed-, urineen stoelgangstalen die ze ophalen bij huisartsen en vervolgens analyseren.
Vaker routinewerk
‘Bij veel van die stalen gaat het om een routineonderzoek’, zegt klinisch bioloog Moens. ‘Het zijn eenvoudige analyses van stalen die afgenomen worden bij vaak relatief gezonde mensen. De privélabs doen hun werk uiteraard grondig: als er een abnormale waarde is, zullen ze die vinden. Maar bij de popude die zij onderzoeken, komen ze er vrij weinig tegen. Dat ligt anders bij bijvoorbeeld de bloedstalen die in de ziekenhuizen afgenomen worden. Die patiënten moeten in het ziekenhuis zijn, wat erop wijst dat ze ziek of erg ziek zijn. Denk aan kankerpatiënten die op controle
Marc Moens komen en bij wie een staal wordt afgenomen. Medisch gezien zijn dat complexere analyses. De terugbetaling van analyses van ambulante (niet opgenomen, red.) patiënten is dezelfde bij ziekenhuizen als bij privélabs. Alleen is het werk van privélabs makkelijker te automatiseren.’
Het is zeer moeilijk om te weten hoeveel de kosten van een test bedragen en of de terugbetaling dan correct is. Dat geeft het Riziv ook zelf toe.
‘Wij hebben niet altijd zicht op de exacte kostenopbouw per prestatie. Die kan sterk verschillen volgens de mate van automatisering, de volumes, de personeelskosten ...’, klinkt het bij het Riziv. ‘Een honorarium voor een sterk geautomatiseerd lab dat grote volumes stalen verwerkt en geen afdrachten doet aan een ziekenhuis, kan winstgevend zijn, terwijl het voor een ander lab de kosten niet dekt.’
Salamitechniek
Moens bevestigt de complexiteit van die berekening. ‘Dat maakt ook vergelijkingen met het buitenland wankel. Ik ben mijn hele carrière bezig geweest met de vraag hoe je die prijs per test het meest correct bepaalt. En de eeuwige tweespalt daarbij is of en hoe je een onderscheid maakt tussen de ziekenhuis- en de privélaboratoria.’
In elk geval is het terugbetalingssysteem van de labanalyses ten prooi gevallen aan een salamitechniek tot de derde macht. Het is opgedeeld in zeer veel stukjes en brokjes. Eenvoudig gesteld komt het erop neer dat de labs een forfaitair bedrag krijgen dat afhangt van de moeilijkheidsgraad van de volledige analyse. Daarnaast krijgen ze ook nog een kwart van het honorarium voor elke aparte waardebepaling (hemoglobine, suiker, hematocriet … ).
Het Riziv hanteert vier schijven voor de moeilijkheidsgraad. Als er maar een paar eenvoudige waardebepalingen nodig zijn, komt de test terecht in de onderste schijf. Hoe meer waarden er bepaald moeten worden, hoe hoger de schijf en hoe hoger de terugbetaling.
‘Een huisarts dient een aanvraag voor een analyse in via een elektronisch systeem’, zegt Moens. ‘Maar de laboratoria die de systemen ontwikkeld hebben, kunnen een aanvraag zo sturen, dat een analyse terechtkomt in de interessantste schijf (met een maximale return op een minimale inspanning, red.). Hun algoritmes sturen het voorschrijfpatroon. Het is een faslatie
‘Hoe bepaal je de prijs per test het meest correct? En hoe maak je een onderscheid tussen de ziekenhuis- en de privélaboratoria? Ik was er mijn hele carrière mee bezig’ Vlaams Artsensyndicaat
cinerend gegeven, maar ik ben nooit gelukkig geweest met die industrialisering van een medische discipline.’
Geen lege zitjes
Het miljard euro dat het echtpaar achter CMA-Medina nu incasseert, gooit ook in het wereldje zelf grote ogen. ‘Ik schrok een beetje van die verkoopsprijs. Maar dat is nu eenmaal de markt’, zegt Alin Derom, de voorzitter van de commissie klinische biologie en klinisch bioloog bij Algemeen Medisch Laboratorium (AML), de groep van Annie Vereecken die tien jaar geleden verkocht werd aan een Australische onderneming.
Marc Moens
Derom benadrukt dat CMAMedina het zo goed doet – ‘Ik denk dat hun winstmarge eerder uitzonderlijk is’ – door zich op diverse takken te richten. (Zelf reageerde Straco, het investeringsbedrijf boven de groep, niet op herhaalde vragen over de verdeling van de activiteiten en het terugbetalingssyssteem, red.) Derom nuanceert ook het ‘routinewerk’. ‘Veel hospitalen sturen net testen naar privélaboratoria omdat die bepaalde technieken in huis hebben die ze zelf niet kunnen uitvoeren. Daar hebben de privélabs ook zwaar in geïnvesteerd.’
Al kan ook hij niet om die solide basis van de massale analyses op voorschrift heen. Derom: ‘Je kunt het vergelijken met een firma die een bus heeft gekocht, waarbij de overheid het ticket van een aantal passagiers betaalt. Als je er dan in slaagt om de overige plaatsen ook ingevuld te krijgen, zal die bus zeker renderen. Maar wanneer ik kijk naar het totale budget voor klinische biologie, dan stel ik ook vast dat het ongeveer gelijk is verdeeld tussen de ziekenhuis- en de privélabs. Terwijl die in het ziekenhuis één kwart van het werk doen.’
Winst is winst
Het belangrijke verschil tussen de twee is dat de ziekenhuislaboratoria hun winsten meestal afstaan aan het ziekenhuis zelf. ‘Samen met de nierdialyse, de radiologie en de apotheek is de klinische biologie hét departement dat helpt om uit de rode cijfers te blijven’, zegt Moens. Bij de privélabs is de winst gewoon winst voor het bedrijf en de eigenaars.
Bij de discussie over een hervorming van de terugbetalingen worden beide kampen wel objectieve bondgenoten: wie snoeit in de terugbetalingen aan de privélabs, snoeit ook in die voor de ziekenhuizen en krijgt die lobby over zich heen. Het Riziv werkt wel aan een structurele hervorming. ‘De bedoeling is alleszins om meer inzicht te krijgen in de werkelijke technische kosten van de prestaties, de intellectuele act die eraan verbonden is en de afdracht naar de ziekenhuizen’, klinkt het daar. Tot die hervorming rond is, blijft het ook voor het Riziv gissen wat de exacte kosten per analyse zijn.
‘Labs kunnen een aanvraag voor terugbetaling zo sturen dat een analyse terechtkomt in de interessantste schijf: minimale inspanning, maximale return’ Vlaams Artsensyndicaat