‘Ivar de verschrikkelijke’, de schrik van de Berlijnse huurders
Berlijners vrezen de koopjesjacht van vastgoedmiljardair Ivar Tollefsen. Hij staat symbool voor een groter probleem: klimmende vastgoedprijzen, die ook de ooit goedkope hoofdstad in hun greep krijgen.
Als de Noorse miljardair Ivar Tollefsen iets doet, dan doet hij het groot. Behalve een occasionele zuidpoolexpeditie en de Dakar-rally, doet de man ook graag mee aan koopjes. In dit geval: 130 gebouwen in Berlijn, met daarin 3.902 appartementen, 208 winkelruimtes en 321 parkeerplaatsen. Hij telt er 830 miljoen euro voor neer. Slechts 16 van de betrokken adressen zijn publiek bekendgemaakt.
De onrust in Berlijn over die nakende verkoop is groot. Een gemeenteraadslid voor de Groenen, Florian Schmidt, sprak over een crisissituatie. Jagna Anderson, een activiste in Berlijn voor huurders bij de ngo Fünf Häuser, is al begonnen met protest te organiseren. ‘We horen van kennissen in Malmö en Oslo dat deze eigenaar de gebouwen niet altijd correct onderhoudt’, zegt ze tegen Deutsche Welle. Vorige week veroordeelde een rechter in Oslo de vastgoedgroep van Tollefsen nog. De Noor, nummer 804 in Forbes’ lijst van rijkste mensen wereldwijd, zou in heel Europa 100.000 appartementen bezitten met zijn groep Heimstaden Bostad. Door de stijgende vastgoedmarkten in Europa ging het de laatste jaren hard voor hem: was hij in 2018 nog ‘maar’ 1,2 miljard dollar waard, dan is dat nu al 2,6 miljard dollar.
Gentrificatie
Berlijn, jarenlang een van de goedkoopste hoofdsteden in Europa, ontsnapt niet aan die klimmende vastgoedprijzen. Inwoners met een vaak lager dan modaal loon moeten in concurrentie gaan met grote investeerders. Dat betekent stijgende huurprijzen en een wedloop op de goed onderhouden panden, die historisch al niet dik gezaaid zijn. In Berlijn leeft dan ook een sterke beweging tegen gentrificatie.
Dat is het sociologische proces waarbij duurdere woningprijzen de oorspronkelijke bewoners uit een buurt verdrijven en kapitaalkrachtigen hun plaats innemen. Het treft vaak verloederde wijken, die wel gerenoveerd en verbeterd worden, maar nooit meer terugkeren naar het oude prijsniveau. Dat ondervond de gepensioneerde Ernst Atzert (84) aan den lijve. Geboren en getogen in een huurkazerne, vreesde hij na de verkoop van dat gebouw om dakloos te worden. Zijn oude ‘goedkope’ huurcontract kostte hem al meer dan 50 procent van zijn pensioen. ‘Je kunt je niet voorstellen wat het betekent om ergens zo lang te stijgingen van de aandelenkoers met 800 procent in zeven jaar voor GCP. leven en plots weg te moeten’, zei hij tegen Deutsche Welle.
In 2018 trok een betoging tegen gentrificatie 10.000 Berlijners. Een jaar later voerde Berlijn een beperking van de huurprijzen in. Heimstaden Bostad zegt dat het zich daaraan zal houden, en claimt dat het goed gereguleerde woonmarkten toejuicht. Maar het is onduidelijk of de panden in kwestie in de beschermde zone liggen.
Ernst Atzert
Wie bezit de stad?
Het debat over gentrificatie roept veel emoties op. Actrice Anna Thalbach zei in de Berliner Tagesspiegel dat haar wijk karakter en gemeenschapsgevoel verliest. Misplaatste nostalgie, vond CDU-politicus Philipp Lengsfeld. ‘Elke generatie trekken mensen weg uit Berlijn omdat hun woonbehoeften veranderen’, zei hij, erop wijzend dat hij langer in Berlijn had gewoond dan de jongere Thalbach. ‘Heimwee naar verkrotte woningen met een buitentoilet en een kolenkachel helpt ons niet.’
Feit blijft dat Berlijns vastgoed snel de speelbal werd van beursgenoteerde groepen die zich, zo bleek uit onderzoek, registreren in belastingparadijzen. Ze hebben vaak dezelfde aandeelhouders: Blackrock, Massachusetts Financial Services Company of de Noorse Centrale Bank. Voor hen zijn de zorgen van Ernst Atzert of Anna Thalbach details: de woningen moeten opbrengen. Ook grote pensioenfondsen als dat van Allianz zijn vertegenwoordigd. Berlijnse huurders die sparen voor hun oude dag, versterken daardoor zonder het te willen hun eigen huurproblemen.
‘Je kunt je niet voorstellen wat het betekent om ergens zo lang te leven en plots weg te moeten’ Gepensioneerde (84)