De ‘battle royale’ van Big Tech
De reuzen van de technologie-industrie werpen zich op videogames. Ze vechten er zelfs een heuse ‘battle royale’ over uit. Waarom games? Waarom net nu? Daar zijn heel wat redenen voor. Eerst en vooral: de techreuzen willen in 2020 allemaal precies hetzelfde. Zij willen maandelijks een vast bedrag van uw bankrekening halen. Dat is lucratiever en minder grillig dan u om de paar jaar een nieuwe smartphone te verlappen, of dan advertenties verkopen. Dit jaar geldt dat meer dan ooit.
En games? Tja, daar besteden mensen meer tijd aan dan ooit tevoren. Omdat er minder alternatieven ter beschikking zijn, maar ook wel omdat games zelf geëvolueerd zijn. Neem nu Fortnite: ja, dat is een game. Maar het is ook een sociaal netwerk. En een online concertzaal/rave party.
Vandaar dat Nvidia deze week overrompeld werd door de vraag naar zijn Geforce RTX 3080. Die grafische kaarten kosten zo’n duizend euro en meer (bovenop de prijs van je pc!), alleen maar om je games te kunnen spelen in 4K-resolutie en met een iets hogere frame rate (en met ray tracing, een grafisch snufje dat je in de praktijk amper ziet). Het was haast letterlijk vechten om die kaarten.
Als je de prijs van zo’n RTX 3080 ziet, lijken de nieuwe gameconsoles van Sony en Microsoft spotgoedkoop: de Playstation 5 en de Xbox Series X gaan maar 500 euro kosten. Daar zullen Microsoft en Sony niet veel aan verdienen, ze leggen er misschien zelfs op toe. Dat was vroeger ook al zo, maar toen werd dat terugverdiend via topgames aan 60 euro per stuk. Nu draait alles om het abonnement. Een Game Pass Ultimate-abonnement bij Microsoft kost 13 euro per maand. Over een periode van vijf jaar (zowat de levensduur van een console) is dat bijna 800 euro. 800 euro, voor een dienst die uit bits bestaat. Dan begrijpt u waarom het Microsoft geen moer kan schelen, of u deze Kerst een Xbox Series X koopt of niet. Zelfs als u hem niet koopt, kunt u nog altijd het abonnement nemen en uw games streamen naar gelijk welk apparaat.
En die games, die maakt Microsoft steeds meer zelf. De softwaregigant legde deze week 7,5 miljard dollar op tafel om gameontwikkelaar Bethesda over te nemen, zelf eigenaar van onder meer het legendarische ID Software. Gevolg: Microsoft heeft nu een verbijsterend aantal van 23 eigen gamestudio’s, en die zijn allemaal tegelijk aan volle snelheid games aan het ontwikkelen.
Dat betekent dat Microsoft alles zelf in huis heeft: de gameconsole (steeds minder belangrijk), de gamestreaminginfrastructuur (steeds belangrijker) en de eigen, exclusieve games (cruciaal). Alle andere gegadigden – Sony, Google, Amazon, Apple – missen minstens één component.
Al is het toch nog uitkijken voor Amazon. De e-commercegigant lanceerde deze week zijn eigen gamestreamingdienst: Luna. En het probeert games te maken – voorlopig zonder veel succes (de lancering van Crucible werd een heuse afgang). Amazon heeft twee troefkaarten. Ten eerste: het heeft al 150 miljoen abonnees voor zijn Prime-dienstenpakket. Muziek en video zitten daar al in, gaming kan er ook nog wel bij. En ten tweede: Amazon is eigenaar van Twitch, de website waar je kijkt naar gamende mensen en veruit het belangrijkste promotiekanaal voor games. Nee, de strijd is nog lang niet gestreden.
De techreuzen willen allemaal hetzelfde: maandelijks een vast bedrag van uw bankrekening halen