‘Er zijn nauwelijks nog conservatieven in de ware betekenis van het woord’
Volgens milieudenker Dirk Holemans bevinden we ons in een worstcasescenario. Toch wil hij niet doemdenken. ‘De strijd voor het behoud van de Groene Delle toont dat verzet loont. Ik hoop dat er nog veel Delles volgen.’
Neen, hij beschouwt zichzelf niet als een utopisch denker. ‘De utopisten van vandaag zijn zij die denken dat het allemaal vanzelf goedkomt. Ik lees alle klimaatrapporten. We bevinden ons in het worstcasescenario. Eigenlijk ben ik een ecorealist. Ik ben doordrongen van het besef dat we nu onze economie drastisch van koers moeten veranderen, willen we onze kinderen nog een leefbare planeet achterlaten.’
In een vorig leven zat Dirk Holemans voor Groen in het Vlaams Parlement en was hij even voorzitter van de partij. Maar omdat hij in de eerste plaats een denker is, richtte hij tien jaar geleden de denktank Oikos op. Om die verjaardag te vieren, ligt sinds afgelopen week het boek Het ecologisch kompas in de winkel waarin hij, samen met gelijkgezinden, een richting probeert uit te zetten om de klimaatcatastrofe te vermijden én om het goede leven terug te vinden.
Aan doemdenken wil hij daarom niet meedoen. ‘De meeste steden hebben stilaan het juiste transitiepad gevonden. We zien hoe de mobiliteit, de voedselketen en de energievoorziening er duurzamer wordt.’ In Gent wordt hij nu zelfs aangesproken omdat mensen blij zijn met het mobiliteitsplan. ‘Nu wordt het tijd zulke transitiepaden te ontwikkelen voor het platteland en postindustriële gebieden. Dat wordt een van de belangrijkste opdrachten voor de groene partijen in Europa.’
Holemans is niet bang van ideologie. Tegenwoordig worden er te weinig ideologische boeken geschreven, vindt hij. ‘Protesteren is goed, maar je hebt de grootste impact als je erin slaagt de blik op de maatschappij fundamenteel te veranderen. Als een bos niet langer gezien wordt als iets om te kappen of een rusthuis als iets om winst te maken. Ik pleit voor een meer zorgzame blik op de wereld. Als we vanuit die positie starten, zullen we ons anders organiseren.’
Begint dat inzicht door te sijpelen?
‘Ik was in elk geval aangenaam verrast door de State of the Union van commissievoorzitter Ursula von der Leyen. Eindelijk voelde ik dat ze met een andere blik naar de wereld wilde kijken. Ze zei dat de toestand van de natuur “precair” is geworden. Dat betekent dat we het met nieuwe managementtechnieken alleen niet meer redden.’
Gelooft u ook in de oplossingen die ze aanbiedt met haar Green Deal?
‘Als je het beleid van deze Commissie vergelijkt met dat van Jean-Claude Juncker, kun je niet anders dan spreken van een koersverandering. Onder Juncker was duurzaamheid nauwelijks gewenst, nu wordt het echt gestimuleerd. De Green Deal zit echt goed in elkaar: het is een samenhangend plan waarin ook veel aandacht is voor de sociale impact van de energietransitie. Alleen moeten we erover waken dat de multinationals het niet naar hun hand willen zetten. Daarom hebben we overheden nodig die durven te sturen.’
Daar kennen ze in China iets van.
‘De ambitie van China om tegen 2060 klimaatneutraal te worden, hoort echt bij het beste klimaatnieuws van de jongste jaren. Dat doel verandert het geopolitieke klimaatbord. Europa is niet langer de wat eenzame voortrekker, het heeft nu echt een partner in het oosten én onze bedrijven die bezig zijn met hernieuwbare energie kunnen er een gigantische markt bij krijgen. Als Joe Biden verkozen wordt, stijgt de kans dat het akkoord van Parijs weer zuurstof krijgt. Dat betekent niet dat we opeens naïef optimistisch moeten zijn, China moet zijn engagement waarmaken en Donald Trump is nog niet weg. Maar de kans op een gamechanger is er.’
Daar is in België nog lang geen sprake van.
‘We hebben absoluut geen visie op wat voor soort industrieel beleid we over twintig jaar willen hebben. België – en zeker Vlaanderen – is een rijke regio. We hebben goeie universiteiten en kennisinstellingen. Vlaanderen is al decennia een grote speler in de petrochemie. Waarom ontwikkelen we geen beleid, waardoor we over twintig jaar aan de wereldtop staan van de kringloopeconomie en de biobased industrie?’
Wat houdt dat in?
‘Dat gaat over de productie van nieuwe natuurlijke plastics, over CO2-captatie door micro-organismen. Daar gebeurt her en der onderzoek naar, maar als we echt het verschil willen maken, moeten we er een project rond uitdenken. Net zoals de missie naar de maan, alleen moet dit nog ambitieuzer zijn. Naar de maan gaan, was een puur technologisch project. We hebben een maatschappelijk project nodig waar technologie een driver is, maar waarbij we ook oog hebben voor een rechtvaardige overgang. We hebben geen relance nodig van de oude economie. We gaan toch niet opnieuw steun geven aan industrietakken die steunen op fossiele brandstoffen of die nog meer wegwerpproducten maken?’ Wat zeg je dan tegen de tienduizenden mensen die voor een luchtvaartmaatschappij werken?
‘Op een dode planeet zijn er sowieso geen banen meer. Maar natuurlijk moet je mensen die in de oude sectoren werken een inkomensgarantie geven en hen opleiden voor nieuwe jobs. Spanje geeft het goede voorbeeld. Daar worden de mijnen systematisch gesloten in overleg met de vakbonden. Daar is een reconversieplan.’
‘Kijk, vroeg of laat komt er een Europese CO2-belasting. Alle CO2-intensieve sectoren gaan het moeilijk krijgen. Daarom moeten we nu vooruitkijken. Concreet: Europa heeft nood aan een netwerk van hogesnelheidstreinen. Waarom worden nu geen plannen opgetuigd voor Europese treinmaatschappijen? Mensen die nu werken in de luchtvaart kunnen daar een job vinden. Dat geldt ook voor de vrachtwagenchauffeurs die overal in de file staan. Als we de circulaire economie echt ernstig nemen, dan verplicht Europa bedrijven tot een langere garantie op producten.’
‘Waarom zou je in België massaal investeren in toekomstgerichte energie als de regering je niet kan zeggen wat ze over vijf jaar zal doen?
Is dat een rendabel model?
‘Alle bedrijfsleiders zeggen hetzelfde: geef ons een gelijk speelveld en we doen mee. Als Europa zegt: voortaan moet een product vijf jaar garantie krijgen en moet het vijftien jaar herstelbaar zijn, dan zullen die producten opnieuw zo gemaakt worden. Stel je voor dat vanaf morgen alles dubbel zo lang meegaat. Dan hebben we plots de helft minder grondstoffen nodig en de helft energie. En dan hebben we twintig Umicores nodig waar mensen werk vinden.’
Maar hoe kunnen mensen met een bescheiden inkomen hun huis klimaatneutraal maken?
‘Eigenlijk is geld op dit moment niet het probleem. De Europese Centrale Bank pompt enorme hoeveelheden gratis geld in het systeem. Het is aan regeringen om te bepalen hoe dat geïnvesteerd moet worden. Ook daar geeft de Europese Green Deal het voorbeeld. Die bepaalt dat minstens 30 procent van de investeringen naar klimaatbeleid moet gaan.’
Komt dat geld ook terecht bij de man of vrouw die zijn huis wil renoveren?
‘De systemen zijn er, maar ze worden te weinig toegepast. Je kunt mensen die het echt moeilijk hebben, gewoon subsidies geven. Voor de laagste inkomens blijven sociale woningen cruciaal. Veel zijn verouderd. Als we die ecologisch renoveren, verhoog je de levenskwaliteit en verlaag je de energiefactuur. Mensen met een iets hoger inkomen, geef je een renteloze lening die ze pas moeten terugbetalen als ze hun huis verkopen. Er bestaan bedrijven die oude woningen op hun kosten energiezuinig maken. De eigenaars blijven enkele jaren hun “oude” energiefactuur aflossen en betalen op die manier maandelijks de renovatiekosten terug. Ondertussen wonen ze wel comfortabel.’
‘We hebben vooral ministers nodig die ambitieus en vernieuwend durven te denken. Ons land moet daarom dringend met een fatsoenlijk klimaatplan komen, anders dreigen we een deel van het Europese geld mis te lopen. Finaal dreigen de mensen die hun huis willen renoveren daar de dupe van te worden.’
Kan Groen een verschil maken in een regering met liberalen?
‘Ja. Als ik naar mijn thuisstad Gent kijk, vind ik dat Groen daar wel degelijk een verschil maakt. Er is een verschil tussen gelijkdenkenden en bondgenoten. Om projecten te realiseren, heb je altijd bondgenoten nodig, en die moet je sowieso buiten je eigen bubbel zoeken. Het komt erop aan een goed regeerakkoord te sluiten.’
En als in dat akkoord staat dat twee kerncentrales misschien moeten openblijven? ‘Ik zou natuurlijk liever hebben dat ze allemaal dichtgaan, maar het belangrijkste is dat het Belgische schip helemaal van koers verandert. Dat betekent dat we genoeg investeren, zodat we helemaal kunnen overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen. Dat blijft de essentie.’
Helpen die kerncentrales niet om het akkoord van Parijs te halen?
‘In België staan die kerncentrales al twintig jaar in de weg van een doortastend en stabiel investeringsklimaat om de switch naar hernieuwbare energie te maken.’
Is dat echt zo?
‘Waarom zou je in België massaal investeren in toekomstgerichte energie als de regering je niet kan zeggen wat ze over vijf jaar zal doen? Zulke investeringen zijn duur en hebben een relatief lange afschrijvingstermijn. Je mag de impact van een onzeker beleid echt niet onderschatten.’
Zelfs Nederland opent het kernenergiedebat weer.
‘Het debat in Nederland is complexer dan het lijkt: nog maar twee jaar geleden hebben de energiebedrijven gesteld dat ze niet te vinden zijn voor nieuwe kerncentrales. De studie waar de Nederlandse minister van Energie Eric Wiebes zich nu op beroept, is geschreven door een pronucleair studiebureau en er is geen peerreview aan te pas gekomen.’
‘Wat ze schrijven over het IPCC-rapport – dat kernenergie een noodzakelijk onderdeel van het antwoord op het klimaatprobleem moet zijn – is trouwens niet echt waar. Het klopt dat in veel scenario’s kernenergie een bescheiden rol speelt, maar er
‘De modernisering was een losbreken uit het dorp. En dat was goed. Maar alles bekijken vanuit de mondiale bril heeft ons wereldvreemd gemaakt. We vragen te veel van de aarde'
zijn ook scenario’s zonder kernenergie. En ja, Europa kan perfect zijn energievoorziening organiseren op basis van hernieuwbare energie en ja, de wereld kan het akkoord van Parijs halen zonder kernenergie. Ook dat hebben recente studies aangetoond.’
De nieuwe Vivaldiregering gaat ook de salariswagen niet afschaffen. Is dat trouwens nodig? De salariswagen versnelt de elektrificering van ons wagenpark.
‘De doorbraak van de elektrische wagen wordt niet bepaald door de Belgische markt. De Duitse of Chinese markt zijn net iets belangrijker daarvoor. Dus nee: de salariswagen blijft een systeem dat op middellange termijn uitgedoofd moet worden. Vergeet niet dat er meer kilometers gereden worden met zo’n wagen, terwijl we de wagen minder moeten gaan gebruiken. 70 procent van de Europeanen woont in de steden. Die worden almaar autoluwer.’
Moet in uw model het hele kapitalistische systeem op de schop?
‘Ik vind dat vooral een kleinlinkse discussie. Ik volg de lijn van de Britse econoom van Tim Jackson. Die schreef tien jaar geleden het boek Prosperity without growth. Dat klonk toen als een provocatie. Zijn stelling was: we moeten ons systeem op veel vlakken structureel veranderen, en of we het nadien nog kapitalisme kunnen noemen, zien we dan wel.’
‘Maar laat het duidelijk zijn: ik vind dat het winstprincipe in veel domeinen te ver is doorgeschoten. Als democratie moeten we vooral beter aangeven waar we de markt willen laten spelen en waar niet. Er is niets mis met markten. Die hebben altijd bestaan en moeten dus niet afgeschaft worden. We moeten alleen de moed hebben ze opnieuw beter sociaal en ecologisch in te bedden.’
Kan dat voor energietransitie?
‘Energiebeleid was jarenlang een rol van de overheid. Ze moest verzekeren dat er voldoende stroom was. In de jaren 90 heeft Europa de energiemarkt geliberaliseerd met als argument dat we allemaal goedkopere elektriciteit zouden krijgen. Ik ken niemand wiens energiefactuur goedkoper is geworden. Bedrijven hebben aanvankelijk ook weinig geïnvesteerd in duurzame energie. Het waren burgers – vooral in Duitsland en Denemarken – die zich organiseerden in coöperaties. Zij hebben de Energiewende aangezwengeld.’
‘In Beieren waren het trouwens, naast progressieve steden, ook conservatieve plattelandsburgemeesters die in overleg met de burgers overal windmolens en zonnepanelen hebben gebouwd. Die brengen nu heel veel geld op. Dat wordt geïnvesteerd in verdere verduurzaming. Jobcreatie en natuurbehoud gaan er perfect samen. Ik zou zeggen: CD&V-burgemeesters neem daar een voorbeeld aan.’
Conservatisme en groen gaan perfect gaan.
‘Het probleem is dat er nauwelijks nog conservatieven zijn in de ware betekenis van het woord. Zij die het waardevolle willen bewaren. We hebben dringend nood aan progressieve conservatieven. De Franse filosoof Bruno Latour heeft daar waardevolle dingen over geschreven. De modernisering was een losbreken uit het dorp. En dat was goed. Maar alles bekijken vanuit de mondiale bril heeft ons wereldvreemd gemaakt. Letterlijk. We vragen veel te veel van de aarde.’
‘Dat inzicht is er nu, en dan zijn er twee antwoorden mogelijk. Het ene is Trump die zegt dat hij niet meer voor de hele wereld wil zorgen en die ervan overtuigd is dat het allemaal zijn tijd zal meegaan. Maar volgens Latour is een ander antwoord mogelijk: we kunnen het goede van het dorp en de wereld verenigen. Dat is precies wat de conservatieve burgemeesters in Beieren doen. Zij dragen hun stukje bij aan de noodzakelijke wereldwijde transitie.’
‘Eigenlijk keert Latour terug naar het begin van de ecologische beweging. Begin jaren 60 kwamen de eerste milieuactivisten niet alleen op straat omdat ze tegen vervuiling waren. Ze waren vooral boos omdat er plots door hun dorp een autoweg werd getrokken of omdat een bos werd vervangen door een industrieterrein. Ze zeiden toen al: wij zijn niet tegen de industrie, maar wel tegen het feit dat we niet betrokken werden bij de plannen. Ze eisten veel meer dan inspraak. Ze wilden weer greep krijgen op hun leefomgeving. Opkomen voor je eigen plek en daar zeggenschap over hebben, is essentieel.’
Zelfs Zuhal Demir (NVA) wil nu de Groene Delle beschermen. Misschien heeft ze Latour gelezen.
‘Ze heeft vooral begrepen dat een symbooldossier verliezen haar de rest van haar legislatuur kan achtervolgen. Zuhal Demir zal pas een geloofwaardige minister van Klimaat en Milieu zijn als ze de betonstop doorvoert en een ambitieus klimaatplan opstelt. De Groene Delle (Limburgs natuurgebied dat dreigde te verdwijnen door industrieplannen, red.) heeft vooral aangetoond dat maatschappelijk verzet loont. Alle grote veranderingen in de samenleving zijn er gekomen door sociale strijd. Ik hoop dat er nog veel Groene Delles volgen.’
‘In Beieren plaatsten conservatieve burgemeesters massaal windmolens. Die brengen veel geld op. Neem daar een voorbeeld aan, CD&V-burgemeesters’