‘Ik speel in de extra time’
Op kousenvoeten is de Australische acteur Ben Mendelsohn naar de kop van het Hollywoodpeloton gefietst. De slechterik uit de kaskraker speelt nu in een hartveroverende, kleine film over een meisje met kanker,
Ofwel is hij een hyperkinetische tiener, ofwel heeft hij een liter espresso in één keer achterover gekapt, ofwel zit hij aan straffer spul: Ben Mendelsohn zit geen seconde stil tijdens het interview. Hij is niet het type dat je even vraagt om te stoppen met friemelen en wiebelen. Daarvoor heb je hem al te veel slechteriken zien spelen. ‘Het is allemaal de schuld van Animal kingdom’, zegt hij over de film die zijn carrière tien jaar geleden aanzwengelde. ‘Sindsdien word ik keer op keer als baddie gecast.’
Mendelsohn is nooit een superster geworden, daarvoor kwam zijn doorbraak ook te laat in zijn leven, op 41. Maar hij werd de voorbije jaren wel dé kerel om
Ben Mendelsohn slechteriken te spelen. In The dark knight rises is hij de rivaal van Bruce Wayne, terwijl hij in Rogue One: A Star wars story met een witte cape Orson Krennic speelt, het machtsgeile brein achter het massavernietigingswapen de Death Star. In beide gevallen moet hij de duimen leggen voor een astmatische, gemaskerde meerdere – toen hadden mond-neusmaskers nog negatieve connotaties.
‘Ik probeer het als een compliment te zien dat men me blijkbaar als de ideale smeerlap ziet. Maar eerlijk gezegd is het vooral luiheid. Eenmaal je een slechterik hebt gespeeld, denken filmmakers meteen aan jou als ze er ook een nodig hebben. Zoals een artiest die een discohit scoort ook voor altijd daarmee geassocieerd wordt, terwijl iedereen vergeet dat ze ook ooit gospel deed.’
Vorig jaar nog was hij de boosaardige Talos in superheldenfilm Captain Marvel. Maar dat hij ook andere toonaarden aankan, bewijst hij met verve in Babyteeth, waarin hij de vader speelt van een meisje met terminale kanker. ‘Het deed deugd om eindelijk nog eens in eigen land een film te draaien. Al was het ook wennen: plots moest ik mijn koffie zelf halen!’
John Wayne
Dat de doorbraak in zijn carrière zo laat kwam, is des te vreemder gezien hij er al zo jong aan begon. ‘Mijn jeugd ging niet van een leien dakje. Op mijn 14de stopte ik met school en liep ik van huis weg. Ik ging bij mijn grootmoeder wonen en volgde acteerles omdat ik John Wayne wou worden.’
Zo belandde hij op zijn 16 jaar in de tvserie The Henderson kids naast Kylie Minogue. Twee jaar later won hij de Australische Oscar voor beste bijrol met The year my voice broke. Dat is het moment waarop een acteercarrière doorgaans als een komeet omhoog schiet. Maar in zijn geval leidde het tot … niet veel soeps. Op Neighbours na dan, uiteraard.
‘Vooral in mijn dertiger jaren zag ik zwarte sneeuw. Ik dacht dat mijn carrière over and out was. Verschillende keren heb ik op het punt gestaan om ermee te kappen. Al goed dat ik dat niet heb gedaan. Alles wat erna nog is gekomen, was een soort bonus, een ererondje. Ik speel in de extra time. Dat heeft me geleerd dat je best zo relaxed mogelijk bent in het leven en probeert zo goed als mogelijk te genieten van je werk. Dat is mijn levensles.’
De voorbije jaren kon Mendelsohn zijn slechteriken in Hollywoodfilms afwisselen met opmerkelijke bijrollen in indie-films als Killing them softly, The place beyond the pines, gevangenisdrama Starred up en Ryan Goslings regiedebuut Lost river.
‘De rollen als slechterik in blockbusters hebben mij een zekere bekendheid gegeven. Dat helpt om een fragiele, kleine film als Babyteeth op de rails te krijgen: mijn naam trekt financiers over de streep. Maar ik kijk ook niet neer op die superheldenfilms. Want ik weet één ding: people fucking love them. En als een klein percentage van dat immense publiek door mijn naam gaat kijken naar een pareltje als Babyteeth, is dat alleen maar goed nieuws.’
‘Ik dacht dat mijn carrière
was. Verschillende keren heb ik op het punt gestaan om ermee te kappen'
Acteur
gepresenteerd als een droogrek van drie kleurrijke molens. Slechts een fractie raakte verkocht en de rest bleef in het bezit van de kunstenaar. Zo kunnen 150 stuks nu opnieuw getoond worden in het Braempaviljoen. In eenzelfde opstelling, maar dit keer met zicht op de bosrijke omgeving die perfect bij dit werk past.