Drie knuppels in het bos
Berlinde De Bruyckere pikt de draad op met vroeg werk, in een kleine presentatie in het Middelheim in Antwerpen. Wat opvalt: hoe haar prangende verbeeldingswereld telkens terugkeert in varianten en diverse materialen.
¨¨¨èè
Bij een openluchttentoonstelling in Zoersel in 1993 drong de boom zich voor het eerst op als motief in het werk van Berlinde De Bruyckere. In een beukenbos installeerde ze een curieus beeld: vier monumentale knotsen, vastgeketend aan een boom. De vredige natuurlijke omgeving contrasteerde op een bizarre manier met het blinkende geweld, en dat is nog altijd het geval in de gedeeltelijke reconstructie die nu in het Middelheim in Antwerpen te zien is. Het museum verwierf de vroege installatie, netjes opnieuw gegalvaniseerd, voor de collectie.
Onschuld kan een hel zijn introduceert een ongewoon agressief element, zeg maar gerust: oorlogstuig uit een middeleeuwse veldslag. Maar de link met bomen zullen we nog vaak tegenkomen in De Bruyckeres werk. Ook hier al realiseert ze een dubbelzinnige spanning: drukt de vastgeketende goedendag een gebaar uit van omknellen en insnoeren, of toch eerder van ondersteunen en verbinden?
Het Antwerpse openluchtmuseum had twee jaar na Zoersel, in 1995, een soloshow met De Bruyckere, óók al onder de titel Onschuld kan een hel zijn. De restanten ervan vormen het vertrekpunt van een focuspresentatie, te beginnen met een archiefmap en een stapeltje dekens in het Collectiepaviljoen, ‘De map bevat geen zelfstandige werken’, zegt curator Pieter Boons. ‘Wel voorbereidende schetsen, werkfoto’s en een netjes uitgetypt projectvoorstel. Zoals altijd, groeit het werk van De Bruyckere traag en in fases. Een foto die ze erbij voegt van een “boomvrouw” is al een voorbode van de menselijke figuur in haar werk en van haar magnum opus Cripplewood.’
De dekens vormden een onderdeel van een editie van 200 unieke stuks, omzoomd en elk voorzien van een opgenaaid etiket. In 1995 werden ze
Wollen dekens werden een vast motief bij De Bruyckere. Ze duiden op beschutting en intimiteit, warmte en geborgenheid, maar verwijzen ook naar het basishulppakket dat naar noodgebieden vertrekt. Waar, zoals de titel aangeeft, de situatie van onschuldige mensen tot een hel kan uitgroeien. In recentere werken duiken de dekens op in verkleurde, gerafelde en halfverteerde varianten, als ondubbelzinnige echo’s van onze zieke, stuurloze wereld.
Hoe De Bruyckere in reeksen werkt en telkens weer dezelfde thema’s opneemt: in vier vitrines geeft ze haar werkproces en bronnenmateriaal prijs. Je vindt er collages met foto’s, observaties, reproducties van kunstwerken en bijgehouden krantenknipsels, vaak nog met de sporen van punaises, van de Balkanoorlog die Joegoslavië uiteen zou rijten of van de heftige dansvoorstellingen van Alain Platel.
De beelden roepen niet bepaald een vrolijke wereld op. Wel rauwe emoties, naast veel gestileerde kommer en wel. Wat ze tonen, is de actualiteit van de eeuwige verhalen zoals ook De Bruyckere die in haar sculpturen wil oproepen.
De beelden roepen niet bepaald een vrolijke wereld op. Wel rauwe emoties