Hoe komt het dat je huid niet overal even gevoelig is voor aanraking?
‘Als er een insect over je arm loopt, zijn er plaatsen waar je niets voelt en plekken waar je er juist erg gevoelig voor bent’, mailt Kaat De Queker. ‘Hoe zijn die verschillen te verklaren?’
U heeft vast weleens een plaatje gezien van het gekke mannetje, de homunculus, het ‘mannetje in onze hersenen’, oftewel ons bewustzijn. De homunculus is echter ook een neurologisch gebied in onze hersenschors dat aanrakingen registreert en verwerkt, en commando’s doorgeeft aan de spieren. Voor de verwerking van signalen van de diverse lichaamsdelen zijn stukken van die hersenschors gereserveerd die behoorlijk uiteenlopen qua grootte. In onze lippen zit veel gevoel – het hersendeel dat die signalen verwerkt, is dan ook navenant groot. Ook ons gezicht en onze handen zijn goed bedeeld. Loop je op deze manier alle lichaamsdelen af, dan eindig je met het karikatuur van een lichaam. Een lijf met een groot hoofd, grote lippen en handen, en kleine, dunne armen en benen.
De tast- en drukreceptoren zijn dus niet gelijk verdeeld over het lichaam. Dat verklaart dat je plots een insect op je arm kunt voelen, hoewel dat er al een tijdje rondkroop. Mogelijk had je het daarvoor niet opgemerkt doordat het over een stuk huid liep met minder receptoren.
Neurowetenschapper Marco Davare (Brunel University London) onderscheidt vier types tast- en drukreceptoren: de receptoren van Paccini, Ruffini, Meissner en Merkel (allen vernoemd naar hun ontdekkers). Ze hebben allemaal zo hun specialiteiten. In onze vingertoppen zitten ze allemaal. Minieme vibraties, denk aan de trillingen veroorzaakt door insectenpootjes, voelen we het best met de zenuwuiteinden van Merkel.
Ook beharing speelt een rol. Dankzij de zenuwen die in haarfollikels zitten, kan klein ongedierte moeilijk ongemerkt langs haren schuifelen. Mogelijk voelde u dus plots een insect over uw arm kruipen doordat het dier een meer behaard deel van de arm bereikte.
En dan is er ook nog zoiets als focus. ‘Als je afgeleid bent – je zit in een goed gesprek of je bent aan het sporten – dan voel je de kriebels niet’, zegt dermatoloog Patrick Kemperman van het universitair medisch ziekenhuis Amsterdam UMC.
Evengoed kunnen we onze hersenen juist op scherp stellen. ‘Heb je een fobie voor insecten, dan is je brein extra gevoelig afgesteld’, zegt Davare. ‘Zo gevoelig zelfs dat je waarschijnlijk tijdens een wandeling door de jungle al kriebels zult voelen nog voor ze je aanraken.’
Het is opmerkelijk hoe de gevoeligheid voor aanraking zo sterk van situatie tot situatie verschilt, merkt Davare op. Hij verwijst naar een Britse studie uit 2001 in het blad Current Biology. Onderzoekers gaven mensen kleine speldenprikjes op de arm. Mits ze exact tegelijk aangebracht worden, voelen twee van die prikjes op kleine afstand van elkaar op de huid aan als één enkele prik. Toen de deelnemers met een vergrootglas naar hun arm keken, bleek opeens dat ze de twee prikken wel los van elkaar voelden.