Als de pastoor de passie preekt
Behalve in de filosofie en literatuur onderwees Abélard Héloïse ook in de liefde. Het vuur slaat al snel op haar over. Een paar fragmenten uit hun briefwisseling:
Héloïse aan Abélard: ‘Al lijkt de aanduiding “echtgenote” eerbaarder en duurzamer, voor mij klonk het woord “vriendin” altijd zoeter, of zelfs, als je je daardoor niet gekwetst voelt, “maîtresse” of “hoer”. Hoe meer ik me voor jou vernederde, des te meer hoopte ik jouw genegenheid te winnen zonder daarmee aan de glorie van jouw buitengewone persoonlijkheid afbreuk te doen.’ En nog: ‘Mijn hart behoorde immers niet mezelf toe, maar jou, en op dit ogenblik geldt dat meer dan ooit. Als het niet bij jou is, is het nergens, want zonder jou kan ik onmogelijk leven.’
Abélard aan Héloïse: ‘Je weet nog dat ik op een dag – het was na onze echtverbintenis en jij verbleef toen al bij de nonnen in het klooster in Argenteuil – naar je toegekomen ben voor een privébezoek en dat ik je toen in mijn onbeheersbare wellustigheid heb verleid, en dat ook nog in een hoek van de refter, omdat we geen andere plek hadden waar we ons konden afzonderen. Natuurlijk weet je dat nog! Het was wel onvoorstelbaar schaamteloos gedrag op die eerbiedwaardige, aan de Heilige Maagd gewijde plaats! Al zouden al onze andere schanddaden vergeeflijk zijn, dit alleen verdiende al een extra zware straf!’ Vertalingen uit: Chris Tazelaar, Abélard. De briefwisseling met Héloïse, 1998.