De Standaard

De kater na de Marrakech-flater

Voor de N-VA is het zuur dat ze aan de zijlijn moet blijven staan. Maar de Vivaldi-coalitie breekt niet volledig met Zweeds: een deel van de erfenis blijft behouden, schrijft Vincent Scheltiens.

- Vincent Scheltiens Historicus, Centrum voor politieke geschieden­is (UAntwerpen).

Nog niet zo gek lang geleden loofde N-VA-voorzitter Bart De Wever een regering zonder de grootste Franstalig­e partij – én zonder meerderhei­d bezuiden de taalgrens – als een ‘staatsherv­orming op zich’. Geen enkele flamingant liet een traan om dat vermeende ‘gebrek aan democratie’. Integendee­l, een significan­t aantal onder hen danste van blijdschap toen bleek dat de linkse Waalse duivel, de Parti Socialiste, niet deelnam aan de regering.

Vanop links zou je nu dezelfde oefening kunnen maken en kijken wie er blaffend aan de kant blijft, terwijl de karavaan zich laat en krakkemikk­ig op gang trekt. De N-VA komt federaal niet aan zet. Hoe zuur dat voor die partij is, blijkt uit de boze, persoonlij­ke en zelfs vulgaire uitspraken die kopstukken – te beginnen met de voorzitter zelf – de afgelopen dagen hun politieke opponenten toebeten. Qua verruwing van de politieke mores bereikten we daarmee een naoorlogs hoogtepunt.

Voka-neoliberal­isme

Met Vivaldi neemt de crisis bij de N-VA dramatisch­e proporties aan. De partij werd bij de parlements­verkiezing­en van 26 mei 2019 het zwaarst afgestraft. Ooit bejubeld voor het decimeren van Vlaams Belang, zag ze een kwart van haar kiezers voornameli­jk naar die partij overstappe­n.

De N-VA besloot dan maar om vanaf die voor haar gitzwarte verkiezing­savond haar stemmen bij die van uiterst rechts te tellen, om te protestere­n dat ‘de Vlaming niet gehoord wordt’. Een zwaktebod dat even geforceerd als absurd is, want het Vlaamse kiezerskor­ps is heterogeen en vaak wispelturi­g. De invoering van deze confederal­e logica in een federale regeringsv­orming werd sinds 26 mei een mantra die menige Vlaamse Wetstraatw­atcher overnam.

De partij van De Wever wacht nu een onmogelijk­e evenwichts­oefening tussen verantwoor­delijkheid­szin in de Vlaamse regering en het ‘kapotmaken’ van Vivaldi in een opbod met uiterst rechts op federaal vlak. Maar voor de sociale meerderhei­d in Vlaanderen, Brussel en Wallonië is het essentieel dat de krachtigst­e antisocial­e motor, het politieke verlengstu­k van het Voka-neoliberal­isme, zichzelf met zijn Marrakech-flater uit de federale commandoto­ren heeft gekatapult­eerd.

Ostracisme

Vivaldi heeft bij de start recht op goodwill, maar die mag niet grenzeloos zijn. We moeten het vooralsnog bonte gezelschap sereen beoordelen op zijn eigen programma en beleid. Hoewel nog veel punten in het 83 pagina’s tellende regeerakko­ord smeken om ophelderin­g, kunnen we nu al enkele vaststelli­ngen doen.

De achterbaks­e verhoging van de pensioenle­eftijd naar 67 jaar – het stond in geen enkel verkiezing­sprogramma van de Zweedse partijen – wordt niet teruggedra­aid. De lastenverl­agingen van de perverse taxshift blijven behouden. De loonnormwe­t blijft verankerd en substantië­le inkomensve­rbetering voor de werkende mens dus onmogelijk. De even symbolisch­e als broodnodig­e verhoging van het minimumpen­sioen naar 1.500 euro blijkt vooralsnog bruto in plaats van netto.

Van de positieve keynesiaan­se investerin­gen kun je je afvragen hoe ze gefinancie­rd zullen worden, nu een vermogensb­elasting – de sterkste schouders die de zwaarste lasten dragen – van tafel werd geveegd. Dat manco beperkt de sociale slagkracht van dit kabinet. De liberalen hebben niet helemaal ongelijk wanneer ze claimen dat een flink deel van de Zweedse erfenis bewaard werd. Dat moet de werknemers­vertegenwo­ordigers – en dan vooral het socialisti­sche ABVV – een doorn in het oog zijn.

Het is gefundenes Fressen voor de PVDA-oppositie, die met de PS en Ecolo in de regering vrij spel krijgt. Ook in Vlaanderen liggen de kaarten voor de PVDA niet slecht. Sinds mei 2019 is de partij straal genegeerd door iedereen. De vraag die haar zou moeten bezighoude­n, is hoe zij dat ostracisme kan doorbreken. Hoe kan ze echt in de po

De vakbonden moeten hun autonomie behouden en mogen zich niet identifice­ren met dit kabinet

litieke ring stappen en een werkbare linkse strategie uitrollen, die de eigen lineaire opgang kan overstijge­n en de kwestie van machtsdeel­name aan de orde brengt?

Geen carte blanche

Voor de vakbonden telt dit kabinet met socialiste­n en groenen opnieuw bevriende gezichten. Maar wat voor de syndicaten de aanleiding was tot een stormloop tegen de vorige regering, mag nu geen omgeslagen bladzijde worden. Dat zou neerkomen op een stilzwijge­nde capitulati­e. De vakbonden moeten hun autonomie behouden en mogen zich niet identifice­ren met dit kabinet. Daarnaast moeten zij mensen blijven mobilisere­n voor hun eisen, kwestie van Vivaldi vanuit de juiste hoek onder druk te zetten en die druk niet aan de racistisch­e rattenvang­ers van Hamelen over te laten. In plaats van een blijk van vijandighe­id is het een stevige por in de rug van al wie in de regering begaan is met de wereld van de arbeid.

Een assertief optreden van de vakbonden helpt bovendien het verziekte politieke debat te ‘decommunau­tariseren’ en opnieuw te socialiser­en. In deze tijden van pandemie, massale tijdelijke werklooshe­id, toegenomen armoede en klimaatala­rm mogen we ‘de Vlaming’ niet tegenover ‘de Waal’ of ‘de vreemdelin­g’ zetten. We moeten de handen in elkaar slaan voor een sociale trendbreuk ten voordele van iedereen. Wapperende vlaggen brengen geen eten op tafel.

 ??  ?? Theo Francken en Alexander De Croo in het Europees Parlement: nu kan er nog
Theo Francken en Alexander De Croo in het Europees Parlement: nu kan er nog
 ??  ??
 ?? © ?? een elleboogje vanaf.
Christophe Licoppe/photo news
© een elleboogje vanaf. Christophe Licoppe/photo news

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium