Kenia, waar schoolmeisjes weer moeders worden en jongens weer krijgers
Het coronavirus heeft het herdersvolk van Kenia teruggeworpen in de tijd: jongens worden weer krijgers, meisjes raken pril zwanger en worden opnieuw besneden. Nu de scholen dicht zijn, dreigt een ramp voor 65 miljoen kinderen in Afrika.
Op de vloer van de kleuterklas van de school in Resim, in het noorden van Kenia, ligt afval. In het lokaal van de eerste klas zingen beschilderde krijgers strijdliederen. Al zes maanden zijn de scholen in Kenia dicht. Alle scholieren zijn weg. Nu hangen krijgers rond in hun lokalen.
‘Ik ben al blij als 80 procent van de leerlingen straks terugkeert’, zegt hoofdonderwijzer Gabriel Lemoonga. In heel OostAfrika en zuidelijk Afrika gaan 65 miljoen kinderen niet naar school. Alleen al daardoor dreigt er een ramp voor hun ontwikkeling en bescherming. Het coronavirus leidt tot een verloren generatie, waarschuwen onderwijsdeskundigen.
Zeker in het ruwe noorden, de woonplaats van de Samburu, een herdersvolk, zijn leerlingen de bescherming tegen de schadelijke aspecten van hun tradities kwijt. Schoolmeisjes worden sinds de sluiting van de scholen weer besneden, jongens staan weer bloot aan de verlokking van het krijgerschap.
In Afrika is school meer dan alleen onderwijs. Dat geldt zeker in dit soort achtergestelde en onherbergzame streken. Van de veertig meisjes op de basisschool van Resim raakten er de afgelopen maanden vier zwanger, zij worden nu uitgehuwelijkt. Uit onderzoek van de hulporganisatie Plan International blijkt dat de meeste zwangere meisjes nooit terugkeren naar de schoolbanken. Volgens schattingen van de overheid zou dat hier voor nog duizenden andere meisjes gelden.
De ruim 2,3 miljoen Samburu leven in
een district van 14.400 vierkante kilometer en zijn verwant aan de Masai, die in de negentiende eeuw in Oost-Afrika militair de dienst uitmaakten. Voor deze conservatieve herders is onderwijs iets relatief nieuws. Corona remt hun vooruitgang.
Met speren in de klas
De school in Resim bestaat vijftien jaar en heeft weinig indruk gemaakt. Bij gebrek aan andere stenen gebouwen in de omgeving gebruiken de bewoners het gebouw voor allerlei vertier. ‘Ik schrok me dood toen er een krijger met geweer mijn klas binnenkwam om zijn gsm op te laden’, herinnert schooldirecteur Lemoonga zich. ‘Anderen komen met speren en gebruiken de lokalen om het verdovende middel miraa te kauwen.’
De ouderen van Resim gingen zelf nooit naar school en twijfelen aan het nut van onderwijs voor hun kinderen. Hun vee, hun geharde levensomstandigheden en trots voldeden altijd in hun leven.
Lena Myekie en Ben Laerat, beiden zestien jaar, zoeken schaduw onder een acaciaboom en schuiven een steen onder hun achterste. ‘Waarom zou ik teruggaan naar school,’ haalt Lena Myekie zijn neus op, ‘ik heb me de afgelopen maanden zo goed gevoeld met het vee in de bush dat ik de school ben vergeten.’
De jongens vertellen hoe ze beiden onderwijs volgden, tot corona toesloeg en ze elk voor een andere levenswijze kozen. Vlak voor corona hadden beiden hun initiatie ondergaan en veranderden ze in mannen, krijgers met groot aanzien in de traditionele cultuur. ‘Ik stap nu in de voetsporen van mijn voorvaderen en kies voor mijn vrijheid. Laat ze die school maar sluiten’, zegt Myekie.
Ben Laerat daarentegen vond het rondtrekken met het vee, de hongerige leeuwen en het buiten slapen de afgelopen maanden maar niets. ‘Het leven in de bush valt me zwaar, ik wil een ander leven leiden’, vertelt hij. Volgens hem helpt onderwijs de Samburu een antwoord te vinden op allerlei nieuwe uitdagingen. Hij noemt de klimaatverandering en overbevolking. ‘Op school kan ik kiezen tussen de oude en de nieuwe tijd.’ Hij keert zich naar Myekie en zegt guitig: ‘Alleen ik weet straks wat een virus is.’
Een uurtje rijden van Resim, over zandpaadjes en door droge rivierbeddingen, ligt de plaats Wamba. Inwoner Jackson behoort tot de eerste Samburu die 25 jaar geleden in het stadje naar school gingen. Nu is hij er ambtenaar op het onderwijsdepartement. ‘Vroeger, bij het hoeden van de geiten, verborg je uit schaamte je schoolboeken onder je omslagdoek’, vertelt hij. ‘En als je naar huis ging, wist je niet of je kraal (nomadisch dorp, red.) er nog wel stond.’ Misschien waren je ouders alweer verder getrokken met het vee, zegt hij. ‘Er is al veel veranderd onder de Samburu en school is daarvoor het instrument. Corona bedreigt de geboekte vooruitgang.’
In Wamba is de zeventienjarige Nabulu ondergedoken, op de vlucht voor haar vader en voor de man die haar bezwangerde. ‘De schoolsluiting veranderde mijn leven in een hel’, zegt ze met een piepstemmetje. ‘Een schoolmakker maakte me zwanger. Hij wil alleen voor me zorgen als ik met hem trouw en hij weigert me naar school te laten teruggaan.’
Volgens de traditie is een meisje klaar voor seks, zodra ze borsten krijgt. Het is heel gewoon dat ze al op haar tiende trouwt. Bij trouwen hoort besnijden: naar schatting 85 procent van de vrouwen in dit deel van Kenia onderging de besnijdenis. Al die gebruiken leerde Nabulu op school af te zweren, maar ‘mijn vader oefent druk op me uit voor een besnijdenis. Hij wil niet meer voor mijn schoolgeld betalen.’
Mannelijk ego
De grootste verandering van het toegenomen onderwijs is de ontluikende emancipatie van meisjes. Een paar uur rijden over wasbordwegen ligt de districtshoofdplaats Maralal. Nasieku Letipila staat er aan het hoofd van het genderdepartement. ‘Het mannelijke ego is bij de Samburu enorm’, zegt ze schamper. ‘Onderwijs verheft een meisje in rangorde boven haar ongeschoolde echtgenoot. Daarom is het voor de overheid moeilijk mannen te overtuigen van het nut van onderwijs voor meisjes.’
Letipila looft haar cultuur, maar de slechte gewoontes wil ze bannen. De bevolking heeft in dit woeste gebied nauwelijks een boodschap aan de overheid, zegt ze, alleen op school krijgen mensen de kans iets over de moderne wereld te leren. ‘De regering had de scholen nooit mogen sluiten.’
In Kenia zijn tot nu toe ruim 40.000 coronabesmettingen vastgesteld, er vielen al 731 doden. Ook door het zwakke gezondheidsstelsel heeft het land, net als meer Afrikaanse landen, vanaf het begin strenge coronamaatregelen genomen. De coronacrisis leidt tot een scholencrisis die geldt voor het hele land.
Ook in beter ontwikkelde streken van Kenia lokt voor de leerlingen de vrijheid, profiteren de moeders van extra hulp in het huishouden en de vaders van extra arbeidskracht op het land. Privéscholen sluiten bij gebrek aan inkomen, arme leraren gebruiken de lokalen voor hun kippen. In overheidsscholen met soms wel negentig leerlingen in één klas lijkt het scheppen van een virusveilige omgeving haast onmogelijk, en daarom blijven de schooldeuren dicht.
Een voordeel in de ontwikkelde gebieden is dat de kinderen daar digitaal onderwijs kunnen volgen. Ook de mentaliteit van de bevolking is er anders: onderwijs is er een gewoonte, een noodzaak. Jane Mutua is hoofd van de nationale Vereniging voor Onderwijspersoneel in Maralal. Eerder werkte ze in steden en landbouwregio’s waar onderwijs sinds de onafhankelijkheid in 1963 van generatie op generatie overging. ‘Daar ziet iedereen de waarde in van onderwijs, hier moeten we die mentaliteitsomslag nog maken. Het virus heeft de Samburu vele jaren teruggeworpen in de tijd.’
‘Ik heb me de afgelopen maanden zo goed gevoeld met het vee in de bush. Ik stap nu in de voetsporen van mijn voorvaderen en kies voor mijn vrijheid. Laat ze die school maar sluiten’
Lena Myekie (16)
‘Het sluiten van de scholen veranderde mijn leven in een hel. Een schoolmakker maakte me zwanger. Hij wil alleen voor me zorgen als ik met hem trouw’
Nabulu (17)