Het knip- en plakwerk van
Het tweemaandelijkse ‘lijfblad van lezers’, neemt het niet nauw met auteurs- en bronvermeldingen. Stukken die eruitzien als interviews blijken niet één keer, maar geregeld bij elkaar geknutseld uit oudere interviews.
Boeken Magazine is een tweemaandelijks blad dat – what’s in a name – boekennieuws brengt naast portretten en interviews met binnen- en buitenlandse schrijvers. Maar in de boekenwereld heerst al een poos onvrede over de aanpak van het blad. In het jongste nummer verscheen een gesprek met schrijfster Anna Enquist naar aanleiding van haar nieuwste essaybundel. Het stuk was een samenraapsel van fragmenten uit eerdere interviews, zonder enige bronvermelding. Enquist was niet op de hoogte van het stuk. De Standaard en De Morgen berichtten erover (DS 10 september).
Afgelopen vrijdag stuurde hoofdredacteur Koen Van Wichelen een rechtzetting rond via een mailbericht. ‘Bij het coververhaal over Anna Enquist in het september-oktobernummer ontbreekt de correcte bronvermelding bij de geselecteerde interviewfragmenten. In de hectiek van de deadline werd dit helaas over het hoofd gezien’, luidt het. ‘(...) Het was onze bedoeling om de auteur te interviewen over haar nieuwe boek maar dat is uiteindelijk niet kunnen doorgaan. (Omdat Enquists uitgever De Arbeiderspers de boot heeft afgehouden, red.) Bij wijze van lastminutealternatief hebben we dan geopteerd om een aantal interviewfragmenten uit eerdere interviews te publiceren.’
‘Deze citaten van Anna Enquist hebben we geenszins verzonnen. Ze komen respectievelijk uit Trouw, Opzij, Elsevier, Algemeen
Dagblad, Vrij Nederland, HP De Tijd, NRC en De Volkskrant.’ Volgens onze informatie klopt die rechtzetting niet: wij vonden in het interview fragmenten terug uit Medisch Contact (2019), Trouw (2014), Awater (2010), Algemeen Dagblad (2018) en NRC Handelsblad (1992).
Hofleverancier
Een eenmalige onzorgvuldigheid? Een steekproef in de jongste drie jaargangen van het blad wijst in een andere richting: in Boeken Magazine 15 (2018) verscheen bij een portret van de Japanse schrijver Haruki Murakami een kort interview: een hutsepotje van vragen en antwoorden afkomstig van Murakami’s eigen website, een interview uit The Guardian uit 2014 en een uitgebreide post op de boekblog van The Guardian, ook uit 2014, met de neerslag van een sessie die Murakami had met lezers van diezelfde krant.
In Boeken Magazine 17 (2018) staat een ‘Q&A’ met Stephen King, vrijwel volledig overgenomen uit The Paris Review. In het mei-juninumer van dit jaar staat een interview met de Britse bestsellerschrijfster Santa Montefiore, in elkaar geknutseld met fragmenten uit respectievelijk The Guardian, The Washington Independent Review of Books en een blog van de schrijfster Agnes A. Rose. De originele interviews dateren uit 2013. In hetzelfde nummer: een korter interview met de Italiaanse schrijver Paolo Cognetti. Grote fragmenten daaruit komen uit een interview dat journaliste Vivian de Gier maakte voor het Algemeen Dagblad in maart 2020. De Gier leverde ook ruime fragmenten van het Enquist-interview. Het origineel daarvan verscheen eveneens in het AD.
Bij al deze stukken ontbreekt elke bron- en auteursvermelding. De Gier, hofleverancier van de voorbije twee nummers, werd niet gecontacteerd, en ook bij het Algemeen Dagblad vallen ze uit de lucht. Patricia de Boer, verantwoordelijk voor auteursrecht binnen DPG Media Nederland, de groep waartoe het AD behoort, is formeel: ‘Voor zoiets moet je sowieso onze toestemming vragen, maar er is geen contact met ons gezocht. Dit is een inbreuk tegen het auteursrecht. En zonder bronof naamsvermelding? Dat mag al helemaal niet.’
Portretverhalen Gevraagd naar een reactie schrijft Van Wichelen: ‘De overgrote meerderheid van de auteursinterviews in Boeken Magazine wordt volledig gemaakt en geschreven door onze medewerkers. Indien de betrokken auteur niet beschikbaar is voor een interview, stellen we in uitzonderlijke gevallen een auteursportret samen waarbij we citaten uit eerdere interviews gebruiken mét de correcte bronvermelding. Meestal doen we dit in het kader van portretverhalen over internationale auteurs die voor Boeken Magazine praktisch moeilijk zelf te interviewen zijn. Het is in het verleden inderdaad enkele keren gebeurd dat hierbij de juiste bronnen niet vermeld stonden. We beweren ook nooit dat deze portretverhalen eigen interviews zijn.’
Maar ze worden visueel wel zo gepresenteerd in het blad. ‘We zullen er in de toekomst extra nauwgezet op toezien dat bij inter viewcitaten steeds de juiste bronvermelding gepubliceerd wordt’, schrijft Van Wichelen nog. ‘Het was geenszins onze bedoeling om de rechten van andere media,
Peter Marx journalisten of fotografen te schenden. Of om wie dan ook te misleiden of op bedrieglijke wijze in een negatief of kwaad daglicht te plaatsen.’
Oneerlijke concurrentie Advocaat Peter Marx, gespecialiseerd in auteursrecht, is van mening dat deze bloemlezingen uit oudere interviews problematisch zijn. ‘Citaatrecht is hier niet van toepassing, citeren kan alleen “ten behoeve van kritiek, polemiek of recensie”. Een citaat moet altijd de basis vormen voor een eigen betoog en dat is hier niet het geval. Je moet ook de bron en de auteur vermelden. Ik vind dat de rechten van de uitgevers en de auteurs of journalisten van de oorspronkelijke publicaties geschonden zijn. Je kunt op bepaalde voorwaarden citeren en verwijzen naar bronnen, maar je kunt geen hele vragen of stukken van interviews kopiëren, dat is een inbreuk op het auteursrecht.’
Dat bij veel andere interviews in Boeken Magazine die op dezelfde wijze tot stand komen, onderaan de bronnen wél worden vermeld, doet daar volgens hem niets aan af. ‘Ook dat is niet correct. Bovendien is het oneerlijke concurrentie: door het identiek overnemen van grote delen van interviews kopieert Boeken Magazine de vrucht van creatieve inspanningen die een economische waarde hebben en profiteert Van Wichelen van de kosten die uitgevers en journalisten gemaakt hebben.’
Deontologisch probleem Ook de morele rechten van de oorspronkelijke auteurs zijn geschonden, vindt Marx, omdat hun naam niet vermeld wordt en de antwoorden uit hun context worden getrokken.
En er is tot slot een deontologisch probleem. ‘De richtlijn over het gebruik van archiefteksten in de Code van de Raad voor de Journalistiek luidt: “Archiefmateriaal moet altijd als archiefmateriaal herkenbaar blijven als het gebruik ervan aanleiding kan geven tot misleiding van het publiek”. Als Boeken Magazine de indruk creeert dat ik een origineel interview met een auteur te lezen krijg en dat blijkt niet zo te zijn, dan voel ik me bekocht.’
Dat sommige interviewfragmenten ver teruggaan in de tijd, is volgens Marx een verzwarende omstandigheid: een interview is een momentopname binnen een zekere tijdgeest en een zekere context. Als de boekgegevens van Santa Montefiores jongste boek Naar de overkant onder het interview vermeld staan, krijg je de indruk dat het interview daarop slaat, terwijl de geciteerde fragmenten uit 2013 dateren.’
‘Je kunt geen hele vragen of stukken van interviews kopiëren, dat is een inbreuk op het auteursrecht’
Specialist auteursrecht