Het Spaanse misbruik waarvoor Europa de ogen sluit
QUIM TORRA De Spaanse justitie kent nog steeds weinig genade voor Catalaanse leiders. Pere Jordi Junqué i de Fortuny hekelt de repressie.
Het Spaanse Hooggerechtshof heeft Quim Torra, de regiopresident van Catalonië, vorige week uit zijn ambt gezet (DS 29 september). De laatste vijf jaar heeft de Spaanse justitie drie Catalaanse presidenten vervolgd. Van de laatste twaalf presidenten van Catalonië zijn er tien het slachtoffer van repressie geworden. De Spaanse nationalisten misbruiken de wet voor politieke doeleinden: dat heet lawfare.
Het referendum voor de Catalaanse onafhankelijkheid vond plaats op 1 oktober 2017, intussen drie jaar geleden. De voorstanders hadden dat gewonnen, ondanks de repressie van de Spaanse politie. Op 10 oktober besliste de toenmalige Catalaanse president, Carles Puigdemont, om de onafhankelijkheid niet uit te roepen. Hij wou de onderhandelingen met de Spaanse regering een kans geven. Maar die wenste niet te onderhandelen en kocht tijd om een grootscheepse operatie voor te bereiden om Catalonië in het gareel te houden. Daarop riep het Catalaanse parlement op 27 oktober de onafhankelijkheid uit.
Kort daarna kwam Puigdemont met enkele leden van zijn regering naar België. Via het oneigenlijke gebruik van artikel 155 van de Spaanse grondwet heeft Madrid de verkozen Catalaanse regering daarop afgezet, de Catalaanse instellingen aan banden gelegd, verkiezingen uitgeroepen en de voorstanders van de onafhankelijkheid gedemoniseerd en nagejaagd. Binnen de EU is zoiets zelfs in Hongarije of Polen nog niet gebeurd. Volgens de Catalaanse cultuurbeweging Omnium Cultural zijn al meer dan 2.850 mensen het slachtoffer geworden van Spaanse repressie. De bekendsten zijn de negen Catalaanse leiders die werden vervolgd en gevangenisstraffen tot dertien jaar kregen.
Juridisch monster
Torra was aangesteld als president nadat de Spaanse justitie de aanstelling van drie andere kandidaten had verhinderd. Ze kon Torra niets aanwrijven. Maar vanaf de eerste dag van zijn ambtsperiode zetten de Spaanse media een campagne tegen hem op. Een lawfare-campagne begint vaak met laster, om vervolgens de wet en het rechtssysteem te misbruiken. Daarmee ondermijnt ze de principes van de rechtsstaat, zoals het vermoeden van onschuld en het recht op vrije meningsuiting.
Torra werd uit zijn ambt gezet omdat hij tijdens de Europese verkiezingen weigerde een spandoek te verwijderen van het balkon van de Generalitat. Het spandoek riep op om de veroordeelde politieke gevangenen vrij te laten. De kiescommissie had hem bevolen het te verwijderen, omdat het de neutraliteit van de verkiezingen zou schenden.
Het vonnis van het Spaanse Hooggerechtshof, dat Quim Torra veroordeelde wegens ‘ongehoorzaamheid’, verbijsterde Javier Perez Royo, professor grondwettelijk recht in Sevilla en voormalig lid van het Spaanse Grondwettelijk Hof. Hij noemde het een juridisch monster. Er is geen hiërarchisch verband tussen de kiescommissie en president Torra. Bovendien is de kiescommissie een administratief orgaan dat juridisch niet bevoegd is om haar bevel aan de president af te dwingen. De absurditeit is – volgens Perez Royo – dat Torra schuldig is bevonden aan een misdaad die hij nooit heeft begaan.
Als we toelaten dat dit in Spanje gebeurt, kan het morgen ook hier gebeuren
Torra is tegen zijn afzetting in beroep gegaan bij het Spaanse Grondwettelijk Hof. Ondertussen heeft het Hof laten weten dat het zich over zijn beroep zal uitspreken, maar zijn vraag om tussentijdse rechtsbescherming te krijgen, heeft het afgewezen. Gonzalo Boye, zijn advocaat, zegt dat zijn cliënt naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg zal gaan als hij geen genoegdoening krijgt in Spanje. Eerder stelde hij dat het vonnis in tegenspraak is met uitspraken van een andere afdeling van hetzelfde Hof, hoewel dat het opperste orgaan voor de interpretatie van de kieswet is. Boye vindt dat gevaarlijk: de Spaanse justitie creëert ad hoc nieuwe jurisprudentie. Nu viseert ze de Catalanen, maar ze zou zich ook tegen andere groepen kunnen keren.
Geen ver-van-mijn-bedshow Alleen de Europese justitie biedt soelaas. Puigdemont en de ministers Clara Ponsatí en Antoni Comín, die in ballingschap zijn, konden bijvoorbeeld hun mandaat in het Europees Parlement opnemen. Oriol Junqueras, die in de Spaanse gevangenis zit, kon dat niet doen. Ze zijn nochtans voor dezelfde feiten vervolgd. Als het Spaanse Hof de drie Europese parlementsleden wil vervolgen, zal het de juiste procedures moeten volgen.
In augustus heeft een Belgische rechtbank al beslist dat een andere balling, Lluís Puig, niet kan worden overgeleverd aan Spanje. Het Spaanse gerecht had een Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd tegen de politicus, maar volgens de raadkamer was het Spaanse Tribunal Supremo daar niet voor bevoegd.
De Europese Commissie kijkt de andere kant uit. Alleen de publieke opinie kan haar aansporen om iets te ondernemen. Tenslotte gaat het over de democratie in Europa. Het idee dat dit allemaal een ver-van-mijn-bedshow is, is zelfbedrog. Als we toelaten dat dit in Spanje gebeurt, kan het morgen ook hier gebeuren.