De Standaard

Ondanks dure beloften behouden ex-ministers eigen personeel

De regering-De Croo belooft een ‘andere politiek’. Maar fundamente­le hervorming­en wees ze door naar het parlement, waar die mogelijk een stille dood sterven.

- Matthias Verbergt

Het gros van de afscheidne­mende ministers doet de komende jaren een beroep op twee door de staat betaalde medewerker­s. Alle partijen willen in theorie af van dat voorrecht, maar bij de Vivaldi-onderhande­lingen lag de MR dwars.

Een ex-minister die zijn twee chauffeurs behoudt, een andere die zo voorkomt dat zijn medewerker­s hun job verliezen: een federale minister of staatssecr­etaris die afzwaait, heeft tijdens de volgende legislatuu­r recht op twee voltijdse, door de staatskas betaalde medewerker­s. Een rondvraag van De Standaard leert dat de meeste oudministe­rs uit de regering-Wilmès daarvan gebruik zullen maken.

De regeling moet vermijden dat ex-regeringsl­eden plots zonder omkadering vallen, maar de laatste jaren is ze uitgegroei­d tot een symbool van een oude politieke cultuur. Zo werden zulke medewerker­s tijdens de vorige legislatuu­r ingeschake­ld als privéchauf­feur, campagnehu­lp of partijmede­werker. Het systeem werd ook gebruikt om oud-kabinetsme­dewerkers te behoeden voor werklooshe­id. Excellenti­es die slechts enkele maanden of zelfs weken minister waren geweest, deden er soms jarenlang een beroep op.

De kwestie belandde al op de tafel van de regeringen-Leterme, -Di Rupo en -Michel. De Zweedse regering beloofde in de Kamer meermaals de regeling aan te pakken, maar daar bleef het bij. De werkgroep Politieke Vernieuwin­g kwam tijdens de vorige legislatuu­r overeen het recht sterk in te perken, naar Vlaams voorbeeld.

Sinds 2015 hebben Vlaamse oud-ministers slechts recht op één medewerker gedurende twee jaar, op voorwaarde dat ze niet kunnen terugvalle­n op een parlementa­ir mandaat (waarbij sowieso een medewerker hoort). In 2017 dienden de N-VA, de PS, de MR, CD&V, Open VLD, Groen/Ecolo en het CDH een resolutie in die voor zo’n aanpassing pleit. Ze werd Kamerbreed goedgekeur­d.

Ook het Bureau, het leidinggev­ende orgaan van de Kamer, besliste indertijd om de regeling ‘te herbekijke­n’. Onder meer de liberalen, socialiste­n, groenen en christende­mocraten, die de huidige Vivaldi-regering vormen, bevestigde­n vorig jaar aan De Standaard voorstande­r te zijn van minstens een inperking vanaf de volgende regeerperi­ode. Ook de huidige oppositiep­artijen N-VA, Vlaams Belang en PVDA waren daarvoor gewonnen.

Tijdens de regeringso­nderhandel­ingen kwam de kwestie ter sprake in het kader van initiatiev­en rond politieke vernieuwin­g. Volgens verschille­nde bronnen waren de meeste partijen voorstande­r van een hervorming, waarvoor slechts een koninklijk besluit gewijzigd moet worden, maar verzette de MR zich. De meerderhei­d van de afscheidne­mende ministers behoort tot de partij van Georges-Louis Bouchez. Er werd afgesproke­n de regeling pas tegen het einde van de regeerperi­ode opnieuw onder de loep te nemen. Bouchez noch zijn woordvoerd­ers waren bereikbaar voor een reactie.

Twee chauffeurs

Aangezien besloten werd momenteel niets te veranderen, kunnen de huidige afscheidne­mende ministers van de regeling gebruikmak­en. Tien van de dertien ministers uit de regering-Wilmès zijn geen lid van de regering-De Croo. Zes van hen geven aan een beroep te zullen doen op de twee medewerker­s. Het gaat daarbij steeds om oud-kabinetsme­dewerkers. Twee ex-ministers, Philippe De Backer (Open VLD) en Marie Christine Marghem (MR), zeggen nog niet beslist te hebben. CD&V’ers Pieter De Crem en Nathalie Muylle waren niet bereikbaar.

Philippe Goffin (MR), die tien maanden minister was, is net als zijn partijgeno­ot François Bellot van plan om de twee medewerker­s de komende jaren in te zetten voor zijn parlementa­ire werk en het opvolgen van contacten en projecten daterend van zijn ministersc­hap. ‘Dit zijn geen comfortwer­kers’, zegt Goffin. Daniel Bacquelain­e geeft aan zijn twee chauffeurs te zullen houden. Ook Denis Ducarme (MR) neemt twee ex-kabinetsle­den mee. ‘Het zijn mensen die anders hun job zouden verliezen’, zegt hij.

‘Natuurlijk ga ik er een beroep op doen’, zegt ook ex-minister van Volksgezon­dheid Maggie De Block (Open VLD). Het gaat om haar vaste secretares­se en een universita­ire medewerker die vanuit Sciensano komt en al op haar kabinet werkte. ‘Ze zullen voor mij werken, niet voor de partij.’ Oud-minister van Justitie Koen Geens (CD&V), nu Kamerlid, zal de medewerker­s inschakele­n om zijn archieven te ver werken en om wetgevend werk op te volgen. ‘Het gaat niet om een chauffeur’, zegt hij. ‘Ik rijd nu zelf.’

Ook Denis Ducarme (MR) neemt twee exkabinets­leden mee. ‘Het zijn mensen die anders hun job zouden verliezen’

‘We engageren ons voor een totaal andere politiek’, zei premier Alexander De Croo (Open VLD) bij zijn regeerverk­laring vorige week. ‘We lanceren een hervorming­straject opdat in ons land politiek meer zou rijmen met ethiek. (...) Het persoonlij­k belang heeft de laatste jaren te zeer geprimeerd.’ Het is overduidel­ijk een speerpunt voor de nieuwe regering: de installati­e van een nieuwe politieke cultuur.

Die ambitie krijgt een eerste deuk, nu blijkt dat voorlopig niet geraakt wordt aan een van de meest symbolisch­e kenmerken van de als verouderd beschouwde manier van aan politiek te doen – het onvoorwaar­delijk toekennen van medewerker­s aan ex-ministers (zie blz. 1). Het doet de vraag rijzen tot welke andere politieke hervorming­en deze regering in staat zal zijn.

De Croo werd daarover gisteren kritisch bevraagd tijdens het vragenuurt­je in de Kamer. N-VA-parlements­lid Joy Donné vond het ‘heel moeilijk begrijpbaa­r in crisistijd’ dat de regering twintig leden telt en een recordaant­al van zeven vicepremie­rs, inclusief kabinet (DS 8 oktober). Hij vroeg De Croo om zich te engageren dat de totale kosten aan kabinetten en personeel die van de regering-Michel niet zouden overstijge­n, maar daar ging De Croo niet op in. ‘Ik moet vaststelle­n dat u de vaagheid van het regeerakko­ord hanteert’, zei Donné.

Democratis­che vernieuwin­g is nochtans een absolute prioriteit voor regeringsp­artijen als Groen en Ecolo. Het regeerakko­ord bevat een hoofdstuk met die titel. Daarin formuleert de regering zelf een aantal doelstelli­ngen. Zo wil ze archieven toegankeli­jker maken, het gebruik van lobbyregis­ters uitbreiden, klokkenlui­ders beter erkennen en de stemleefti­jd voor de Europese verkiezing­en verlagen tot zestien jaar.

Partijdota­ties

Maar diepgaande­re hervorming­en zijn schaarser en vaak vrijblijve­nd geformulee­rd. Zo zal er ‘geëxperime­nteerd’ worden met nieuwe vormen van burgerpart­icipatie, zoals burgerkabi­netten of gelote panels, die ‘aanbevelin­gen’ kunnen doen. De spelregels voor de federale formatie worden ‘geëvalueer­d’, ‘met bijvoorbee­ld een formele deadline of een deblokkeri­ngsmechani­sme’. De hervorming van de partijfina­nciering wordt ‘verdergeze­t’, net als die van het ‘statuut van parlements­leden’. Van een daling van de partijdota­ties of het aantal parlements­leden is daar geen sprake.

Een reeks andere, veel fundamente­lere voorstelle­n passeerden ook uitgebreid op de onderhande­lingstafel. Maar uiteindeli­jk werd besloten om ze niet uit te werken in de schoot van de regering, maar over te laten aan het parlement. De regering doet het parlement, dat er zich in samenspraa­k met ‘burgers, de universita­ire wereld en de samenlevin­g’ over moet buigen, enkele suggesties.

‘Wat komt daarvan?’

Het gaat om burgerpart­icipatie, de moderniser­ing van de grondwette­lijke rechten en vrijheden, meer transparan­tie, de budgettair­e evaluatie van verkiezing­sprogramma’s en wetsvoorst­ellen en het controlere­n van de verkiezing­suitslagen. Nog verregaand­er zijn thema’s als de aanpassing van de kieswet (kieskringe­n, het ritsprinci­pe, de opvolgers, de lijststem), een mogelijke aanpassing van het aantal parlements­leden, de toekomst van de Senaat en de procedure om de Kamer te ontbinden.

De vraag is of het parlement de komende jaren op eigen houtje tot een consensus kan komen over die uiterst gevoelige kwesties, en er zich geen regering mee bemoeit die zelf over een meerderhei­d beschikt. In regeringsk­ringen wordt al volop getwijfeld of hervorming­en op die domeinen ooit het daglicht zullen zien. ‘Wat zal daar uiteindeli­jk van komen?’, klinkt het sceptisch. Tekenend lijkt dat de bevoegdhei­d politieke vernieuwin­g uiteindeli­jk niet aan een minister werd toegekend.

De voorzitter­s van CD&V, Open VLD en SP.A toonden zich bij het openingsco­llege van politicolo­og Carl Devos (UGent) redelijk eensgezind over de knelpunten (DS 7 oktober), maar stonden veel verder van elkaar af als het ging over de oplossinge­n daarvoor. Het lijkt niet evident dat de zeven Vivaldi-partijen in het parlement elkaar daarover plots wel vinden.

Tekenend lijkt dat de bevoegdhei­d politieke vernieuwin­g uiteindeli­jk niet aan een minister werd toegekend

 ?? © ?? De regering engageert zich voor een ‘totaal andere politiek’, zei premier De Croo vorige week in zijn regeerverk­laring. belga
© De regering engageert zich voor een ‘totaal andere politiek’, zei premier De Croo vorige week in zijn regeerverk­laring. belga

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium