Het parfum van de macht
Nauwelijks een week geleden bezwoer de regering-De Croo dat zij het vertrouwen van de burger zal terugwinnen met een nieuwe, nederige stijl van politiek. Zo kan het niet verder, erkenden de premier en zijn zeven vicepremiers, nie wieder afbraakpolitiek, 500 dagen formatie, en een partijstrijd die niet het algemeen belang centraal stelt. Politieke en institutionele vernieuwing wordt een belangrijke werf. De democratie moet gemoderniseerd, de staatsstructuur hervormd, de burgerparticipatie gestimuleerd, de desinformatie gecounterd. Over de politieke partijen zelf, hoe ze zich in de macht nestelen en zich de overheid toe-eigenen om zichzelf in stand te houden, staat in het regeerakkoord één zin: de al besliste hervorming van de partijfinanciering wordt onverminderd voortgezet.
Dat blijkt, nu al, niet meer echt waar. Een van de vele bronnen waaraan partijen zich laven, blijft stromen. De regeringspartijen blijven zichzelf bedienen van het voorrecht om hun ontslagnemende ministers de komende regeerperiode elk twee medewerkers toe te kennen. De hulpjes werken als chauffeur, klusjesman of medewerker voor de partij, betaald door de belastingbetaler. Allemaal hadden de partijen gezworen dat ze die gunst willen inperken of afschaffen. De consternatie over hun woordbreuk vergroot, omdat de regering-Wilmès slechts een restregering was en sommige ministers vervangers van vervangers waren. Maar de wet bedient iedereen gelijk. Vooral de MR stuurde erop aan, de partij voelde te veel hartzeer bij het ontslag van haar talrijke kabinetsleden. Ze kan er nu een dozijn van in dienst houden, als hofhouding van de partij en pleister op de gekrenkte trots van ex-ministers.
Deze kwaal vloeit dus voort uit die andere ziekte van de Belgische particratie die de regering-De Croo evenmin behandelt. De ministeriële kabinetten worden volop bemand, zeven dubbele kabinetten voor de zeven vicepremiers, een leger partijgetrouwen dat onder de vorige regering-Michel aanzwol tot een politieke administratie van 650 man. Deze regering zal dat aantal overtreffen. Is de Belgische ambtenarij dan zo zwak, incompetent of politiek onbetrouwbaar? Eurocommissarissen krijgen zes kabinetsleden.
Een week na de eedaflegging heerst tussen de partijen nog altijd vrede. Het politieke gevecht woedt binnen de partijen. Niet zozeer omdat de basis verdeeld is, zoals gevreesd bij CD&V of Open VLD. Het parfum van macht trok de dissidenten over de streep. Wel omdat de te verdelen koek te klein is voor een te grote groep gegadigden, zoals bij Groen en MR. Voorzitters die niet onder curatele willen komen, weten wat hen te doen staat. Van die beloofde politieke vernieuwing komt niets in huis.
Is de Belgische ambtenarij dan zo zwak, incompetent of politiek onbetrouwbaar?