Plaza de Toros
CALLE ALCALÁ 237
De beroemdste stierenvechtersarena ter wereld zit al maanden op slot. Maar als José Prados Martín zich meldt, gaat de poort van Las Ventas snel open. In de lege arena met 22.000 zitplaatsen komen voor ‘El Fundi’, zoals hij tot zijn afscheid in 2012 werd genoemd, de herinneringen vanzelf naar boven. ‘Stierenvechten vraagt heel veel’, vertelt Prados Martín met weemoed in zijn stem. ‘Niets kan dat gevoel vervangen.’
Nog voordat de arena’s in Spanje opengingen, maakte covid-19 een einde aan het stierenvechtersseizoen. ‘Een drama’, verzucht Prados Martín, voorzitter van een vereniging die de belangen van toreros behartigt. Hij verafschuwt de uiterst linkse regeringspartij Podemos, die niets van stierenvechten moet hebben. ‘Die willen ons het liefst vertrappen’, zegt Prados Martín terwijl hij met zijn voet door het zand gaat. Terwijl de stierenvechtersindustrie volgens hem goed is voor 45.000 directe en 200.000 indirect arbeidsplaatsen.
Prados Martín verdiende ooit goed geld, maar volgens hem zijn veel stierenvechters nu veroordeeld tot de voedselbank. ‘Sinds oktober vorig jaar is er praktisch geen corrida meer geweest, maar steun blijft uit’, zegt El Fundi. ‘Hebben wij minder recht op hulp dan zangers, acteurs of theatermakers?’
Die houding tegenover dit nationale erfgoed zegt volgens Prados Martín iets over de maatschappij. ‘De dood is taboe. De slachtoffers van corona zijn buiten het zicht van iedereen ergens weggestopt’, zegt hij. ‘Natuurlijk is stierenvechten wreed en hard. Maar het is ook puur. Het gaat om leven en dood. Het kan ineens voorbij zijn. Dat moeten we blijven beseffen. Alleen dan kunnen we ons bestaan vieren.’