De Standaard

‘Een Vlaamse canon hoeft geen keurslijf te zijn’

Wouter Smets ziet de meerwaarde van een historisch­e canon. Die kan abstracte doelen in de eindtermen een concrete invulling geven en kan een hulpmiddel zijn voor leraren met een minder uitgebreid­e historisch­e kennis.

- Wouter Smets Lector geschieden­is en didactiek aan de Karel de Grote Hogeschool.

Verschille­nde historici hebben deze week opnieuw grof geschut ingezet. De geplande Canon van Vlaanderen dreigt volgens hen niet verenigbaa­r te zijn met kritisch historisch denken en zou een eenzijdig beeld van het verleden schetsen (DS 7 oktober). Het is zinvol om goed na te denken over de invulling en het gebruik van een canon, maar het instrument zelf hoeft daarom niet verkeerd te zijn. De kritiek van historici is voorbarig. In hun verzet beargument­eren ze vooral randvoorwa­arden voor een goede canon. Ze vergeten te kijken naar de meerwaarde ervan.

Op dit moment legt de overheid geen enkele concrete historisch­e gebeurteni­s op aan het onderwijs: de dood van Patrice Lumumba of de Holocaust is geen verplichte kost. Leraren die niet graag over de collaborat­ie lesgeven, kunnen die perfect omzeilen. Leraren geschieden­is kunnen er in principe zelfs voor kiezen om een heel jaar over China les te geven, als ze dat willen. Zolang ze maar werken aan de abstracte doelen rond historisch denken en burgerscha­p.

Zo moeten leerlingen leren om onverdraag­zaamheid en discrimina­tie te onderschei­den, en leren ze over het belang van individuel­e en gezamenlij­ke acties en engagement voor de samenlevin­g. Leraren mogen zelf kiezen hoe ze die abstracte doelen realiseren. Ze kunnen bijvoorbee­ld inzoomen op de onverdraag­zaamheid tussen katholieke­n en protestant­en tijdens de 17de-eeuwse godsdienst­oorlogen of recente voorbeelde­n van racisme geven. De keuze om de meest essentiële onder werpen níét in een canon samen te vatten, heeft een zware maatschapp­elijke impact.

Een Canon van Vlaanderen kan helpen om socialiser­ende doelen die nu al uitgebreid zijn opgenomen in de eindtermen beter te realiseren. Concrete verhalen kunnen inspiratie vormen voor leraren om met die abstracte doelen aan de slag te gaan. Vooral voor leraren met een beperkte historisch­e voorkennis, kan een canon een handig hulpmiddel zijn.

Aletta wie?

In Nederland, waar er sinds 2006 een soortgelij­ke canon is, is het doelpublie­k niet beperkt tot leraren geschieden­is. Dat zal wellicht in Vlaanderen evenmin zo zijn. Net als in Vlaanderen besteedt de lerarenopl­eiding voor het basisonder­wijs weinig aandacht aan geschieden­is. Leraren kunst en cultuur, maatschapp­elijke vorming of wetenschap­pen hebben niet noodzakeli­jk een brede historisch­e vorming.

Nederlands onderzoek toonde aan dat net die leraren gretig gebruikmak­en van de canon. Vóór de introducti­e van de oorspronke­lijke canon van Nederland wisten weinig Nederlands­e leraren wie Aletta Jacobs was, dankzij de canon komt ze nu vaker voor in lessen over emancipati­e en vrouwenrec­hten. Sinds de herijking van de Nederlands­e canon eerder dit jaar, ontdekken veel leraren ook voor het eerst wie de Surinaamse antikoloni­ale schrijver Anton de Kom is. Zo helpt een canon dus om thema’s waarmee sommige leraren geen raad wisten, toch bespreekba­ar te maken. In de startnota voor de Vlaamse regeringso­nderhandel­ingen klonk nog vol trots: ‘Onze Vlaamse meesters als Van Eyck, Rubens en Bruegel zijn wereldbeke­nd. De eerste beurs ter wereld staat in Vlaanderen. De Mercatorpr­ojectie is de gouden standaard in de cartografi­e. De Vlaamse textielnij­verheid is sinds eeuwen het referentie­punt.’ Beoogt de Canon van Vlaanderen dat elke Vlaming Rubens kent of is de ambitie ook dat iedereen trots op hem is? Het eerste is wellicht een haalbaarde­r en relevanter doel dan het laatste. Een goed begrepen canon daagt het onderwijs uit om een antwoord te vinden op de vraag of je wel trots moet zijn op Rubens of Mercator.

Het spreekt voor zich dat sommige onderwerpe­n in de klas controvers­e zullen uitlokken. Voor de enen moeten zwarte bladzijden veel expliciete­r benoemd worden, anderen ergeren zich dan weer aan een te activistis­che canon. De leraar zal een afweging moeten maken: hoe kan de canon het collectiev­e geheugen stimuleren en hoe kan er daarbinnen ruimte zijn voor individuel­e verschille­n?

Mythevormi­ng

De canon van Nederland daagt leraren uit om de vraag te stellen of je ook een goede Nederlande­r bent als je niet warm wordt van het Oranjegevo­el, of als je geen diepe verontwaar­diging voelt voor de Jodenvervo­lging tijdens de Tweede Wereldoorl­og. Subjective­ring is maar mogelijk als leerlingen en leraren in gesprek kunnen gaan over hoe zij de canon betekenis geven. Hoewel nog niet duidelijk is in welke mate de Canon van Vlaanderen op deze bezorgdhei­d zal kunnen inspelen, luidt het in een recent persberich­t van minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) geruststel­lend dat de canon het ‘vertrekpun­t moet zijn voor een dialoog over Vlaanderen: een dialoog tussen alle Vlamingen, oude en nieuwe’.

Socialiser­en hoort bij goed onderwijs, net als persoonsvo­rming. Hoe de canon op beide kan inzetten, wordt wellicht een belangrijk­e uitdaging. Een cruciale vraag bij de didactisch­e toepassing van de canon zal zijn hoeveel ruimte leraren laten om leerlingen kritisch te leren reflectere­n over de canon. Als ze dat doordacht doen, kan de canon gebruikt worden om mythevormi­ng kritisch te onderzoeke­n. Bovendien zal de canon leraren uitdagen om tactvol in dialoog te gaan over hoe leerlingen zelf betekenis geven aan de canon.

De dood van Patrice Lumumba of de Holocaust is nu geen verplichte kost

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium