‘Ik kon geen filmmaker zijn voor een breed publiek’ EXPO
Met een mini-expo van vier gerestaureerde ‘peeping boxes’ en hernemingen van zijn films brengt Cinematek filmmaker Eric de Kuyper (78) opnieuw onder de aandacht. ‘Ik heb genoeg erkenning gehad.’
‘Wees niet bang om in slaap te vallen.’ Eric de Kuyper stelde zich in 1981 vergevingsgezind op toen hij zijn debuutfilm Casta diva voorstelde op het festival van Salsomaggiore. ‘Als je wakker schiet, zal je iets prachtigs zien en je afvragen wat je hebt gemist.’
In het werk van De Kuyper heeft kijken steeds een belangrijke rol gespeeld. Even wegkijken maakte daar altijd al gewoon deel van uit. Dat geldt ook voor de ‘peeping boxes’ die nu in Cinematek opgesteld staan. In 1993 trad hij er voor het eerst mee naar buiten, toen Antwerpen culturele hoofdstad van Europa was.
De handgemaakte kijkdozen meten 80 bij 80 centimeter en zijn een halve meter hoog. Binnenin zijn het mini-universa met een eigen sfeer. De ene verbeeldt een theater, een andere het interieur van een zwembad, nog een andere een wunderkammer. Telkens zijn er op een schermpje beelden te zien, van homevideo’s of een compilatie van zijn langspeelfilm Pink Ulysses tot fragmenten van zwemcompetities.
Vermits het ‘peeping boxes’ zijn, gaat er meteen iets voyeuristisch van uit. De aard van de beelden versterkt dat gevoel: homo-erotische fragmenten van atletische mannenlichamen en pornografisch naakt. ‘Harde porno in een zoetige kijkkast’, kopte een krant toen. Dat moet nogal stof hebben doen opwaaien?
De kunstenaar schudt nadenkend het hoofd, op een dubbele anderhalve meter afstand in zijn woning in Brussel. ‘Integendeel, ik denk dat men toen doorgaans veel toleranter was dan nu.’ Zelf is hij best opgetogen over de aandacht die ze nu opnieuw krijgen. ‘Een jaar geleden ben ik teruggekeerd naar Brussel nadat ik twintig jaar in Duitsland had gewoond. Ik wist niet meteen waar ik met de boxen naartoe moest.’
Tot hij Muhka-directeur Bart de Baere tegen het lijf liep, die ze wel in de collectie van het museum wilde. Het was tijdens een gastcollege aan het Kask in Gent dat ze onder de aandacht kwamen van Zuzanna Rachowska, die als jonge curator haar schouders onder de expo zette.
Het zou begrijpelijk zijn als De Kuyper zich de laatste jaren wat vergeten voelde, maar dat blijkt geenszins het geval. ‘Ik heb genoeg erkenning gehad, ook met de kijkdozen. Dat een deel van mijn werk weer onder de aandacht komt, is evenmin nieuw. Ik heb zoveel dingen gedaan.’
Als prille twintiger begon hij zijn carrière bij de toenmalige BRT als producer. Later doctoreerde hij in Parijs en doceerde hij in Nijmegen. In de jaren 80 maakte hij experimentele films als Naughty boys en Pink
Ulysses. Hij schreef een reeks autobiografische romans en was in de eerste helft van de jaren 90 directeur van het filmmuseum in Amsterdam. Maar De Kuyper deed ook aan filmkritiek, maakte theater, dans en wat niet nog meer. ‘Chantal Akerman en Anne Teresa De Keersmaeker deden altijd maar voort en voort. Het soort ambitie dat ik bij hen zag, had ik niet. Als er bij mij routine in kwam, dan hield ik ermee op.’
Met zijn films daagde hij destijds de geldende normen uit: ze waren voyeuristisch en fragmentair, zelfs als er schijnbaar een duidelijk narratief was. Kitscherig en intellectualistisch, het typeert zijn oeuvre, net als zijn voorliefde voor oude Hollywoodfilms. ‘De emancipatie van het mannelijk lichaamsbeeld, daar draaide het om.’
Van de Vereniging van de Vlaamse Filmpers kreeg hij pas de Gulden Mira, een carrièreprijs die vorig jaar nog naar Stijn Coninx ging. ‘Ik kon geen filmmaker voor een breed publiek zijn, daar had ik niet het juiste talent voor. Wel wilde ik dat iedereen mijn films kon bekijken. Vaak werd ik in de niche geduwd van de gay & lesbian filmfestivals, maar dat was niet de juiste plek voor mijn films, hoe homoseksueel ze ook waren. De toeschouwers dachten er net zo over. Is het dat maar, klonk het al eens.’
Op alle vlakken heeft hij meer kunnen realiseren in Nederland dan in België. ‘Vaak omdat de tijdgeest er hier niet klaar voor was. Maar ik voel geen rancune. Ik bekijk het zo: ze hebben hun kans gemist.’
‘Hoe homoseksueel mijn films ook waren, ze hoorden niet op gay & lesbian filmfestivals’