Anderlecht moet aandeelhouders op één lijn krijgen op financieel slagveld
Anderlecht duikt opnieuw 36 miljoen euro in het rood, tot ongenoegen van de kleine aandeelhouders. Het bestuur trekt dit niet recht door zijn herstelplan rigoureus uit te voeren.
Stel u even voor. Vorig jaar gaf u 100.000 euro aan een aannemer om een bouw vallig huis op te knappen. Een jaar later vraagt diezelfde aannemer u om nog eens 100.000 euro te investeren, want het huis staat op instorten. Zou u dat doen?
Dat is ruw geschetst de houding van de kleine aandeelhouders van Anderlecht: Alexandre Van Damme, Etienne Davignon, Johan Beerlandt, Michael Verschueren, Jo Van Biesbroeck en dochters Vanden Stock. Vorig jaar vroeg ex-voorzitter Marc Coucke hen al om mee te doen met een kapitaalsverhoging van zo’n 30 miljoen om RSCA meer ademruimte te geven. Het gros hapte toe, maar sommigen vragen zich nu af waarvoor dat geld diende. De mislukte Samir Nasri kreeg een contract van meer dan 2 miljoen, het ontslag van de overbodige Zetterberg kostte handenvol geld. Anderlecht eindigde pas achtste en de financiële situatie is nog precairder.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Daarom stapte Johan Beerlandt, ceo van bouwbedrijf Besix, uit de raad van bestuur. Hij raakte misnoegd toen Coucke onlangs opnieuw kwam vragen om een kapitaalsverhoging van 30 miljoen. Dat kan omdat de Financial Fair Playregels zijn versoepeld door de coronacrisis. ‘Maar wij willen niet opdraaien voor dit wanbeleid, voor die onemanshow’, reageerde Beerlandt.
Logisch, maar tegelijk ook weer niet. Tot vorig seizoen werd Coucke bijgestaan door Michael Verschueren (sportief) en Jo Van Biesbroeck (financieel). Net zij maken nu deel uit van die minderheidsparticipanten met 26 procent. Van Biesbroeck mengde zich weliswaar niet in de sportieve debatten, maar hij ondertekende wel mee voor iedere transfer en de financiële afhandelingen daarvan. Verschueren deed alle onderhandelingen en ging onder meer mee in het opbod om Sambi Lokonga een gigantisch contract te geven. Zij hadden toen al vaker neen kunnen zeggen tegen Coucke.
De malaise is dus een gedeelde verantwoordelijkheid. Het nieuwe management, met voorzitter Wouter Vandenhaute, ceo Karel Van Eetvelt en sportmanager Peter Verbeke,
moet vooral proberen om iedereen weer op één lijn te krijgen. Daarom is het een goede zaak dat Coucke in de schaduw verdween. De zakenman laat zijn investering natuurlijk niet los, maar hij stuurt de dagelijkse werking niet meer. Het kostte even tijd om zich terug te trekken, maar alles bij RSCA wordt nu wel gefilterd.
Herstelplan
Dat was een eerste stap om het vertrouwen te herstellen, maar er is meer nodig. Om de minderheidsparticipanten tot een extra kapitaalsverhoging te bewegen, moet de nieuwe directie blijk geven van een uitgekiend beleid. Het herstelplan, met minder transferuitgaven, makelaarskosten en vaste loonbarema’s, is alvast ingezet. Als het nu ook (een beetje) sportief succes oplevert, is nog niet alle hoop vervlogen. Het management noemde de raad van bestuur van donderdag – ondanks het ontslag van Beerlandt – alvast ‘constructief’.
Geen enkele aandeelhouder heeft er baat bij dat de aandelen nog verder kelderen of wil nu verkopen. Misschien kan het krakkemikkige Anderlecht met een goeie aannemer en enkele degelijke hoekstenen toch weer een mooie villa worden waar de fans zich thuisvoelen.
Het is het een goede zaak dat Marc Coucke in de schaduw verdween. Alles bij RSCA wordt nu wel gefilterd