De coronacijfers stijgen, maar de foor gaat door
Haast nergens ter wereld lopen de coronacijfers zo uit de hand als in België. Toch houden veel steden vast aan de winterfoor. ‘Je moet de mensen iets geven.’
In Oostende ging vrijdag de jaarlijkse Oktoberfoor van start. Tot 8 november kunnen bezoekers er genieten van smoutebollen en attracties – met mondmaskers, afstandsregels en liters handgel. Stewards leiden bezoekers langs circulatieplannen. De attracties zijn verspreid over vijf pleinen, waar maximum 400 mensen tegelijk welkom zijn. Koppen lopen is dat niet, al vinden de stewards dat er op het openingsweekend ‘vrij veel volk’ op de been was.
De vraag of de kermis mag doorgaan, plaatst lokale besturen voor dilemma’s. In Brussel werd de Zuidfoor te elfder ure afgelast. Ook de grote foor in Luik gaat deze week niet door. In Leuven en Hasselt kon het wel. En als het van het Antwerpse stadsbestuur afhangt, gaat ook de Winterfoor op Spoor Oost gewoon door (zie inzet). In juli besliste de stad de Sinksenfoor, waar ruim 700.000 bezoekers op afkomen, te ver vangen door een wintereditie. Die begint op 21 november.
‘We zijn volop aan het plannen’, zegt de bevoegde schepen Peter Wouters (N-VA). Er mogen maximaal 2.000 bezoekers tegelijk op de site. Alles moet conform de coronaregels. Alleen als de federale overheid beslist dat het niet mag, zullen we de kermis met veel tegenzin afblazen.’
Vijf man en een paardenmolen
Is het wel een goed idee, een massaevent organiseren terwijl de epidemie aanwakkert? ‘We gaan met niemands gezondheid spelen’, zegt Wouters. ‘Maar ik heb nog geen enkele viroloog horen zeggen dat het niet mag. We hebben nog zes weken, hopelijk zijn de cijfers tegen dan weer wat beter.’
Voor Jan Stroobants, hoofd van de spoeddienst van het Antwerpse ZNA Middelheim, is het nochtans duidelijk: ‘Medisch gezien is dit een no-go. In deze omstandigheden moet je concentraties van mensen vermijden. Op een kermis is samentroepen onvermijdelijk, tenzij je zegt dat er maar vijf man rond een paardenmolen mag staan. Dat lijkt me niet realistisch.’
Hij begrijpt hoe moeilijk dit is voor een stadsbestuur. ‘Iedereen is het zo beu als koude pap. Foorkramers en horeca zien zwarte sneeuw, de mensen snakken naar iets om naar uit te kijken. Maar we moeten ook de realiteit onder ogen zien.’
‘We hebben de afweging tussen veiligheid en vertier weloverwogen gemaakt’, zegt Margot Neyskens, kabinetchef van de Oostendse burgemeester Bart Tommelein (Open VLD). ‘Als mensen met duizenden naar het voetbal mogen, of met tweehonderd naar het theater, waarom zou de kermis in de openlucht dan niet kunnen? De politie stelt vast dat de mensen zich goed aan de regels houden. Alle attracties worden voortdurend ontsmet. We volgen de situatie van nabij op, en sturen bij als dat nodig is.’
‘Je moet de mensen iets geven’, zegt Neyskens. ‘Anders zoeken ze een andere uitlaatklep. Zeker jongeren hebben nood aan plezier. Het lijkt me veiliger hen dat te bieden op een manier die we kunnen controleren, dan dat ze ergens in een kleine ruimte met twintig bij elkaar gaan zitten.’
‘Het lijkt me veiliger jongeren een uitlaatklep te bieden op een manier die we kunnen controleren’
Margot Neyskens
Kabinetchef Oostends burgemeester Bart Tommelein
Winterslaap
Ook Antwerps gouverneur Cathy Berx volgt die redenering. ‘We kunnen niet verwachten dat iedereen een jaar in winterslaap gaat. Als je de maatregelen strikt toepast en teams inzet die alles controleren, kun je een kermis veilig organiseren, zoals ook de recreatieparken dat doen. Het is misschien wel veiliger dan shoppen op de Meir.’
Maar welk figuur slaan we als land dat de internationale coronastatistieken aanvoert, en toch de mensen massaal naar de kermis laat gaan? ‘Het is een heel lastige afweging’, geeft Berx toe. ‘Ik zie ook de druk toenemen in de ziekenhuizen. Voor mij blijft dat de belangrijkste toetssteen: de scholen en de bedrijven moeten kunnen openblijven, en de druk op de zorg- en veiligheidsdiensten mag niet te groot worden. Als dat toch gebeurt, moeten we ingrijpen.’