Noodgedwongen of nodeloos in lockdown?
Waar ligt de grens tussen koelbloedigheid en roekeloosheid? Het eerste wapenfeit van de regering-De Croo was een kordate en duidelijke verstrenging van de coronamaatregelen. Die werd vorige dinsdag aangekondigd en ging vrijdagnacht in. Tot 9 november moeten cafés om 23 uur sluiten, worden de persoonlijke bubbels beperkt tot vier en mag een huishouden maximaal vier mensen uitnodigen, mits het daarbij de afstandsregels respecteert. De experts waren tevreden. Als iedereen zich voortaan aan de regels zou houden, zouden we de pandemie weer onder controle krijgen.
Alleen duurt het minstens veertien dagen voor het effect van die verstrenging in de curve zichtbaar wordt. Ondertussen schieten de cijfers ‘angstwekkend’ verder de hoogte in, moeten de ziekenhuizen overschakelen naar fase 1A en voorspelt Sciensano een hallucinante 10.000 besmettingen per dag. Moet het dan verbazen dat lokale besturen nu al strengere maatregelen aankondigen, zoals een vroeger sluitingsuur voor restaurants in Leuven of code oranje in de Vilvoordse basisscholen?
Toch moeten we ons hoeden voor een nieuw opbod aan verstrengingen. Want dat is het duivelse dilemma waar dit virus ons voor plaatst. Gaan we er te soepel mee om, dan eindigen we noodgedwongen in een nieuwe lockdown. Gaan we er te angstig mee om, dan eindigen we nodeloos in een lockdown.
Alweer klinkt nu de roep om de scholen te sluiten, of in halftijds regime te laten functioneren. Maar laten we het doel helder houden. Er is amper bewijs dat scholen de motor van de epidemie zijn. Wel is onomstotelijk aangetoond dat het sluiten van de scholen tot zorgwekkende leerachterstand leidt. Daarom mag het schoolregime niet als middel dienen om de pandemie onder controle te houden. Het indijken van het coronavirus moet het middel zijn om de scholen open te houden.
De Nederlandse premier Mark Rutte gebruikte het beeld van ‘pompend remmen’ om met covid-19 te leven: versoepelen waar kan, verstrengen wanneer het moet. Alleen is dit virus zo woest en onvoorspelbaar dat zelfs massaal testen en een, althans in Vlaanderen, ondertussen vrij performant contactonderzoek niet kunnen beletten dat het bij het minste verlies van discipline weer met alle kracht doorheen de volledige bevolking raast. Dat is een deprimerend vooruitzicht, wetende dat een vaccin ten vroegste in het voorjaar, maar waarschijnlijker pas tegen het einde van 2021 beschikbaar zal zijn. Reden te meer om er alles aan te doen om voor onze jongeren de scholen niet te moeten sluiten. Desnoods een avondklok.
Het controleren van de epidemie moet het middel zijn om de scholen open te houden. Niet omgekeerd