Wandelen op papier
In de middelbare school stonden mijn cursussen er vol mee: spiralen, geometrische figuren, rare poppetjes, bloemen, wolken, bomen, vogels. Lelijke uilskuikens met bolle ogen waren mijn specialiteit. Hoe meer droedels in de marge, hoe saaier de les, of de leraar, of allebei. Je kunt dat ook positief bekijken: die saaiheid bood ruimte voor wat creatieve expressie (maar dat zagen die leraren wellicht niet zo). Meestal kwam ik er ongemerkt mee weg, soms kwamen er opmerkingen of gedragsnota’s. Wat jammer dat ik toen geen populariserende psychologie achter de kiezen had, dan had ik kunnen zeggen dat droedelen geen uiting is van verstrooidheid. Integendeel: gedachteloos tekeningetjes maken in de marge zonder te weten waar je pen je naartoe zal brengen, is volgens sommige onderzoekers net bevorderlijk voor de concentratie. In een experiment uit 2009 vroeg de Britse psychologe Jackie Andrade veertig proefpersonen te luisteren naar een monotoon telefoontje waarin werd gemeld wie er allemaal naar een feest zou komen en wie niet. De helft van de proefkonijnen kreeg pen en papier in handen gedrukt met figuurtjes die ze mochten schaduwen.
U raadt het al: de droedelende groep kon zich achteraf 29 procent meer informatie herinneren dan de groep die gewoon notities nam. Luisteren en droedelen gaan dus uitstekend samen, hoewel een droedelende mens misschien een afwezige indruk maakt. Hoe komt dat? Andrade vermoedde dat gedachteloze tekeningetjes die niet erg veel vragen van het brein wél voorkomen dat je geest afdwaalt en je begint te dagdromen: wat zullen we eten vanavond en wat ga ik dit weekend eens doen? Volgens de Amerikaanse filosoof Jesse Prinz verhindert droedelen ook dat je al te diep begint na te denken over wat je hoort, het houdt je in een staat van ‘zuiver luisteren’: net niet te veel, net niet te weinig. Het werkt een beetje als wandelen, maar dan op papier. Het kan ertoe leiden dat je een creatieve oplossing vindt voor een probleem, ook al denk je daar al droedelend niet bewust over na.
Niets dan voordelen, dus. Hoog tijd dat we met zijn allen aan het droedelen slaan. Hoe meer uilskuikens, hoe meer vreugd.
Droedelen is geen uiting van verstrooidheid, integendeel