Coronacrisis alleen zal het klimaat niet redden
De CO2-uitstoot is dit jaar wereldwijd met 7 procent teruggevallen. Is dat een serieuze eerste stap in de strijd tegen de klimaatopwarming? Het Internationaal Energieagentschap plaatst er in zijn jongste Energy Outlook grote vraagtekens bij.
1. Olie is nog niet passé
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwacht, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Britse oliereus BP, niet dat het tijdperk van de wereldwijde groei van de vraag naar olie ten laatste in 2025 definitief verleden tijd is. BP sloot onlangs zelfs niet uit dat het olieverbruik al vorig jaar finaal heeft gepiekt.
Het Energy Outlook-rapport verwacht dat pas na 2030 een punt wordt gezet achter de voortdurende groei van de vraag naar olie. De topman van de IEA, Fatih Birol, gaat ervan uit dat een snelle terugval er alleen zal komen als er een grote verschuiving in het overheidsbeleid wereldwijd komt.
Gebaseerd op het huidige beleid zal het olieverbruik snel weer
toenemen door een economische opleving na het wegebben van de pandemie, zegt Birol. Daarbij zal de daling van het verbruik met 8 procent in 2020 volledig uitgegomd worden. Al is het wel zo dat de impact op de olieconsumptie groter kan zijn hoe langer de pandemie duurt. Als thuiswerk en minder vliegen ingeburgerd raken, zal dat structureel resulteren in een lager olieverbruik.
Tegelijk leidt de pandemie tot enkele disrupties die het olieverbruik blijvend in de hand kunnen werken, zoals de terugval van het openbaar vervoer, de populariteit van de SUV en de dalende verkoop van nieuwe, meer energiezuinige auto’s.
2. Einde in zicht voor steenkool
De coronapandemie heeft verstrekkende gevolgen voor de toekomst van steenkool. Het IEA veronderstelt dat de vraag naar kolen nooit meer zal terugkeren naar het peil van voor de coronacrisis. Integendeel: het verwacht de komende decennia een voortdurende terugval van het aandeel steenkool in het energieverbruik, zelfs wanneer de overheden wereldwijd geen enkele bijkomende
maatregelen treffen om het steenkoolverbruik te ontmoedigen.
Het rapport verwacht dat in 2025 de capaciteit van de kolengestookte elektriciteitscentrales 132 procent onder het peil van 2019 zal uitkomen. Dat komt vooral door het opdoeken van kolencentrales in de VS en in Europa. In Azië zullen er wel nog kolencentrales bijkomen, maar dat zal niet volstaan om de teloorgang van steenkool als energiebron te stoppen. Het IEA gaat uit van een terugval van het aandeel kolen in de elektriciteitsproductie van 37 procent vorig jaar tot maar 28 procent in 2030 (bij een huidig beleid) of amper 15 procent (als overheden bijkomende maatregelen nemen).
3. De nieuwe zonnekoning
Zonne-energie zal volgens het IEA de komende jaren snel zeer belangrijk worden in de wereldwijde elektriciteitsvoorziening. In het rapport wordt zonne-energie bestempeld als de nieuwe koning van de elektriciteitsmarkt. Met de huidige plannen die overheden overal ter wereld hebben, zal de zonne-energiecapaciteit vanaf
2022 ongebreideld groeien. De records zullen jaar na jaar sneuvelen, luidt het. Dat komt omdat het bouwen van een fotovoltaïsche installatie in de meeste landen nu al goedkoper is dan de bouw van een nieuwe kolen- of gasgestookte centrale.
Daarbij komt nog dat zonneenergie de grenzen aan het verleggen is op het vlak van kostprijs per kilowattuur. De elektriciteit van sommige zonneprojecten is zeer goedkoop.
Het zal er volgens het Internationaal Energieagentschap mee toe leiden dat hernieuwbare energie 80 procent van de groei van de stroomproductie tot 2030 zal dekken.
4. De weerbots van de pandemie
De terugval van de energie-investeringen met 18 procent verontrust de IEA. Zo heeft die ten zuiden van de Sahara een eind gemaakt aan de jarenlange daling van het aantal mensen dat geen toegang tot elektriciteit heeft.
Verder lijken de lagere energieprijzen sinds de uitbraak van de
coronacrisis een goede zaak voor de consument. De IEA schat dat de gezinnen dit jaar 1.300 miljard dollar minder moeten uitgeven voor hun energieverbruik. Tegelijk maken de lagere energieprijzen dat de terugverdientijd van investeringen in energie-efficiëntie langer wordt, met als gevolg dat het investeringsritme volgens het IEA zal terugvallen.
Ten slotte riskeert de pandemie een zware impact te hebben op de werkgelegenheid in de hele energiesector. Het Energy Outlook 2020-rapport schat dat zes miljoen banen in het gedrang kunnen komen.