De Standaard

De winnaar is vervloekt (maar niet als hij een Nobelprijs wint)

Is het een zegen dat bieders niet weten wat iets echt waard is, en dus mogelijk te veel betalen? Nee, bewezen de nieuwe Nobelprijs­winnaars economie: de onzekerhei­d leidt net tot lagere biedingen.

- ©

Eenmaal, andermaal, verkocht. U hebt net een veiling gewonnen? Gecondolee­rd, want u bent waarschijn­lijk de grootste verliezer. Diegene met het hoogste bod is namelijk diegene die de waarde van het verkochte goed het meest overschatt­e, of dus diegene die bereid was om (veel) te veel te betalen.

Voor de verkoper lijken dergelijke overdreven biedingen een geschenk uit de hemel, zou u denken. Maar dat is niet het geval, toont het werk van de Amerikanen Robert Wilson en Paul Milgrom aan. Want mensen kunnen dan al zotte biedingen doen, zot zijn ze niet – toch niet in de denkwereld van economen, waarbij elke homo economicus zich rationeel gedraagt.

Omdat de homo economicus de ‘vloek van het winnende bod’ (‘the winner’s curse’) vreest, verlaagt hij zijn bod. Hoe meer onzekerhei­d over de waarde, hoe lager het bod. Gek genoeg kan een veilingmee­ster de opbrengste­n dus verhogen door extreme overwaarde­ringen te vermijden. Het delen van expertenra­pporten en extra informatie verkleint immers ook de onzekerhei­d. Dat geldt ook voor asymmetris­che informatie: als de ene bieder meer weet, dan wordt de andere afgeschrik­t. Dat informatie­voordeel wegwerken levert meer inkomsten op.

Toen Robert Wilson en later zijn doctoraats­student Paul Milgrom vanaf de jaren 60 de veilingthe­orie ontwikkeld­en, bestonden veilingen natuurlijk al lang: 2.500 jaar geleden werden al vrouwen en goederen geveild in het oude Babylon, beschreef de Griekse historicus Herodotus. De economisch­e theorie focuste zich toen vooral op veilingen waarbij elke bieder een eigen waarde voor het te veilen item in het hoofd had – denk bijvoorbee­ld aan een etentje met een Nobelprijs­winnaar. Wilson breidde dat uit naar goederen met een gemeenscha­ppelijke waarde, zoals onontgonne­n olievelden. Milgrom combineerd­e beide, want bij de meeste veilingen is er een private en een publieke waarde: u koopt een huis omdat u er graag wilt wonen, maar houdt tegelijk ook rekening met de doorverkoo­pwaarde.

Weg met de loterij

De Amerikanen, vandaag allebei professor aan Stanford,brachten die theorie ook in de praktijk. De spectacula­irste voorbeelde­n zijn de veilingen voor breedbands­pectrum die gebruikt kunnen worden voor mobiele telefonie en mobiel internet.

Tot in de jaren 80 werden die in de VS toegekend met een schoonheid­swedstrijd: diegene die de beste argumenten had, kreeg de licentie. Dat bracht een enorme lobbymachi­ne op gang. Omdat de regulatore­n overstelpt werden, werd overgescha­keld naar een loterij.

sens van BMW. Daarmee bedoelt hij een combinatie van digitale tools (zoals een online configurat­or) en fysieke elementen (zoals een gericht bezoek aan een lokale dealer). ‘Dat gaat ook gepaard met de commerciël­e acties die de klanten in januari van ons verwachten,’ zegt hij, verwijzend naar de bekende saloncondi­ties. ‘We brengen de klant deze keer niet naar het salon, maar het salon naar de klant.’

Voor Febiac is de afgelastin­g een financiële aderlating. Het houdt ook een risico in: als autofabrik­anten erin slagen even goed te verkopen zonder salon, zullen ze zich ongetwijfe­ld de vraag stellen of die peperdure stand op het autosalon nog wel zo nodig is.

 ?? Epaefe ?? Tommy Andersson, lid van het prijscomit­é, kondigt in Stockholm de winnaar van de Nobelprijs Economie aan.
Epaefe Tommy Andersson, lid van het prijscomit­é, kondigt in Stockholm de winnaar van de Nobelprijs Economie aan.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium