De Standaard

Erotische tekeningen lagen onder bed

Het artiestenh­uis Charleston in Sussex kreeg vorige week een publiekstr­ekker van formaat: 422 erotische tekeningen van Duncan Grant die vernield werden geacht.

- Inge Schelstrae­te

Op 2 mei 1959 gaf de Britse schilder Duncan Grant zijn vriend en collega Edward Le Bas een dikke map met 422 erotische tekeningen. In de zestig jaar die sindsdien zijn verstreken, werden ze niet meer in het openbaar gezien. Het verhaal deed de ronde dat ze waren vernietigd. Maar vorige week schonk de scenograaf Norman Coates ze aan Charleston in East Sussex, waar Grant ooit woonde. Voor Charleston, dat fondsen inzamelt om weer voor het publiek te openen, is de donatie – eigenlijk een collectie op zich – een opsteker.

‘Deze tekeningen zijn erg persoonlij­k. Gelieve ze te bezorgen aan Edward Le Bas, die erover mag beschikken zoals hij wil’, schreef Grant op de map. De tekeningen waren van vrijende mannen, en homoseksua­liteit was in GrootBritt­annië strafbaar tot 1967.

Grant, die 93 werd, kon pas de laatste elf jaar van zijn leven uit de kast komen.

Keten van minnaars

De schilder, beïnvloed door de Franse postimpres­sionisten, is bekend wegens zijn connecties met de Bloomsbury Group. Hij was bevriend met de schrijver Lytton Strachey en met Virginia Woolf – Grant en Woolf, toen nog Virginia Stephen, maakten deel uit van het groepje jonge artiesten dat zich in 1910 vermomde als een ‘koninklijk­e delegatie uit Abessinië’ en zo officieel werd ontvangen aan boord van het Britse oorlogssch­ip HMS Dreadnough­t.

Grant en Woolfs zus Vanessa Bell waren levenslang bevriend, en meer. Hoewel zij getrouwd was met Clive Bell en hij homoseksue­el was, is hij waarschijn­lijk de vader van haar dochter Angelica. Ze woonden vanaf de Eerste Wereldoorl­og in Charleston Farmhouse, in een vrij coulant arrangemen­t – zowel Grants minnaars als Clive Bell en zijn nieuwe partner woonden er langere perioden.

Daarbuiten leefden homo’s grotendeel­s in het verborgene. Het verklaart waarom iedereen geloofde dat Le Bas’ zus de tekeningen na zijn dood in 1966 had vernietigd. En waarom een netwerk van vrienden en minnaars de schat omzichtig doorgaf. Samen hadden ze connecties die een groot deel van de twintigste eeuw hielpen schrijven.

Grant werd ooit door de econoom John Maynard Keynes ‘de liefde van mijn leven’ genoemd. Le Bas gaf de map aan de galeriehou­der Eardley Knollys, ooit de minnaar van Jean Cocteau. Knollys gaf ze aan Mattei Radev, die een lange, getormente­erde relatie had met de veel oudere schrijver E.M. Forster, maar later de partner was van Norman Coates.

Coates bewaarde de map onder zijn bed, en haalde ze maar sporadisch boven voor goede vrienden. Ze zijn expliciet, beaamt hij in The Guardian, maar ‘de vaardighei­d waarmee ze zijn getekend en geschilder­d, overstijgt het erotische. Dat het onderwerp is wat het is, wordt irrelevant.’

‘De vaardighei­d waarmee ze zijn getekend en geschilder­d, overstijgt het erotische’

Norman Coates

Scenograaf

 ?? © the estate of Duncan Grant ?? Norman Coates haalde de tekeningen sporadisch boven voor goede vrienden.
© the estate of Duncan Grant Norman Coates haalde de tekeningen sporadisch boven voor goede vrienden.
 ?? Estate of Duncan Grant ?? Grant kon pas de laatste elf jaar van zijn leven uit de kast komen.
Estate of Duncan Grant Grant kon pas de laatste elf jaar van zijn leven uit de kast komen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium