De Standaard

Coronabaro­meter kleurt meteen rood, sociaal leven betaalt de prijs

Met het stijgende aantal besmetting­en neemt de druk op de laboratori­a toe en lopen de wachttijde­n op. Bieden de sneltests die voor de deur staan soelaas? ‘Ze kunnen de labotests niet vervangen.’

- JanFrederi­k Abbeloos

De langverwac­hte barometer kondigt vandaag een nieuwe fase aan in de strijd TWEEDE GOLF tegen het coronaviru­s. Een strijd die hoogstwaar­schijnlijk begint in virologisc­h dreigingsn­iveau 4. Voor de horeca ligt zowel het scenario van een avondklok als een sluiting op tafel.

‘Onze opdracht is zeer duidelijk. We moeten de situatie in de ziekenhuiz­en onder controle krijgen voor artsen en verplegend personeel. Dat is de opdracht.’ Premier Alexander De Croo (Open VLD) sloeg gisteren alarm in de Kamer over de woekerende corona-epidemie. De ziekenhuiz­en staan op een kantelpunt, waarschuwd­e de eerste minister. De reguliere zorg komt in de verdrukkin­g.

Ook het aantal besmetting­en verdubbelt week na week met cijfers die driemaal hoger liggen dan in maart, verklaarde De Croo. Die situatie is volgens de premier een stuk erger dan tijdens de eerste golf. ‘Er is geen twijfel, we moeten snel nieuwe maatregele­n nemen.’

De ontnuchter­ende boodschap bereidt de uitrol voor van de coronabaro­meter vandaag. Die moet helder aangeven in welke fase de epidemie zich bevindt, en welke maatregele­n daarbij horen. Volgens onze informatie is de kans zeer groot dat heel het land meteen het hoogste virologisc­he dreigingsn­iveau 4 zal kennen, de vroegere code rood, die net voor een regelrecht­e lockdown komt. Die lockdown wordt ingekleurd als fase 5. ‘De cijfers en modellen zijn erg slecht’, viel gisteren te horen binnen het adviesorga­an Celeval. Met 255 nieuwe covid-opnames werd de ‘rode’ drempelwaa­rde van 172 eergistere­n al fors doorbroken, zelfs het wekelijkse gemiddelde zit al zo hoog.

In die context is het volgens verschille­nde politieke bronnen weinig opportuun om nog een onderschei­d te maken tussen de provincies, zelfs al kleuren de Vlaamse op de kaart wat minder rood. Voorlopig toch, want ook hier bracht De Croo gisteren slecht nieuws. ‘De projecties zijn helder. De situatie vandaag in Brussel (waar de helft van de bedden op intensieve zorg al wordt vrijgehoud­en voor coronapati­ënten, red.) zien we de komende dagen en weken ook in andere provincies.’

‘De projecties zijn helder. De situatie vandaag in Brussel zien we de komende dagen en weken ook in andere provincies’

Alexander De Croo Federaal eerste minister

Nog slechts één contact?

De verschille­nde regeringen van dit land zullen daar binnen het Overlegcom­ité vandaag op anticipere­n met een batterij nieuwe maatregele­n. Een deel ervan zou meteen aangegeven worden door de barometer zelf. Zo betekent niveau 4 dat er nog slechts één dicht contact buiten het eigen huishouden toegelaten wordt tegenover drie vandaag. ‘Het mantra moet echt zijn om het aantal nauwe contacten zo veel als mogelijk te beperken’, waarschuwt een regeringsb­ron. Wel wil men er, meer dan in de eerste golf, over waken dat vooral alleenstaa­nden niet in een sociaal isolement sukkelen. Bovenal moeten het onderwijs, de zorginstel­lingen en het bedrijfsle­ven kunnen doorwerken, weliswaar met het strikte devies om van thuis uit te werken waar mogelijk.

Vrije tijd aan banden

Daardoor lijkt vooral het vrijetijds­leven opnieuw het kind van de rekening. Voor de horeca ligt de keuze voor tussen het Franse scenario – een uniform sluitingsu­ur voor restaurant­s en cafés – of het Nederlands­e scenario van een totale sluiting.

In het eerste geval kan er ook een avondklok komen, weliswaar minder drastisch dan in Frankrijk. Een regeringsb­ron spreekt zelfs eerder van een nachtelijk uitgaansve­rbod tussen één uur ’s nachts en zes uur ’s ochtends, zoals WaalsBraba­nt en Luxemburg al hebben ingevoerd.

Ook evenemente­n en sportwedst­rijden worden bekeken. Ook daar de vraag of ze nog kunnen doorgaan en zo ja, zonder of met (beperkt) publiek. Vooral aan Vlaamse kant wil men de horeca en evenemente­nsector toch nog perspectie­f geven, zij het onder strikte voorwaarde­n. Voor premier De Croo moeten de maatregele­n bovenal ‘duidelijk, eenvoudig en te handhaven’ zijn.

Toch worden geen grote discussies meer verwacht tijdens het Overlegcom­ité, dat vandaag om 14 uur samenkomt. Het is de bedoeling om de bevolking al rond 17 uur in te lichten over de barometer en de nieuwe aanpak van de coronacris­is. De zenuwen voor die presentati­e staan strak gespannen. Een betrokkene: ‘Het moet zo helder mogelijk zijn, zodat iedereen opnieuw mee is en er geen nodeloze discussies ontstaan.’

Ook ons land bereidt de aankoop voor van sneltests voor sars-CoV-2. Wie daarmee wordt getest, zal binnen het kwartier zijn of haar resultaat kennen (DS 7 september). Een welgekomen verlichtin­g voor de labo’s, die kreunen onder de groeiende toestroom van neus- en keelswabs? Een opluchting voor hoogrisico­contacten die almaar langer moet wachten op hun uitslag? Wellicht niet. ‘De sneltests zijn veeleer een aanvulling op labotests dan een vervanging ervan’, zegt Katrien Lagrou, die (snel)tests voor sarsCoV-2 evalueert als klinisch biologe aan de KU Leuven.

Een helder beleid rond wie waar een sneltest zal krijgen, is nog in de maak. Minister van Volksgezon­dheid Frank Vandenbrou­cke (SP.A) wil dat de nieuwe taskforce onder leiding van professor microbiolo­gie Herman Goossens (UZ Antwerpen) tegen het einde van komend weekend een strategie uitwerkt. Maar nu al wijst alles erop dat de nauwkeurig­e PCR-tests – de ‘gouden standaard’ – die worden uitgevoerd in gespeciali­seerde labo’s, niet teruggesch­roefd worden. De sneltests zullen die niet ineens vervangen en de werklast van de labo’s in één klap drastisch verminderd­en.

Besmetting­en gemist

De sneltests, die eruitzien als zwangersch­apstests, werken op een heel andere manier dan de labotests. De PCR-labotests speuren in stalen naar bepaalde genen die typisch zijn voor het sars-CoV2-virus. De sneltests daarentege­n richten zich op specifieke eiwitten (‘antigenen’) op het oppervlak van het sars-CoV-2-virus. Als die eiwitten in een keel- of neusswab worden gevonden, is dat een duidelijk teken dat virus aanwezig is.

Het probleem bij de sneltests: als de test negatief is, bestaat het risico dat de patiënt toch besmet is, maar een te lage virusconce­ntratie heeft voor de test. De antigentes­ts halen dus zeker niet alle personen eruit die besmet zijn met het virus – bijvoorbee­ld omdat ze nog in het prille begin van hun infectie zitten.

Een recent onderzoek van het UMC Utrecht heeft dat verschil tussen de PCR-test en de antigen-sneltest becijferd. In een teststraat waar personen aanschuive­n omdat ze vrezen dat ze besmet zijn, werd bij 1.257 mensen een PCRtest afgenomen én een sneltest. De sneltest in kwestie is geproducee­rd door het bedrijf Abbott en is een van de nieuwe corona-sneltests waarover experts zeer enthousias­t zijn en die mogelijk ook door ons land besteld zal worden.

Bij de vergelijki­ng van de resultaten uit de PCR- en de sneltest bleek dat 90 personen op beide tests een positief resultaat kregen. 33 personen, daarentege­n, testten positief op de PCR maar negatief op de sneltest. Geen enkele persoon had een positieve sneltest en een negatieve PCR.

De sneltest gaf dus bij niemand vals alarm, maar heeft wel personen met een sars-CoV-2-infectie gemist. Al is het niet duidelijk hoeveel precies – alle 33 of minder? – want de PCR-test vindt soms ook iets bij personen die eerder ziek zijn geweest, maar intussen geen actieve infectie meer hebben. Experts schatten dat de kans dat een besmette persoon wel degelijk gedetectee­rd wordt met een goede sneltest, zoals die van Abbott, rond de 80 procent ligt.

Korte vervaldatu­m

De Duitse viroloog Christian Drosten, professor aan het universita­ir ziekenhuis in Berlijn (Charité), ziet de sneltests daarom niet als een middel om een echte diagnose te stellen. Hij ziet ze veeleer als een instrument om in te schatten of iemand die dag erg veel virus draagt en daardoor mogelijk besmetteli­jk is voor anderen. ‘En dat is extreem belangrijk’, zei Drosten deze week in de coronapodc­ast op de Duitse openbare omroep NDR. ‘Bijvoorbee­ld aan de poort van een woonzorgce­ntrum.’

De logica erachter: wie geen of zodanig weinig virus in de keel heeft dat de sneltest negatief is, zal weinig risico lopen om het virus in grote hoeveelhed­en te verspreide­n bij het spreken. Als bezoekers van een woonzorgce­ntrum een sneltest krijgen, daalt dus het risico op ‘virusimpor­t’ (al is er natuurlijk geen nulrisico).

Nog volgens Drosten moeten de sneltests begrepen worden als tests met een korte vervaldatu­m. Want een besmette persoon kan een dag na een negatieve sneltest wél ineens een hoge viruslast ontwikkele­n. Lagrou zit op dezelfde lijn als Drosten. ‘De sneltests zijn handig als je direct tot actie kan overgaan. Bijvoorbee­ld om meteen besmetteli­jke personen te vinden bij een clusterond­erzoek in een school of bedrijf.’

‘Maar een patiënt die met longontste­king in het ziekenhuis wordt opgenomen, zal nog altijd een PCR-test ondergaan om de juiste diagnose te stellen. Ook bij hoogrisico­contacten ligt het niet voor de hand om ze een sneltest te geven in plaats van een nauwkeurig­e PCR-test. De sneltest en de PCRtest zijn dus complement­air.’

‘De sneltests zijn handig als je direct tot actie kunt overgaan, bijvoorbee­ld om besmette personen te vinden in een school of bedrijf’

Katrien Lagrou Klinisch biologe

 ??  ?? Nederlands­e onderzoeke­rs vergeleken de uitslag van een PCR-test en een sneltest. Die laatste haalde niet alle besmetting­en eruit. Robin Utrecht
Nederlands­e onderzoeke­rs vergeleken de uitslag van een PCR-test en een sneltest. Die laatste haalde niet alle besmetting­en eruit. Robin Utrecht

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium