Coronabarometer kleurt meteen rood, sociaal leven betaalt de prijs
Met het stijgende aantal besmettingen neemt de druk op de laboratoria toe en lopen de wachttijden op. Bieden de sneltests die voor de deur staan soelaas? ‘Ze kunnen de labotests niet vervangen.’
De langverwachte barometer kondigt vandaag een nieuwe fase aan in de strijd TWEEDE GOLF tegen het coronavirus. Een strijd die hoogstwaarschijnlijk begint in virologisch dreigingsniveau 4. Voor de horeca ligt zowel het scenario van een avondklok als een sluiting op tafel.
‘Onze opdracht is zeer duidelijk. We moeten de situatie in de ziekenhuizen onder controle krijgen voor artsen en verplegend personeel. Dat is de opdracht.’ Premier Alexander De Croo (Open VLD) sloeg gisteren alarm in de Kamer over de woekerende corona-epidemie. De ziekenhuizen staan op een kantelpunt, waarschuwde de eerste minister. De reguliere zorg komt in de verdrukking.
Ook het aantal besmettingen verdubbelt week na week met cijfers die driemaal hoger liggen dan in maart, verklaarde De Croo. Die situatie is volgens de premier een stuk erger dan tijdens de eerste golf. ‘Er is geen twijfel, we moeten snel nieuwe maatregelen nemen.’
De ontnuchterende boodschap bereidt de uitrol voor van de coronabarometer vandaag. Die moet helder aangeven in welke fase de epidemie zich bevindt, en welke maatregelen daarbij horen. Volgens onze informatie is de kans zeer groot dat heel het land meteen het hoogste virologische dreigingsniveau 4 zal kennen, de vroegere code rood, die net voor een regelrechte lockdown komt. Die lockdown wordt ingekleurd als fase 5. ‘De cijfers en modellen zijn erg slecht’, viel gisteren te horen binnen het adviesorgaan Celeval. Met 255 nieuwe covid-opnames werd de ‘rode’ drempelwaarde van 172 eergisteren al fors doorbroken, zelfs het wekelijkse gemiddelde zit al zo hoog.
In die context is het volgens verschillende politieke bronnen weinig opportuun om nog een onderscheid te maken tussen de provincies, zelfs al kleuren de Vlaamse op de kaart wat minder rood. Voorlopig toch, want ook hier bracht De Croo gisteren slecht nieuws. ‘De projecties zijn helder. De situatie vandaag in Brussel (waar de helft van de bedden op intensieve zorg al wordt vrijgehouden voor coronapatiënten, red.) zien we de komende dagen en weken ook in andere provincies.’
‘De projecties zijn helder. De situatie vandaag in Brussel zien we de komende dagen en weken ook in andere provincies’
Alexander De Croo Federaal eerste minister
Nog slechts één contact?
De verschillende regeringen van dit land zullen daar binnen het Overlegcomité vandaag op anticiperen met een batterij nieuwe maatregelen. Een deel ervan zou meteen aangegeven worden door de barometer zelf. Zo betekent niveau 4 dat er nog slechts één dicht contact buiten het eigen huishouden toegelaten wordt tegenover drie vandaag. ‘Het mantra moet echt zijn om het aantal nauwe contacten zo veel als mogelijk te beperken’, waarschuwt een regeringsbron. Wel wil men er, meer dan in de eerste golf, over waken dat vooral alleenstaanden niet in een sociaal isolement sukkelen. Bovenal moeten het onderwijs, de zorginstellingen en het bedrijfsleven kunnen doorwerken, weliswaar met het strikte devies om van thuis uit te werken waar mogelijk.
Vrije tijd aan banden
Daardoor lijkt vooral het vrijetijdsleven opnieuw het kind van de rekening. Voor de horeca ligt de keuze voor tussen het Franse scenario – een uniform sluitingsuur voor restaurants en cafés – of het Nederlandse scenario van een totale sluiting.
In het eerste geval kan er ook een avondklok komen, weliswaar minder drastisch dan in Frankrijk. Een regeringsbron spreekt zelfs eerder van een nachtelijk uitgaansverbod tussen één uur ’s nachts en zes uur ’s ochtends, zoals WaalsBrabant en Luxemburg al hebben ingevoerd.
Ook evenementen en sportwedstrijden worden bekeken. Ook daar de vraag of ze nog kunnen doorgaan en zo ja, zonder of met (beperkt) publiek. Vooral aan Vlaamse kant wil men de horeca en evenementensector toch nog perspectief geven, zij het onder strikte voorwaarden. Voor premier De Croo moeten de maatregelen bovenal ‘duidelijk, eenvoudig en te handhaven’ zijn.
Toch worden geen grote discussies meer verwacht tijdens het Overlegcomité, dat vandaag om 14 uur samenkomt. Het is de bedoeling om de bevolking al rond 17 uur in te lichten over de barometer en de nieuwe aanpak van de coronacrisis. De zenuwen voor die presentatie staan strak gespannen. Een betrokkene: ‘Het moet zo helder mogelijk zijn, zodat iedereen opnieuw mee is en er geen nodeloze discussies ontstaan.’
Ook ons land bereidt de aankoop voor van sneltests voor sars-CoV-2. Wie daarmee wordt getest, zal binnen het kwartier zijn of haar resultaat kennen (DS 7 september). Een welgekomen verlichting voor de labo’s, die kreunen onder de groeiende toestroom van neus- en keelswabs? Een opluchting voor hoogrisicocontacten die almaar langer moet wachten op hun uitslag? Wellicht niet. ‘De sneltests zijn veeleer een aanvulling op labotests dan een vervanging ervan’, zegt Katrien Lagrou, die (snel)tests voor sarsCoV-2 evalueert als klinisch biologe aan de KU Leuven.
Een helder beleid rond wie waar een sneltest zal krijgen, is nog in de maak. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (SP.A) wil dat de nieuwe taskforce onder leiding van professor microbiologie Herman Goossens (UZ Antwerpen) tegen het einde van komend weekend een strategie uitwerkt. Maar nu al wijst alles erop dat de nauwkeurige PCR-tests – de ‘gouden standaard’ – die worden uitgevoerd in gespecialiseerde labo’s, niet teruggeschroefd worden. De sneltests zullen die niet ineens vervangen en de werklast van de labo’s in één klap drastisch verminderden.
Besmettingen gemist
De sneltests, die eruitzien als zwangerschapstests, werken op een heel andere manier dan de labotests. De PCR-labotests speuren in stalen naar bepaalde genen die typisch zijn voor het sars-CoV2-virus. De sneltests daarentegen richten zich op specifieke eiwitten (‘antigenen’) op het oppervlak van het sars-CoV-2-virus. Als die eiwitten in een keel- of neusswab worden gevonden, is dat een duidelijk teken dat virus aanwezig is.
Het probleem bij de sneltests: als de test negatief is, bestaat het risico dat de patiënt toch besmet is, maar een te lage virusconcentratie heeft voor de test. De antigentests halen dus zeker niet alle personen eruit die besmet zijn met het virus – bijvoorbeeld omdat ze nog in het prille begin van hun infectie zitten.
Een recent onderzoek van het UMC Utrecht heeft dat verschil tussen de PCR-test en de antigen-sneltest becijferd. In een teststraat waar personen aanschuiven omdat ze vrezen dat ze besmet zijn, werd bij 1.257 mensen een PCRtest afgenomen én een sneltest. De sneltest in kwestie is geproduceerd door het bedrijf Abbott en is een van de nieuwe corona-sneltests waarover experts zeer enthousiast zijn en die mogelijk ook door ons land besteld zal worden.
Bij de vergelijking van de resultaten uit de PCR- en de sneltest bleek dat 90 personen op beide tests een positief resultaat kregen. 33 personen, daarentegen, testten positief op de PCR maar negatief op de sneltest. Geen enkele persoon had een positieve sneltest en een negatieve PCR.
De sneltest gaf dus bij niemand vals alarm, maar heeft wel personen met een sars-CoV-2-infectie gemist. Al is het niet duidelijk hoeveel precies – alle 33 of minder? – want de PCR-test vindt soms ook iets bij personen die eerder ziek zijn geweest, maar intussen geen actieve infectie meer hebben. Experts schatten dat de kans dat een besmette persoon wel degelijk gedetecteerd wordt met een goede sneltest, zoals die van Abbott, rond de 80 procent ligt.
Korte vervaldatum
De Duitse viroloog Christian Drosten, professor aan het universitair ziekenhuis in Berlijn (Charité), ziet de sneltests daarom niet als een middel om een echte diagnose te stellen. Hij ziet ze veeleer als een instrument om in te schatten of iemand die dag erg veel virus draagt en daardoor mogelijk besmettelijk is voor anderen. ‘En dat is extreem belangrijk’, zei Drosten deze week in de coronapodcast op de Duitse openbare omroep NDR. ‘Bijvoorbeeld aan de poort van een woonzorgcentrum.’
De logica erachter: wie geen of zodanig weinig virus in de keel heeft dat de sneltest negatief is, zal weinig risico lopen om het virus in grote hoeveelheden te verspreiden bij het spreken. Als bezoekers van een woonzorgcentrum een sneltest krijgen, daalt dus het risico op ‘virusimport’ (al is er natuurlijk geen nulrisico).
Nog volgens Drosten moeten de sneltests begrepen worden als tests met een korte vervaldatum. Want een besmette persoon kan een dag na een negatieve sneltest wél ineens een hoge viruslast ontwikkelen. Lagrou zit op dezelfde lijn als Drosten. ‘De sneltests zijn handig als je direct tot actie kan overgaan. Bijvoorbeeld om meteen besmettelijke personen te vinden bij een clusteronderzoek in een school of bedrijf.’
‘Maar een patiënt die met longontsteking in het ziekenhuis wordt opgenomen, zal nog altijd een PCR-test ondergaan om de juiste diagnose te stellen. Ook bij hoogrisicocontacten ligt het niet voor de hand om ze een sneltest te geven in plaats van een nauwkeurige PCR-test. De sneltest en de PCRtest zijn dus complementair.’
‘De sneltests zijn handig als je direct tot actie kunt overgaan, bijvoorbeeld om besmette personen te vinden in een school of bedrijf’
Katrien Lagrou Klinisch biologe