Klachten in Brusselse Alhambrawijk gaan opnieuw in stijgende lijn
Sinds de schorsing van het prostitutieverbod door de Raad van State neemt de overlast in de Brusselse Alhambrawijk weer toe. Toch blijft het wijkcomité hoopvol.
Het duurde even vooraleer het wijkcomité met een officieel standpunt naar buiten wilde komen over de uitspraak van de Raad van State. Nu laat het comité weten dat het betreurt dat de Raad van State geen moreel standpunt heeft ingenomen en zich puur op juridische redenen baseert om het burgemeestersverbod op prostitutie te annuleren.
‘We weten dat een verbod de problematiek niet ten gronde zou oplossen’, zegt Jan Leerman in naam van het buurtcomité. ‘Maar dit gaf onze wijk wel respijt voor alle overlast, gelinkt aan de ongecontroleerde straatprostitutie. Maar zitten wij door deze schorsing nu in een uitzichtloze situatie? Dat denken we niet.’
Afwerkhotels
Het comité zag hoe de sluiting van drie afwerkhotels aantoonde hoe die de belangrijkste bron zijn van de vele problemen in de wijk. ‘We hopen allereerst dat die hotels opnieuw normale woningen worden, zoals ze dat historisch altijd zijn geweest. We weten ook dat de eigenaars van plan zijn om hun etablissementen een andere bestemming te geven. Het is dus kwestie van tijd vooraleer ze volledig verdwijnen. Ten tweede is ronselen op straat de facto verboden in ons land. Als comité hebben we ons altijd verzet tegen de straatprostitutie die ons eenzijdig werd opgedrongen door de afwerkhotels.’
De sekswerkersverenigingen reageerden vorige week euforisch op de schorsing, die volgens de vereniging persoonlijke drama’s veroorzaakte bij meisjes die de straat optrekken. ‘Iedereen moet zijn boterham blijven verdienen’, klonk het bij vereniging Utsopi. ‘Het recht heeft gezegevierd.’
Rond de tafel
Ondertussen keerden de prostitutie en de overlast terug. Op sociale media regent het klachten over drugs, lawaai en vechtpartijen. Toch zegt het comité niet voor of tegen prostitutie te zijn.
‘Het debat gaat eerder over de plaats van prostitutie in onze maatschappij. Wij zijn ook niet tegen structurele oplossingen zoals P-zones of een Villa Tinto, integendeel. We stellen gewoon vast dat de combinatie van straatprostitutie met een woonwijk niet mogelijk is. Het verwondert ons wel dat er een gebrek aan constructieve voorstellen is vanwege de sekswerkersverenigingen’, zegt Leerman.
‘Als bewoners investeren we elke dag vrijwillig onze tijd om tot een betere wijk te komen voor iedereen. We zullen constructief en geëngageerd verder blijven werken, maar we zullen ook altijd onze stem blijven verheffen tegen drugs en straatprostitutie in een woonwijk.’
Gemiddeld bijna een half miljoen kijkers zaten zondag voor de buis om in het zog van de mannenwedstrijd de volledige live-uitzending te volgen van Gent-Wevelgem voor vrouwen. Ook komende zondag is voor de vrouweneditie van de Ronde van Vlaanderen hetzelfde aantrekkelijke tijdslot gereserveerd, met ook hier voor het eerst de aankomst na die van de mannen. ‘Een extra duwtje in de rug dat het vrouwenwielrennen nog steeds nodig heeft’, zegt ex-renster Lieselot Decroix, die aan de zijde van Ruben Van Gucht de vrouwenwedstrijden becommentarieert voor Sporza. ‘In Gent-Wevelgem is bewezen dat de mensen blijven kijken eenmaal ze ontdekken hoe attractief een wielerwedstrijd bij de vrouwen kan zijn.’
In de negende editie stond met Jolien D’hoore zondag voor het eerst een Belgische op het hoogste trapje in Wevelgem. In de Ronde van Vlaanderen, dit weekend aan de zeventiende uitgave toe, is Grace Verbeke nog steeds de eerste en enige Belgische winnares, ondertussen tien jaar geleden.
‘In het verleden hadden we af en toe één Belgische die in het beste geval aanspraak kon maken op een podiumplaats’, zegt Decroix. ‘Deze keer staan de Belgische vrouwen er beter voor dan ooit. Ze zijn geen topfavoriet, maar België kan wel, met Jolien D’hoore en Lotte Kopecky, voor het eerst twee pionnen naar voren schuiven om mee te doen voor winst. Een unieke kans voor het Belgische vrouwenwielrennen.’
Hellingen verteren
De dertigjarige D’hoore was vijf jaar geleden al eens tweede in Vlaanderens Mooiste, na haar toenmalige Italiaanse ploeggenote Elisa Longo Borghini. De jongste jaren profileerde de Oost-Vlaamse zich puur als massasprinter. ‘Maar de laatste tijd was Jolien het wat beu om alleen nog massasprints te kunnen winnen’, weet Decroix. ‘Daarom heeft ze zich de voorbije maanden meer toegelegd op intervalen klimtrainingen. Zondag viel op hoe vlot ze de Kemmelberg omhoog reed. Jolien beschikt ook over een heel sterke ploeg, met onder meer wereldkampioene Anna van der Breggen. Boels-Dolmans is zondag het sterkste blok aan de start, samen met Trek-Segafredo, dat de laatste weken de koers altijd in handen nam.’
Tegelijk wil Decroix het beeld van Gent-Wevelgem ook nuanceren. ‘Het parcours van afgelopen zondag mag je qua lastigheid natuurlijk niet vergelijken met de Ronde. Vraag blijft hoe goed Jolien de opeenvolging van hellingen zal verteren. Zij heeft baat bij een gesloten wedstrijdverloop, maar ik verwacht dat er zondag hard zal worden gekoerst. Dat zie je nu al heel dit coronaseizoen. Terwijl er voor de mannen soms drie wedstrijden op één dag plaatsvinden, is op de vrouwenkalender behalve de WorldTour-wedstrijden haast alles afgelast. Waardoor niemand een kans wil laten voorbijgaan en er in iedere wedstrijd wordt gekoerst alsof het de laatste is.’
Alles loslaten
Decroix dicht daarom langs Belgische zijde Lotte Kopecky de betere kansen toe. ‘Lotte beschikt net als Jolien over een stel snelle benen, maar ze is minder het pure sprin
terstype. Ik zie haar langer meegaan als de wedstrijd echt lastig wordt gemaakt. En als ze in een beperkt groepje dan kan sprinten …’
Kopecky, volgende maand 25, sprintte drie jaar geleden al mee voor de overwinning in Oudenaarde. ‘In die spurt maakte ik een paar foutjes’, vertelt de Lotto-Soudalrenster. ‘Zoniet had ik daar de Ronde misschien al kunnen winnen. Maar op die leeftijd was ik al super tevreden met mijn vijfde plaats.’
Het voorjaar erop, 2018, zou Kopecky door een elleboogbreuk helemaal de mist zien ingaan. Vorig jaar was ze er in de Ronde nog bij in de finale, maar een lekke band vlak voor de Paterberg ontnam haar alle kansen. Uiteindelijk finishte ze als 32ste op bijna drieënhalve minuut van de Italiaanse winnares Marta Bastianelli.
Dit jaar trad Kopecky uit de schaduw van D’hoore en vond ze aansluiting bij de top, met een ritzege in de Giro en Belgische titels in de tijd- en wegrit. Prestaties die ze verzilverde in een transfer naar CCC-Liv, in tegenstelling tot de vrouwenploeg van Lotto-Soudal een van de acht teams met WorldTour-statuut. ‘De lockdown was voor de meeste mensen heel vervelend, maar voor mij een gelegenheid om eens de ‘winterbreak’ te nemen die ik nooit had: ik combineer de weg met de piste en het ene seizoen loopt normaal naadloos over in het andere. Nu kon ik eens alles loslaten, recupereren en weer opbouwen, zonder te overhaasten. De voorbije jaren haalde ik altijd een behoorlijk niveau, maar de uitschieters bleven uit. Ik botste fysiek en mentaal tegen een plafond aan. Nooit eerder voelde ik me zo goed als nu.’
Vier kilo lichter
Sinds dit jaar laat Kopecky zich ook bijstaan door een diëtiste. ‘Het vrouwenwielrennen wordt steeds professioneler’, vertelt ze. ‘Ik sta vier kilo scherper dan vorig jaar. Net als bij de mannen draait bij ons wielrennen om watt per kilogram. Mijn gewichtsverlies draagt er zeker toe bij dat die uitschieters er dit jaar wel zijn.’
Kopecky, zondag nog tweede in Gent-Wevelgem, ging woensdag nog eens het parcours van de Ronde verkennen. ‘Het grootste verschil is dat de Muur eruit is. Het viel me op hoe smal de wegen vaak zijn, het wordt een nerveuze koers. Maar de finale is dezelfde, als topfavorieten blijf ik dan ook dezelfde drie namen naar voren schuiven: Anna van der Breggen, Elisa Longo Borghini en Lizzie Deignan.’
De Belgische kampioene weigert zichzelf in dat rijtje te plaatsen. ‘Dat zou mij alleen maar stress geven en dat wil vermijden. Mijn focus is nu om de Ronde zo economisch en verstandig mogelijk aan te pakken. Ik ga voor het hoogst haalbare. Als er één wedstrijd is die ik ooit wil winnen, is het de Ronde. De mooiste koers mag ik nu rijden in de Belgische kampioenentrui: een machtig gevoel.’
‘De lockdown was voor de meeste mensen heel vervelend, maar voor mij een gelegenheid om eens de ‘winterbreak’ te nemen die ik nooit had'
Lotte Kopecky