We zullen wachten op ... ja waarop?
Olympique Dramatique maakt van ‘Wachten op Godot’ een acteursfeestje in een desolaat decor. Het is boeiend te zien hoe Becketts toneelklassieker resoneert met de huidige absurde tijd.
Elk nadeel heb z’n voordeel, wist Johan Cruijff al. Toen de najaarstournee van Wachten op Godot langs de Vlaamse cultuurcentra knap lastig leek te worden, boekte Toneelhuis twee maanden de gigantische Waagnatie aan de Schelde in Antwerpen. De kale, desolate vlakte van de Waagnatie past prima bij de naoorlogse, post-Apocalyptische sfeer uit de oerklassieker van Samuel Beckett, geschreven in 1948-1949.
In korte, snedige dialogen voert hij Vladimir en Estragon op, die zijn gestrand in een bar niemandsland. Ze weten niet hoe lang ze er al ronddwalen en of ze wel op de juiste plek zijn. Laat staan wie Godot is en waarom ze op hem wachten. Er is alleen tijd om te denken, te kletsen en zich te vervelen.
Wachten op Godot staat of valt met de vertolkingen van Vladimir en Estragon. Met mindere spelers kan het taai en saai theater opleveren, maar laat een geïnspireerde acteursregie nu net het handelsmerk zijn van Olympique Dramatique. Tom Van Dyck en Tom Dewispelaere zijn prima op elkaar ingespeeld als het olijke, onlosmakelijk verbonden duo. Na zestien jaar afwezigheid op de planken is Van Dycks comeback trouwens een voltreffer: als de rusteloze Vladimir blaast hij met droogkomische replieken lucht in dit stuk, zonder zich te verliezen in banale slapstick. In deze zwarte komedie over de zin(loosheid) van het bestaan vinden Didi en Gogo, zoals ze elkaar liefkozend noemen, vreugde en troost bij elkaar. Vooral Vladimir koestert de hoop dat Godot echt zal komen, is het niet vandaag dan wel morgen. Maar tegelijk zinkt de moed hen in de (kapotte) schoenen en ogen ze uitgeblust. De impasse en uitzichtloosheid waarin ze verzanden drijft hen bijna tot waanzin. Is dit de echte wereld, of een nachtmerrie waaruit ze niet ontwaken – een slechte farce?
Ziedaar de onverwachte link met de laatste maanden. Want ook wij wachten op… ja, waarop eigenlijk? Een vaccin? Groepsimmuniteit? Of zijn we gedoemd tot een ellenlange, ellendige cyclus van versoepelen en verstrengen? Zoals The Washington Post begin april al schreef: we zijn allemaal Vladimir en Estragon, met geen andere keuze dan te wachten op een verlossing uit deze onwerkelijke, maar toch reële en absurde tijd.
Dansen in de maneschijn
Zo gaat Becketts abstracte, zich in een onbestemde tijd en ruimte afspelende oerklassieker toch over het nu, zonder geforceerde actualisering. Wat de Mona Lisa is voor de schilderkunst, is Godot voor het theater: een groot mysterie waarop ieder zijn idee kan projecteren. Maar dan wel enkel in de hoofden van de toeschouwer, want bewerkingen staan de erven Beckett niet toe. Het is meteen de reden waarom het meest iconische toneelstuk van de twintigste eeuw nog zelden wordt opgevoerd – bij ons voor het laatst door Ensemble Leporello in 2016.
Zoals de opvoeringsrichtlijnen dirigeren is er ook nu een grote boom, die de scène diagonaal doorklieft. Het is aan deze boom dat Didi en Gogo vergeefs wachten op Godot. Het is aan deze boom dat ze zich overwegen op te hangen, wat niet lukt bij gebrek aan touw. Er is werkelijk geen ontsnappen aan deze krankzinnige wereld. Zelfs niet wanneer Estragon er even in slaagt om de garagepoort van de Waagnatie te openen en in de verte de skyline van Linkeroever ziet lonken. Dan maar het beste ervan maken, denken ze. En dus doen ze een dansje op ‘Rains on me’ van Tom Waits in de maneschijn – verbeeld door een spot uit de nok van het dak.
Decadente dandy
Die scenografie is even eenvoudig als episch. Ook geslaagd is de keuze om ons de acteurs te laten horen via hoofdtelefoons, waardoor ze klein en intiem kunnen spreken terwijl ze toch meters verderop spelen. Het is alsof we kijken naar een luisterspel, met enkele toegevoegde geluiden zoals het galmende dichtslaan van de deur bij de twee passages van de vreemde Pozzo en zijn knecht Lucky.
Koen De Sutter zet Pozzo neer als een decadenty dandy met veel – met Engels en Frans doorspekte – praatjes, die soms wel wat langdradig worden. In zijn chic blauw maatpak steekt hij schril af tegenover de twee ‘Tommen’ in hun kleurloze kostuums. Zij begrijpen niet waarom hij zijn slaaf Lucky (Nico Sturm) behandelt als een beest en al evenmin hoe het komt dat Pozzo de volgende dag blind en halfnaakt weerkeert.
Maar zingeving is in dit bizarre universum dan ook ver te zoeken. ‘We worden allemaal zot geboren, sommigen blijven zot’, zegt Estragon, daarbij evengoed doelend op zichzelf en zijn soulmate Vladimir.
Samengevat: in de handen van Olympique Dramatique is deze Wachten op Godot een aangename herontdekking van een stuk theatererfgoed. De acteurs maken Becketts enigmatische klassieker weer levendig; de onverwachts geschikte locatie en de op de achtergrond resonerende tijdgeest doen de rest.
In de handen van Olympique Dramatique is deze een aangename herontdekking van een stuk theatererfgoed