‘Mijn levensgeluk hangt niet af van 90 minuten op de groene mat’
Anderlecht zit in de hoek waar de klappen vallen. Sportief en financieel. En dat leidt intern soms zelfs tot ruzie. Maar een strijdbare Wouter Vandenhaute heeft geen spijt dat hij voorzitter werd: ‘Deze club heeft gewoon een déclic-moment nodig.’
‘Anderlecht komt terug’, daar is Wouter Vandenhaute zeker van. Wanneer, dat durft hij niet concreet te voorspellen. ‘Zo snel mogelijk. Het verschil met Club Brugge is echt niet zo groot als tijdens de voorbije topper. Dat zullen we in de terugwedstrijd bewijzen’, benadrukt de Anderlecht-voorzitter tijdens een lang gesprek in het oefencentrum in Neerpede.
Dat is opmerkelijk. Veel interviews moet je van Vandenhaute normaal niet verwachten. Dat laat hij liever over aan ceo Karel Van Eetvelt. Maar de moeilijke sportieve en financiële situatie van de Brusselse topclub dwingt Vandenhaute voor het eerst sinds zijn aantreden eind mei zelf in de schijnwerpers te treden. Tegen zijn zin. Want, zegt hij zelf: ‘Ik wil vooral een bescheiden voorzitter zijn.’
De stijlbreuk met de flamboyante Marc Coucke is groot. Vandenhaute is geen kleedkamervoorzitter. ‘Ik ben al die maanden één keer in de kleedkamer geweest. Na de verloren wedstrijd in Brugge ben ik elke speler “coronagewijs” een vuistje gaan geven. Ik wou daar gewoon even zijn. Om te tonen dat ik er ook voor hen ben in moeilijke momenten. Want de jongens waren allemaal diep ontgoocheld.’
Topclub in crisis
Dat was wel niet de aanleiding voor het interview. Het gesprek kwam er vooral als reactie op de oplaaiende spanningen tussen eigenaar Marc Coucke en een groep kleinere aandeelhouders, die met 26 procent van de aandelen een blokkeringsminderheid in de club hebben. Zij raken het intern maar niet eens over een ingrijpend herstelplan voor de komende vijf jaar, waarbij 70 miljoen euro in RSC Anderlecht gepompt moet worden: 50 miljoen door omzetting van schulden aan de aandeelhouders, 20 miljoen via een nieuwe kapitaalverhoging. En mogelijk zelfs nog een pak meer. Want door de coronacrisis – die volgens Vandenhaute ook voor het voetbal in België zal uitdraaien op ‘een bloedbad’ – dreigen de financiële putten bij Anderlecht straks nog veel groter te worden.
Kortom, Vandenhaute is een voorzitter van een topclub in volle crisis. De jarenlange stroom aan mislukte transfers deed de spelerskern en de loonmassa exploderen, terwijl de sportieve resultaten niet volgden. En ook de financiële nasleep van de vele ontslagen van trainers, directie- en stafleden – met soms hoge en langlopende ontslagvergoedingen – laten zich bij de Brusselse club voelen.
Een malaise die zich al enkele jaren steevast vertaalt in tegenvallende sportieve resultaten. Anderlecht haalde vorig jaar geen Europees voetbal, waardoor de club minstens 10 miljoen euro inkomsten misloopt, en staat na acht speeldagen ontgoochelend met 13 punten op plaats zeven in de voorlopige rangschikking van de Jupiler Pro League. Een vicieuze cirkel die Anderlecht volgens Vandenhaute alleen kan doorbreken met goed inhoudelijk beleid, met voorop de jeugdopleiding in Neerpede. Want qua infrastructuur heeft een deel van de concurrentie het fiere paars-wit inmiddels voorbijgestoken.
Dictatoriaal beleid
Vandenhaute is dan ook niet bang om de vinger op de wonde te leggen. ‘Anderlecht stond stil. Neen, de club is de voorbije tien jaar zelfs achteruitgegaan’, verwijst hij naar het beleid onder Herman Van Holsbeeck en Roger Vanden Stock. ‘Alles was hier nog à l’ancienne. De laatste vernieuwing die zij deden was het Purple Talents-project.’ Terwijl een topclub volgens Vandenhaute constant moet bijsturen en evalueren. ‘Dat is wat Anderlecht niet heeft gedaan en wat Club Brugge al tien jaar wel doet.’
En de oude diepgewortelde cultuur in de Brusselse club om alles naar de pers te lekken, helpt volgens Vandenhaute paars-wit ook niet vooruit. ‘Zo hebben we de voorbije jaren veel transfers gemist’, klinkt het. ‘En de interne ruzie tussen de aandeelhouders had ook niet hoeven naar buiten te komen’, verwijst de Anderlecht-voorzitter naar het aanslepend conflict dat vorig weekend culmineerde in het ontslag van Besix-topman Johan Beerlandt. Die stapte boos op uit de raad van bestuur en gooide zijn ongenoegen via een persbericht op straat. ‘Daardoor lijkt het nu plots of Anderlecht de enige voetbalclub is die in de problemen zit. Niets is minder waar’, zegt Vandenhaute.
Het probleem? Beerlandt is het niet eens met het ‘dictatoriaal beleid’ van eigenaar Marc Coucke, die samen met Joris Ide 74 procent van de aandelen bezit. De topman van bouwreus Besix vindt dat hij als minderheidsaandeelhouder financieel niet mee moet opdraaien voor wat hij zelf omschrijft als ‘de dramatische financiële situatie’ bij Anderlecht. Want volgens cijfers die uitlekten in De Tijd, moest de noodlijdende Brusselse voetbalclub op het eind van vorig seizoen alweer een recordverlies van 36 miljoen euro slikken.
Gefrustreerd
‘Neen, ik ben niet kwaad op Johan. Ik noem dat eerder een reactie van een gefrustreerde supporter’, zegt