En voor de Walen, (niet) hetzelfde!
De krant heeft lang gewacht om in te zoomen op de verschillende manier waarop corona heeft toegeslagen in Wallonië en in Vlaanderen. Sommige lezers waren daar niet tevreden over. van de krant, maar daarom nog niet uit de geesten van de redactie.
Dat er in Wallonië relatief meer coronadoden waren gevallen dan in Vlaanderen, heeft de redactie de voorbije maanden wel af en toe vermeld. Toen DS Weekblad begin juni een (uitstekende) reconstructie maakte van het drama dat zich in de rusthuizen had afgespeeld, werd in een apart artikel in de krant gewag gemaakt van de regionale verschillen. Toch ging de reconstructie uitsluitend over Vlaanderen.
Dat is ook logisch. Het gros van de lezers zijn Vlamingen die in Vlaanderen wonen, en zij willen in de eerste plaats weten wat er zich in de Vlaamse woonzorgcentra heeft afgespeeld. Die zijn een Vlaamse aangelegenheid. De focus op Vlaanderen heeft dus niets te maken met politieke agenda’s, wel met een gevolg van de federalisering: de regio’s groeien uiteen.
Onlangs ging er wel meer aandacht naar de regionale verschillen die nu net het omgekeerde aangeven dan bij de eerste golf. Maar een artikel dat deze week de evoluties in Vlaanderen en Wallonië vergeleek, schoot sommigen toch weer in het verkeerde keelgat. Ook aan de andere kant van de taalgrens. Bij de UCLouvain viel het bijzonder slecht dat de universiteit in dat artikel werd bestempeld als ‘een van de oorzaken van de torenhoge incidentie onder Waals-Brabantse jongvolwassenen. Aan de universiteit raakten al meer dan 600 studenten besmet.’ Wat er niet bij stond, was dat die 600 besmettingen niet de ‘incidentie’ weergeven (het aantal besmettingen binnen een bepaalde periode), maar wel het totale aantal besmettingen, de ‘prevalentie’.
Dat had inderdaad duidelijker mogen zijn. Erger vond ik de uitleg van een Vlaamse professor, dat het er aan de UCLouvain ‘te laks’ aan toeging volgens sommige van zijn studenten die aan de UCLouvain keuzevakken volgden. ‘De universiteit lijkt er te functioneren alsof er geen corona is’, zei hij. Op die uitspraak ‘van horen zeggen’ had de redacteur een weerwoord moeten vragen aan de universiteit waarover het ging – wat hij zeker gedaan zou hebben als het over een Vlaamse universiteit zou gaan.
Het voorbeeld maakt duidelijk dat Wallonië inderdaad hoe langer hoe meer een beetje een ‘buitenland’ is geworden voor de krant. Lezers kunnen dat jammer vinden, maar het weerspiegelt wel de Belgische realiteit.
Brussel heb ik uit deze beschouwingen bewust weggelaten, hoewel lezers ook geregeld laten weten dat ze over de Europese, Belgische én Vlaamse hoofdstad wel wat meer zouden willen lezen. Het weekend dat de redactie naar Brussel verhuisd is, zijn zij die daar vragende partij voor zijn alvast op hun wenken bediend met een volledig nummer van DS Weekblad. Nu de redacteurs geregeld naar de hoofdstad moeten pendelen, valt niet uit te sluiten dat die in de krant meer redactionele aandacht zal krijgen. Als dat niet zo is, zullen ontevreden lezers me dat ongetwijfeld op tijd en stond laten weten.