Bij telewerk zijn er niet alleen winnaars
Hoe een virus plots alles kan veranderen. Door de noodzaak om op afstand te werken hebben vele dienstenbedrijven hun werkplekken de voorbije maanden in ijltempo moeten digitaliseren. In enkele weken tijd ging het, alleen al in België, van 1 miljoen thuiswerkdagen per week naar 8,5 miljoen, rekent ING België voor in een nieuw rapport. Het aandeel telewerkers verdubbelde in ons land van 17 procent naar 35 procent, of 1,7 miljoen mensen.
Sterker nog, voor de meeste bedrijven bleef telewerk ook na de lockdown de regel. Uit peilingen van de Nationale Bank blijkt dat bijna iedereen die in april telewerkte, ook in september nog minstens deeltijds van thuis uit werkte.
En dus denkt ook ING België dat dit een gamechanger is. Eenmaal het virus straks overwonnen is, wordt telewerk het nieuwe normaal. Niet alleen omdat het technisch kan. Ook omdat er voldoende respect en vertrouwen is gegroeid tussen werkgevers en werknemers om telewerk te blijven stimuleren. Met als populairste eindresultaat wellicht een soort hybride tussenvorm, waarin een pak werknemers minstens enkele dagen per week van thuis uit kan werken.
Telewerk vergroot ongelijkheid tussen mensen en sectoren. Later wordt duidelijk wie de rekening gepresenteerd krijgt
Natuurlijk biedt thuiswerk tal van voordelen. Minder files en dus minder tijdverlies. En soms zelfs wat extra loon. Liefst 1.051 bedrijven hebben al een versnelde regeling aangevraagd bij de fiscus voor een ‘thuiswerkvergoeding covid19’. Zij kunnen alle werknemers die structureel telewerken maximaal 129,48 euro per maand betalen om extra kosten te dekken: gaande van elektriciteit en verwarming, tot de inrichting van een bureauruimte thuis (DS 22 mei).
Maar we mogen niet vergeten dat er bij telewerk niet alleen winnaars zijn. Wie niet naar kantoor reist, blijkt gemiddeld langer te werken, vaker te vergaderen en meer e-mails te sturen (DS 24 augustus). En ook maatschappelijk veroorzaakt telewerk ingrijpende herverdelingseffecten.
‘Wat goed is voor de ene sector, is vaak niet economisch interessant voor de andere’, benadrukt ING-econoom Julien Manceaux. Hij waarschuwt voor een sterke terugval van de vraag in sommige sectoren. Het is weliswaar nog te vroeg om de omvang daarvan in te schatten, maar beetje bij beetje wordt duidelijk wie de rekening gepresenteerd krijgt. Werknemers zullen minder vaak op zakenreis gaan (hotels en luchtvaartmaatschappijen), minder de auto naar het werk nemen (autobouwers) en minder vaak een kostuum dragen (kledingwinkels). En bedrijven zullen in telewerk een kans zien om hun vaste kosten te verlagen (kantoorvastgoed).
De herverdeling van de vraag tussen deze sectoren schept ook een nieuwe ongelijkheid tussen werknemers. Telewerk wordt doorgaans uitgeoefend door hogeropgeleide en beter betaalde werknemers, die werken voor grotere bedrijven in een stedelijke omgeving. Arbeiders vallen vaak uit de boot. Die zogeheten ‘digitale kloof’ zal verder uitdiepen.
Als de pandemie achter de rug is, zal volgens ING de rekening gemaakt worden. ‘De maatschappij zal de verliezers moeten compenseren en elk bedrijf zal moeten bekijken hoeveel productiviteitswinst de IT-investeringen hebben opgeleverd.’ Een soort ‘corona-alt-delete’ dus. Al zegt de bank niet waar die uitgevoerd moet worden: thuis of op het werk?