Het trage herstel na covid-19
‘Alsof ik de Mount Everest opliep’
Een slopende vermoeidheid, uitputting bij zelfs de kleinste inspanning, een duf hoofd, geheugenverlies, kortademigheid, hartkloppingen. Niet voor alle covidpatiënten is de ellende bij hun ontslag uit het ziekenhuis voorbij. Ook al hebben ze de acute fase van de ziekte achter de rug en zijn ze in principe genezen, een deel blijft klachten houden.
‘Vermoeidheid en kortademigheid bij inspanning worden het vaakst genoemd’, zegt longarts Natalie Lorent, die aan het UZ Leuven de opvolging van uit het ziekenhuis ontslagen covid 19-patiënten coördineert. ‘De helft tot driekwart van de patiënten heeft er zes weken na zijn ontslag nog last van.’
Mist in de hersenen
Ook concentratiestoornissen worden vaak gemeld. ‘Een op de vijf patiënten heeft er, eenmaal weer thuis, last van. Er hangt een soort van mist in hun hersenen, vertellen ze. Ze zijn plots vergeetachtig geworden, terwijl ze voor hun ziekte nooit last hadden van geheugenverlies.’
Longarts Yannick Vande Weygaerde (UZ Gent) hoort gelijkaardige klachten van covid-patiënten. ‘Ze melden dat ze nauwelijks nog conditie hebben. Ook jonge, sportieve mensen. Gingen ze vroeger meermaals per week hardlopen, nu happen ze al naar adem als ze de trap oplopen.’
Op zich is een lange nasleep na een zware longontsteking niet ongewoon. Ook na een flinke griep zijn mensen vaak nog enkele weken vermoeid, zegt Lorent. ‘Maar bij covid-19 vraagt het herstel opvallend meer tijd. Na zes weken is de helft van de patiënten nog niet weer aan het werk.’
Voor een deel zijn de klachten het gevolg van een lange bedlegerigheid in het ziekenhuis, zegt Vande Weygaerde – patiënten met zware covid blijven vaak twee tot drie weken opgenomen. ‘Hun spieren kwijnen weg, hun conditie holt achteruit – wat we ook zien bij langdurige intensieve-zorgopnames voor andere aandoeningen. Het goede nieuws is dat revalidatie helpt. Met aangepaste kinesitherapie en multidisciplinaire revalidatie komen de meeste mensen er geleidelijk weer bovenop. Maar het herstel gaat traag, trager dan na ziekenhuisopnames voor andere luchtweginfecties.’
Blijvende longschade
Ook eigen aan covid-19 is dat mensen blijvende longschade kunnen oplopen, zegt Lorent. ‘Op longscans zien we dat na een covidlongontsteking soms littekens achterblijven. Ook het vermogen van de longen om zuurstof uit te wisselen, is bij bijna de helft van de door ons opgevolgde patiënten na zes weken nog ondermaats.’
Lorent heeft goede hoop dat de longen van de meeste patiënten uiteindelijk wel weer zullen herstellen. ‘Uit eerdere epidemieën met coronavirussen, zoals sars (2002) en mers (2013) weten we dat de longschade geleidelijk verdwijnt. Maar dat kan maanden, zelfs jaren tijd vragen. Het sarsCoV--2-virus, dat covid-19 veroorzaakt, beschadigt in eerste instantie het longweefsel, maar kan ook elders in het lichaam problemen geven. Zo kunnen de bloedvaten ontsteken, wat kan leiden tot verhoogde bloedklontervorming. Die kwetsuren werkt een lichaam niet in een-twee-drie weg.’
Welk percentage van de patiënten door aanslepende covid getroffen wordt, is nog niet duidelijk, en ook niet of sommige klachten chronisch kunnen worden. Volgens buitenlandse cijfers zou 10 tot 15 procent van de gewezen covid-patienten klachten houden, zelfs mensen die nooit in het ziekenhuis hebben gelegen. Vande Weygaerde: ‘Wellicht gaat het in dat geval om mensen die zwaar ziek zijn geweest. Tijdens de eerste golf hebben nogal wat mensen thuis uitgeziekt, terwijl ze eigenlijk in het ziekenhuis opgenomen hadden moeten worden.’
Studies om de langetermijngevolgen van covid-19 in kaart te brengen, zijn pas begonnen. In ons land bundelen de universitaire ziekenhuizen van Gent en Leuven de krachten met een opvolgstudie van meerdere honderden gewezen covid-patiënten.
‘De logische plaats om restschade te verwachten zijn de longen, die covid als allereerste aanvalt’, zegt Natalie Lorent. ‘Maar covid is niet alleen een longziekte. Hart, bloedvaten, nieren, lever, darmen, hersenen: het coronavirus kan zowat elk orgaan en weefsel in het lichaam ziek maken. Hetzelfde geldt voor de naweeën van de ziekte. Gezien de schaal van de pandemie moeten we die late effecten in kaart brengen. Eenvoudig is die opdracht niet, want we komen in het ziekenhuis al handen te kort om de acute zieken te verzorgen. Maar we willen patiënten die nood hebben aan verdere opvolging, bijvoorbeeld revalidatie, tijdig kunnen identificeren.’
‘Bij covid-19 vraagt het herstel opvallend meer tijd. Na zes weken is de helft van de patiënten nog niet weer aan het werk’ Nathalie Lorent UZ Leuven