Seizoen Mathieu van der Poel eindigt in de gracht
WIELRENNEN Op zestien kilometer van de streep tuimelde de winnaar van de Ronde van Vlaanderen naast de weg.
‘Had ik op voorhand geweten dat ik de Ronde van Vlaanderen zou winnen, dan stond ik hier misschien niet meer aan de start. Maar ik ben hier zeker niet met tegenzin.’ Drie dagen na zijn triomf in Oudenaarde was Mathieu van der Poel al opnieuw in koersmodus. Samen met zijn ploegmaats Jonas Rickaert en Tim Merlier maakte hij deel uit van de eerste waaier. De viering van zondagavond was verteerd.
‘Ik zag het gebeuren’, zei ploegleider Christoph Roodhooft. ‘Het was een vreselijke klap. Hij was helemaal uit beeld.’ Zijn collega Bart Leysen beaamt. ‘Hij ging over de kop en viel zeker twee meter diep.’
Hoe de val er kwam, weet niemand. ‘Bert Van Lerberghe verhoogde het tempo aan de linkerkant van de weg. Iedereen schoof in en dan hoorde ik achter mij een tik’, zegt winnaar Yves Lampaert. ‘Een aanraking van een voorwiel tegen een achterwiel. Ik keek achterom en zag Mathieu in de beek liggen.’
Wie het niet had gezien, was de koersdokter. ‘Die reed gewoon verder zonder omkijken’, aldus Roofdhooft. De ploegleider parkeerde de volgwagen en sprong in de gracht, waar hij zich ontfermde over zijn kopman, die op zijn buik lag. Leysen controleerde de fiets: ‘De velg van het voorwiel was door de klap volledig gebroken.’
Van der Poel zelf verging het ‘beter’: een besmeurde linkerschouder en evenwichtsproblemen. ‘Hij was wat groggy en kon moeilijk rechtop blijven staan. De zijwind blies daar ook zeer hard.’ Om niets aan het toeval over te laten, reed Roodhooft met hem naar het ziekenhuis van Herentals. Een ritje van 160 kilometer. ‘Hij was onderweg niet veel van zegs. Hij voelde zich nog steeds zeer misselijk. Ik dacht dan ook eerst dat hij een hersenschudding had.’
De uiteindelijke balans is een stijve nek en pijnlijke schouder, maar geen kwetsuren of breuken. Sowieso zat zijn seizoen erop.