Krijgt de minister van Klimaat alle neuzen in dezelfde richting?
Zakia Khattabi (Ecolo) start met de wind in de rug. Met haar Green Deal dwingt de Europese Commissie de lidstaten om hun klimaatambities op te schroeven. Daarvoor stelt ze vele miljarden ter beschikking. Bovendien kan de minister van Klimaat rekenen op de steun van haar partijgenoten in de Brusselse en de Waalse regeringen, waar Ecolo ook de klimaatbevoegdheden in handen heeft. Dat is belangrijk, want in de federale regering heeft Khattabi vooral een coördinerende functie. Ze moet kunnen terugvallen op de initiatieven van andere ministers. Met Matthias Bienstman, voormalig beleidscoördinator van de Bond Beter Leefmilieu, haalde ze ook de nodige expertise naar haar kabinet om België op Europees
De kerncentrales sluiten, vervangcapaciteit laten bouwen, hernieuwbare energie promoten en dat alles zonder de taksen op elektriciteit te laten stijgen. De opdracht voor Tinne Van der Straeten is immens: de minister van Energie moet twee decennia van uitstelgedrag en besluiteloosheid rechttrekken. Maar waarschijnlijk is zij de enige die nog in staat is om dit tot een goed einde te brengen.
Als advocate in energiedossiers kent Van der Straeten het dossier en alle stakeholders door en door. Bovendien heeft ze bewezen dat ze met politieke opponenten deals kan sluiten. In het voorjaar lag ze samen met N-VA-Kamerlid Bert Wollants aan de basis van een doorbraak in het dossier van de steun
Rommeltje Moet de inspanningen van de federale en de regionale regeringen coördineren om tot een CO2-reductie van 55 procent te komen.
vlak te vertegenwoordigen.
Khattabi kan van de zwakte van haar voorgangster, Marie Christine Marghem (MR), haar sterkte maken. Marghems nalatenschap is een rommeltje. De Europese Commissie heeft net het Belgische Nationale Energie- en Klimaatplan geevalueerd en de conclusie is weinig flatterend: op alle vlakken schiet het tekort. Het dringt de CO2-uitstoot onvoldoende terug. Wat hernieuwbare energie betreft, is het ‘niet ambitieus’ genoeg, met doelstellingen die nog naar beneden zijn bijgesteld. En ook inzake energie-efficiëntie kan België volgens Europa veel meer doen, bijvoorbeeld bij de isolatie van woningen.
Dat betekent dat een nieuwe minister alleen beter kan doen. Maar daarvoor zal Khattabi ook moeten kunnen rekenen op de goodwill van politieke opponenten. De budgetten voor klimaatbeleid, bijvoorbeeld, zijn aan andere ministers toegewezen. Het Transformatiefonds, een belangrijke financiële hefboom voor de omslag naar een koolstofvrije economie, is in handen van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V). Andere budgetten zitten bij staatssecretaris voor Relance Thomas Dermine (PS). Om te slagen zal Khattabi moeten tolereren dat anderen met de pluimen gaan lopen.
Ondanks haar sterke startpositie moet ze ook vanop een dieptepunt vertrekken. Vergeleken met de buurlanden doet België het op het vlak van klimaatbeleid barslecht. Als we de energie-intensieve industrie die onder het Europese emissiehandelssysteem valt buiten beschouwing laten, is tussen 2005 en 2018 de CO2-uitstoot in ons land met zowat 0,5 procent per jaar gedaald. Ter vergelijking: in Frankrijk was dat ongeveer 1 procent, in Nederland 1,4 procent, in Duitsland bijna 0,7 procent.
Struikelblok Vlaanderen
Vlaanderen doet het nog veel slechter, met gemiddeld slechts een daling van 0,2 procent. Het is maar dankzij de inspanning van Wallonië (-1,2 procent) en Brussel (-1,4 procent), vooral dan op het vlak van het terugdringen van de veestapel, dat de schade nog enigszins wordt beperkt. Die achterstand inhalen is op zich al een enorme uitdaging. Bovendien hebben Europa én de huidige regering het ambitieniveau nog opgetrokken. De CO2uitstoot
niet met 40 procent, maar met 55 procent doen dalen, wordt een huzarenstuk.
Het grootste struikelblok blijft misschien wel de moeilijke relatie met de Vlaamse regering, die de huidige klimaatdoelstelling (-35 procent voor Vlaanderen) al een ‘titanenwerk’ vindt. De Vlaamse coalitie onder leiding van de N-VA voelt er niet veel voor om mee te stappen in de hogere doelstelling van het federale regeerakkoord. En dat terwijl het gros van de klimaatbevoegdheden – woningen, mobiliteit – bij de regio’s zit.
Zelfs op Europese toppen moet Khattabi rekening houden met de regio’s. Als de Vlaamse regering blokkeert, zoals de voorbije jaren herhaaldelijk is gebeurd, kan en mag ze niet anders dan zich bij stemmingen onthouden.
Moet voldoende hernieuwbare energie uitbouwen om de kerncentrales te kunnen sluiten, en dat zonder de belastingen te verhogen.
aan gascentrales en andere technologie. Met die steun van de N-VA is ze gedeeltelijk ingedekt voor de kritiek die ongetwijfeld nog volgt.
Dubbele winst
Als Van der Straeten in haar opzet slaagt, boekt ze dubbele winst. Het zou een historische prestatie zijn om als groene minister, twintig jaar nadat paars-groen de wet op de kernuitstap heeft goedgekeurd, de kerncentrales effectief te sluiten. Tegelijk kan ze de hernieuwbare energie volop kansen geven, net nu die langzaam evolueert naar het kantelpunt waarop ze zonder subsidies de goedkoopste energie van allemaal levert. Daar komt bovenop dat het regeerakkoord belooft om het federale aandeel in de taksen op de elektriciteitsprijs te laten dalen. Hoe dat moet, is nog onduidelijk, maar een belastingverlaging is ook voor een groene minister sympathiek om uit te delen.
Gemakkelijk wordt het hoe dan ook niet. Als de kerncentrales dichtgaan, verdwijnt zowat de helft van de Belgische energieproductie. Dat in amper vijf jaar tijd willen klaren, zonder elektriciteitstekorten te riskeren, lijkt een uitdaging van het lot. Temeer omdat Van der Straetens voorgangster, Marie Christine Marghem (MR), een potje maakte van de tijdige voorbereiding van een geleidelijke kernuitstap. Er hadden al drie centrales gesloten moeten zijn in 2015. Twee zouden er sluiten in 2022/23 en de laatste twee uiterlijk in 2025. Nu moeten alle zeven centrales sluiten in amper drie jaar tijd. Bovendien verdwijnt in de buurlanden ook heel wat elektrische capaciteit. Daarnaast is het ook de vraag hoe Engie/Electrabel zal reageren op de nieuwe situatie, waarin het wordt geraakt in het hart van zijn Belgische activiteiten.
Wachten op Europa
Recente studies wijzen uit dat twee scenario’s mogelijk blijven: een volledige kernuitstap of een gedeeltelijke waarbij twee centrales langer openblijven. Alleen hangt de keuze voor het ene of het andere scenario niet alleen van Van der Straeten af. Voor de vervanging van de centrales is ze alleen bevoegd voor windmolens op zee, niet voor die op land of voor zonne-energie. En voor de bouw van gascentrales zijn er vergunningen van de deelstaten nodig, waarschuwde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) al.
Het ergste wat nog kan gebeuren, is dat Europa het Belgische dossier om staatssteun te geven aan gascentrales en andere technologie die de kerncentrales moeten vervangen, lang behandelt en pas op het allerlaatst beslist om het te verwerpen. Zolang de onzekerheid blijft aanslepen, komen investeerders niet over de brug. Bij een verbod op staatssteun moet de federale regering op een moment dat het eigenlijk al te laat is, toch beslissen om kerncentrales open te houden.