Californische kiezer beslist over zakenmodel Uber en co.
Na een uitspraak in beroep vechten enkele reuzen uit Silicon Valley, zoals Uber en Deliveroo, voor het voortbestaan in hun bakermat Californië. De kiezer kan op 3 november hun lot bezegelen in een uitzonderlijke stemming.
Zijn Uber-chauffeurs of Deliverookoeriers werknemers of zelfstandige onderaannemers? Het is een vraag die wereldwijd, ook in ons land, voor de rechtbank wordt uitgevochten. Maar nergens woedt die strijd zo hevig als in Californië, de bakermat van Silicon Valley en van heel wat technologiereuzen die gebruikmaken van de zogenaamde ‘gigworkers’ – flexibele freelancers die worden betaald per ‘gig’ (een ritje of levering).
Hoe diep de vraag in hun wezen snijdt, bewijst de uitspraak van een rechtbank in Californië. Die oordeelde donderdag dat onder meer
Uber en concurrent Lyft hun chauffeurs voortaan als werknemer in dienst moeten nemen, en dus ook sociale bescherming – zoals ziekteverzekering, ouderschapsverlof en vakantiegeld – of een minimuminkomen moeten geven. Een ‘bom’ onder hun zakenmodel. De techreuzen dreigden meteen om hun diensten in de Amerikaanse staat op te doeken.
Doordat het hof van beroep een eerdere uitspraak bevestigde, sluit het net rond Uber en co. zich steeds meer. Al geven de techreuzen zich niet gewonnen. Ze rekenen erop dat de Californische kiezer hen een uitweg biedt. Op 3 november mag die niet alleen een nieuwe president kiezen, hij mag ook stemmen over ‘proposition 22’.
Waarover gaat het? Vorig jaar keurde Californië een wet over de gigeconomie goed. Die bepaalt dat bedrijven alleen onder bepaalde voorwaarden met zelfstandige onderaannemers mogen werken. Zo mogen ze niet onder controle van het bedrijf staan, mag hun arbeid niet op de kernactiviteiten slaan en moeten ze al een eigen zaak hebben in de sector. Als ze niet aan alle voorwaarden voldoen, zijn ze werknemers.
Hoewel Uber en co. beweren dat ze een technologie- en geen transportbedrijf of maaltijdleverancier zijn, volgde de rechtbank die redenering niet. De technologiereuzen gingen in beroep en lanceerden tegelijk een campagne voor de zogenaamde proposition 22. Dat voorstel zou bedrijven die met een app werken, een uitzondering geven op de wet op de gigeconomie.
Campagne van 184 miljoen
Dat de kiezer zich hierover mag uitspreken, is uitzonderlijk. Om hem te overtuigen en hun zakenmodel in hun cruciale thuismarkt te redden, halen de titanen van Silicon Valley alles uit de kast. ‘We zullen uitgeven wat nodig is om te winnen’, zei een woordvoerder in de Los Angeles Times. De campagne voor proposition 22 kostte al 184 miljoen dollar.
Volgens peilingen wordt het een nek-aan-nekrace. Ook de Uberchauffeurs zijn verdeeld. Waar de ene de flexibiliteit roemt, hekelt de andere het precaire bestaan. Corona legde opnieuw de vinger op de wonde toen het aantal taxiritten ineenstortte en chauffeurs zonder inkomen kwamen te zitten. Uber, dat gewaardeerd wordt op ruwweg 65 miljard dollar, was niet te beroerd om het Amerikaanse Congres financiële steun te vragen voor ‘zijn’ getroffen chauffeurs.
Het hof van beroep geeft Uber en co. tot 4 november om zich te schikken naar de Californische gigeconomie-wet. ‘Als kiezers op 3 november niet “ja” zeggen tegen proposition 22, komen honderdduizenden Californiërs zonder werk te zitten’, zegt Uber.
‘Als Uber alleen kan overleven met zelfstandige onderaannemers, dan was het nooit zo waardevol als mensen dachten’ Bloomberg
Noah Smith