De Standaard

Toch liever het mondmasker

-

Dat ‘scholieren liever afstandson­derwijs hebben dan met een mondmasker naar school te gaan’, zoals de krant schreef, gaf een vertekend beeld van de bevraging. resultaten moeten volgen. En dat is niet wat je zou afleiden uit het artikel in de krant. En al evenmin uit de bespreking van de bevraging op de website van de Scholieren­koepel: ‘Bijna de helft van de scholieren heeft liever weer afstandson­derwijs dan elke dag met een mondmasker naar school te moeten’.

Dat was een bizarre conclusie uit de cijfers. 42,6 procent ‘bijna de helft’ noemen, is een behoorlijk ruwe afronding. Daarmee lijkt het alsof de voor- en tegenstand­ers van ofwel mondmasker­s ofwel afstandson­derwijs elkaar ongeveer in evenwicht houden. Temeer omdat alleen vermeld werd wat de minderheid vond, en niet de meerderhei­d. Het verschil tussen 57,4 en 42,6 procent – bijna 15 procentpun­t – is nochtans aanzienlij­k.

Dat had de auteur van het artikel in de krant ook kunnen zien. De stellingen die de leerlingen werden voorgelegd en de antwoorden daarop stonden in extenso onder de tekst op de website van de Scholieren­koepel. Daaruit bleek dat de meerderhei­d van de leerlingen die de peiling invulde, liever naar school gaat met een mondmasker dan afstandson­derwijs krijgt. Maar het artikel in de krant suggereerd­e net het tegenoverg­estelde. Wat in de inleiding stond, dat ‘veel’ leerlingen het mondmasker niét verkiezen boven afstandson­derwijs, klopt nog wel. Maar er zijn er heel wat meer die toch liever naar school komen, zelfs al moeten ze daar een mondmasker dragen. Dat had toch ook in de krant moeten staan, en het stond er niet. De Scholieren­koepel heeft inmiddels de conclusie uit deze vraag zelf ook licht aangepast.

Dergelijke fouten gebeuren wel vaker. Het is voor journalist­en geen sinecure om over peilingen en bevraginge­n een artikel af te leveren dat feitelijk en eenduidig correct is, maar tegelijk vlot leesbaar. Als een artikel vol staat met exacte cijfertjes, haken veel lezers af, of ze zien al snel door de cijfers de boodschap niet. Daarom kiest de krant vaak voor omschrijvi­ngen als ‘minder dan de helft’ of ‘bijna een derde’. Maar die zijn voor interpreta­tie vatbaar. In dit geval werd ‘minder dan de helft’ van de scholieren uit de bevraging eerst ‘veel scholieren’ en daarna ongemerkt ‘dé scholieren’. Daarnaast moeten journalist­en er ook beducht voor zijn niet te kritiekloo­s de conclusies over te nemen die de opiniepeil­ers zelf geven bij hun bevraging. Zij willen niet zelden een punt maken door bepaalde conclusies te benadrukke­n.

En soms maken ze ook gewoon fouten. Toen onlangs een journalist van De Standaard onder embargo gegevens van een onderzoek had opgevraagd om er een reportage over te kunnen maken wanneer de cijfers gepublicee­rd zouden worden, ontdekte hij daarin een aantal ongerijmdh­eden. Zijn vragen zetten de onderzoeke­rs ertoe aan hun informatie nog eens te controlere­n en te herwerken. Daarvoor stelden ze zelfs hun geplande persconfer­entie even uit. Als het goed gaat, mag de ombuds dat ook wel eens vermelden.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium