Een paling op het droge
Nog op tournee door Vlaanderen tot mei 2021. ¨¨èèè
RECENSIE THEATER Theater Antigone zoekt in het kantelpunt tussen volks en vervreemdend op.
Michaël Vandewalle bouwde de voorbije jaren een sterke reputatie op met zijn sociaalartistieke regies bij Antigone. In Paling gaat hij voor het eerst aan de slag met professionele acteurs. Ruwweg geïnspireerd door de film Toni Erdmann zoomt Vandewalle in op de moeizame relatie tussen een vader (Jos Verbist) en zijn dochter (Joke Emmers).
Hij leeft in een caravan aan het meer, ver weg van de beschaving. Zij werkt in een visfabriek in de stad en probeert de ‘kronkelende palingen’ in haar hoofd te bezweren. Het lot brengt hen samen: een terminale ziekte, een ongeplande zwangerschap, een familiegeschiedenis met een rouwrandje aan.
In Paling zoekt Vandewalle het kantelpunt op tussen volks en vervreemdend. Een makkelijk evenwicht is dat niet. De tekst van Stefanie Claes heeft een bijzondere muzikale flow en kinderlijk-surrealistische blik die aan Van Ostaijen doet denken. Het verhaal blijft echter gewoontjes, waardoor de poezie soms als een stijlbreuk voelt. Dezelfde ambiguïteit zie je in de regie. Vandewalle maakt met zijn acteurs graag levende schilderijen, kleurrijk uitgelicht door diaprojectors. Het levert mooie beelden op, maar geen diepere laag. Deze kleine mensjes ontstijgen zichzelf niet, laat staan dat ze veel blootleggen over het oerconflict tussen een pa en zijn ‘pa-ling’.
Zowel de theatrale vorm als de verhaalwereld van Paling doet vrij onhedendaags aan. Het romantische beeld van Vlaanderen met zijn kerkjes en melkboeren, de kloof tussen het idyllische platteland en de grote, boze stad, de vaders afkeer voor de moderniteit: het voelt allemaal een beetje uit de tijd. Op zich is daar niks mis mee, zeker niet als je er iets tijdloos mee vertelt. Maar daarvoor glipt deze Paling te snel tussen
je vingers door.