‘We hebben de pil decennialang te gemakkelijk voorgeschreven’
Nee, de pil of een andere vorm van hormonale anticonceptie is niet zonder risico. Het gevaar op dodelijke bloedklonters verschilt naargelang van de samenstelling.
‘Toen ik 22 jaar was en 7 jaar aan de pil, viel de hemel op mijn hoofd’, schreef Ans Van Gasse gisteren op onze opiniepagina’s (DS 26 november). Haar vriendin Nina, een studente, was overleden. Een autopsie wees uit dat ze aan een longembolie was gestorven, wellicht veroorzaakt door haar anticonceptiepleister. Samen met enkele vriendinnen heeft Ans Van Gasse nu de campagne Anticoncept opgestart.
Al sinds de jaren 60 weten artsen dat de pil gevaarlijke bijwerkingen kan hebben. Sindsdien wordt er gesleuteld aan de samenstelling, maar het risico is niet helemaal weg. Nog in 2013 bleek dat de Diane35-pil verantwoordelijk was voor de dood van tientallen vrouwen in Nederland en Frankrijk.
1
Hoe risicovol is hormonale anticonceptie vandaag?
Deze week nog heeft Johan Van Wiemeersch, gynaecoloog in het Antwerpse Sint-Augustinusziekenhuis (GZA) en ondervoorzitter van de Belgische beroepsvereniging van gynaecologen, een vrouw op intensieve zorg bezocht waar ze na een longembolie is beland. ‘Ook een pilgebruikster.’
De statistieken tonen duidelijk aan dat de pil – en ook nieuwere vormen, zoals anticonceptiepleisters – het risico op ‘diep veneuze trombose’ verhogen. Dat zijn bloedklonters die zich in de diepe aders vormen, meestal in de dij of de kuit. Als ze loskomen, kunnen ze blijven hangen in de longen en daar de bloedtoevoer blokkeren. Zo’n longembolie loopt in het slechtste geval fataal af.
‘Op 10.000 vrouwen krijgen er jaarlijks 2 tot 3 een trombose. Het risico wordt twee tot drie keer zo groot met hormonale anticonceptie’, zegt Olaf Dekkers, professor klinische epidemiologie en endocrinologie aan het LUMC Leiden. Samen met collega’s heeft Dekkers de risico’s van orale hormonale anticonceptie – de pil – in kaart gebracht voor de Cochrane Collaboration, een gezaghebbende en onafhankelijke organisatie van medici. ‘Maar niet iedereen sterft. Aan een trombose overlijden per jaar enkele vrouwen op een miljoen. Dus het gaat om kleine absolute aantallen van sterfgevallen.’
De cijfers van het Federaal Geneesmiddelenagentschap (FAGG) wijzen in dezelfde richting. Sinds 2016 kreeg het FAGG dertig meldingen binnen van een trombose of een embolie die vermoedelijk een bijwerking was van hormonale voorbehoedsmiddelen.
Er is overigens een groep vrouwen die een hoger risico loopt op een trombose dan pilgebruiksters: zwangere en pasbevallen vrouwen. Dezelfde hormonen die in de pil zitten, kunnen hen ook parten spelen, maar dan op natuurlijke wijze.
2
Zijn er ‘goede’ en ‘slechte’ pillen?
In de anticonceptiemiddelen die het risico op een trombose verhogen, zitten twee hormonen: oestrogeen en progestageen. De hormonen hebben, behalve op de eisprong van de vrouw en het slijmvlies van de baarmoeder, een effect op de stollingsfactoren in het bloed. De precieze samenstelling van de pil (of pleister) maakt daarbij een behoorlijk verschil. ‘Kort gezegd: hoe minder oestrogeen de pillen bevatten, des te lager is hun risico’, aldus Dekkers. De eerste pil, die in 1960 op de markt kwam, bevatte nog 150 microgram oestrogeen. In de jaren 70 werd de dosis teruggebracht tot 20 microgram wegens het risico op trombose. Ook het tweede hormoon, progestageen, bepaalt het risico. Levonorgestrel, een progestageen dat al sinds de jaren 70 in de pil wordt gebruikt, houdt minder risico in dan pillen met een ander progestageen als desogestrel, gestodeen of drospirenon.
Die laatste drie zijn pas later op de markt gekomen en werden aangeprezen als anticonceptiepillen met minder bijwerkingen zoals gewichtstoename of verminderde libido. ‘Maar we weten nu dat de oudere pillen veiliger zijn’, zegt dokter Van Wiemeersch.
3
Waarop moeten vrouwen letten? Wie hormonale anticonceptie verkiest, kiest het best voor een combinatie van hormonen met het laagste risico, zegt Dekkers. ‘Je moet die risico-inschatting maken, samen met je arts. Als je zussen een trombose hebben gehad, kies dan niet voor de pil.’
Zo’n individuele risico-inschatting is nog niet zo lang ingeburgerd, geeft Van Wiemeersch toe. ‘We hebben decennialang de pil te gemakkelijk voorgeschreven. Tien jaar geleden gaven we amper advies op maat. Nu overlopen we risicofactoren voor trombose zoals de familiale voorgeschiedenis, overgewicht en roken. Wie rookt, zou niet de pil mogen nemen.’
Er zijn vandaag meer alternatieven voor voorbehoedsmiddelen dan vroeger, beklemtoont Van Wiemeersch. ‘Een spiraaltje is ook geschikt voor jonge vrouwen die nog niet zwanger zijn geweest.’
‘Wie rookt, zou niet de pil mogen nemen’
Johan Van Wiemeersch Belgische beroepsvereniging gynaecologen