‘Een groot stuk van je abonnement gaat naar artiesten naar wie je nooit luistert’
In het Britse parlement staat het verdienmodel van muziekstreaming ter discussie. De Franse dienst Deezer wordt er vaak vermeld als deel van de oplossing. Zij willen het model radicaal omgooien.
0,06 euro waard is, terwijl de mijne maar 0,01 euro waard zijn – omdat ik mijn 120 euro heb verdeeld over 4,5 keer zoveel artiesten. Is dat wel oké? ‘Je kunt je inderdaad afvragen waarom streams een verschillende waarde moeten hebben’, geeft Wernicke toe. ‘Maar wij stellen de vraag: waarom zou jouw abonnement meer waard moeten zijn dan het hare? Tenslotte hebben jullie elk 9,99 euro betaald. Volgens ons voelt het gewoon meer fair als je centen alleen verdeeld worden over de artiesten naar wie je effectief luisterde, ongeacht de gevolgen.’
Pilootproject
Deezer wou eigenlijk al begin dit jaar een pilootproject opzetten in Frankrijk, maar dat is uitgesteld tot 2021. ‘Technisch zijn we er klaar voor. In 2018 tekende een directeur van Spotify nog bezwaar aan omdat de technische vereisten van de extra administratie een hoge meerkost zouden vormen, maar dat hebben we kunnen oplossen. Het blijft echter zoeken om de platenfirma’s te overtuigen om met ons de sprong te wagen.’
Daar zou nu wel verandering in kunnen komen met het #BrokenRecord-debat in het VK. Daar getuigden artiesten als Guy Garvey (Elbow), Ed O’Brien (Radiohead) en Nadine Shah in een parlementaire onderzoekscommissie over het verdienmodel van streaming. UCPS kwam er op tafel als deel van de oplossing, naast een prijsstijging van het abonnementsgeld en wijzigingen aan de billijke vergoeding voor auteurs en componisten. ‘Veel kwesties daarvan gaan ons niet rechtstreeks aan’, zegt Wernicke. ‘Maar dat belangrijke Britse artiesten ons model op de agenda zetten, kan alleen maar helpen.’
is het schimmelnetwerk essentieel.’
Al ruim twintig jaar spreken biologen van het wood wide web als ze het hebben over die ondergrondse transportsystemen tussen bomen. In het boek Benedenwereld beschrijft de Britse natuurschrijver Robert Macfarlane: ‘Het schimmelnetwerk stelt planten ook in staat om stoffen uit te wisselen, zoals suikers, stikstof en fosfor. Een boom die doodgaat kan zijn stoffen bijvoorbeeld aan het netwerk afstaan, zodat de gehele gemeenschap ervan profiteert, en een boom die het zwaar heeft, kan worden ondersteund met voedingsstoffen van de bomen ernaast.’ Sheldrake zelf schrijft in zijn boek ook over rhizomorgen (holle bundels van hyfen): ‘Ze kunnen vloeistof veel sneller transporteren dan een afzonderlijke hyfe – volgens een waarneming met bijna anderhalve meter per uur – en maken het myceliumnetwerken mogelijk om over grote afstanden voedingsstoffen en water te vervoeren.’ Als voorbeeld noemt hij een bos in Zweden waar een Armillaria-mycelium een rhizomorf vormde om een stroompje over te steken: de hyfenbundel hing in een kronkelende streng aan de onderkant van de brug.
Hoe doen ze het?
En dat werpt de vraag op: hoe dóén die hyfen dat allemaal? Hoe ‘weten’ ze waar ze moeten zijn? ‘De meeste schimmels zijn gevoelig voor licht, vocht en temperatuur’, zegt Sheldrake. ‘En hyfen kunnen de textuur van oppervlakten voelen.
‘Wellicht kunnen schimmels met elektrische signalen berichten tussen verschillende delen van zichzelf verzenden: over voedsel, verwondingen en dergelijke’
van poriën in de hyfen, zegt Sheldrake. ‘Het klinkt sciencefictionachtig, maar je ziet het bijvoorbeeld ook bij planten, algen en bacteriën – er zijn bacteriën die lange nanodraden produceren, met vezels die elektriciteit geleiden.’
Hoewel een schimmelcomputer op basis van die signalen voorlopig nog toekomstmuziek is, zijn er al wetenschappers die biocomputers maken van slijmzwammen, schrijft Sheldrake. Die zouden gebruikt kunnen worden om de omgeving te monitoren. ‘Schimmels zouden veranderingen in de kwaliteit van de bodem of van water kunnen signaleren, net als verontreinigingen en andere aspecten van de omgeving waar ze gevoelig voor zijn.’
Ook voor andere maatschappelijke toepassingen worden myceliumnetwerken al gebruikt, bijvoorbeeld bij stedenplanning. Zo beschrijft
‘Iemand die vaak de weg kwijtraakte in de Ikea, legde het probleem voor aan slijmzwammen en bouwde een doolhof op basis van de plattegrond van een Ikea. En de zwammen vonden de kortste weg naar de uitgang’