‘Overal politie, nergens gerechtigheid’
Op de eerste dag van het Iraanse terreurproces zijn zware straffen geëist tegen de vier beklaagden. Spilfiguur Assadollah A., een diplomaat en inlichtingenofficier, was er niet bij, omdat hij zich beriep op zijn vermeende immuniteit.
stil en vriendelijk koppel uit Wilrijk: hij zei geen neen tegen een pintje, zij was een verzorgde verschijning met een vlotte omgang. Niets deed vermoeden dat uitgerekend Amir S. (40) en Nasimeh N. (36) een aanslag wilden plegen op een bijeenkomst van het Iraanse verzet in Villepinte, nabij Parijs, in 2018. Tot ze met een halve kilo explosief in hun kofferbak werden onderschept door de politie.
Hoe is het zover kunnen komen? Die vraag bleef lang onbeantwoord, maar het Openbaar Ministerie deed vrijdag wel een verdienstelijke poging tot verklaring. Die klonk even verrassend als banaal: ‘geld speelde een sleutelrol’. Het Iraans-Belgische koppel kreeg gedurende verschillende jaren sommen overgeschreven voor zijn samenwerking met de belangrijkste Iraanse inlichtingendienst MOIS. Ze onderhandelden zelfs over loonsverhogingen.
Voor ze zich aan de aanslag in Villepinte waagden, kregen ze bijvoorbeeld nog een som van samengeteld en afgerond 35.000 euro
Advocaten burgerlijke partijen overgeschreven. Ze konden er de voorafbetaling van een peperdure nieuwe Mercedes, een coupé, mee financieren en hadden een nieuwe woonst op het oog.
Dat de twee zich onder druk gezet voelden vanuit Teheran, zoals bleek uit hun eerdere verklaringen, relativeerde het Openbaar Ministerie. Zeker toen het over de bomaanslag ging. ‘Ze hebben steeds de keuze gehad om nee te zeggen’, klonk het. Er werd een celstraf van achttien jaar gevorderd, niet de maximumstraf, omdat ze meegewerkt hebben aan het onderzoek.
Playstation
In haar eerdere verhoren benadrukte Nasimeh N. dat ze dacht dat het om vuurwerk ging: veel lawaai, maar geen doden. Ze probeerde in een afgeluisterd gesprek de verantwoordelijkheid bij Amir S. te leggen en instrueerde hem zelfs om zijn getuigenis in die richting bij te schaven. Het Openbaar Ministerie nam haar daarvoor in het vizier: ‘Ze wisten heel goed waar ze mee bezig waren, vooral de mevrouw.’
De spionageactiviteiten van het Wilrijkse koppel zijn in 2007 al begonnen, volgens de tijdlijn die werd voorgelegd. Toen reisde Nasimeh N. naar ons land om zich bij Amir S. te voegen. De twee hadden elkaar al chattend leren kennen. Zij vanuit Iran, hij vanuit zijn woonst in België. Nadat Amir S. enkele studenten in bescherming had genomen tijdens een betoging, was hij naar hier moeten vluchten uit angst voor de Iraanse autoriteiten. Hij vond al snel aansluiting bij de in Europa actieve verzetsbeweging MEK. Samen met Nasimeh N. begon hij die vervolgens te bespioneren voor de MOIS. Het koppel werd er almaar meer bedreven in en reisde ook heen en weer naar Iran voor overleg.
De derde beklaagde, de Iraanse diplomaat Assadollah A. (48), kwam vijf jaar geleden in contact met de twee. Zijn baan op de ambassade in Wenen was een cover om als officier van de MOIS vrij Europa rond te reizen. Enkele maanden voor de aanslag namen zijn contacten met het Wilrijkse koppel toe, vooral via gecodeerde berichten over bijvoorbeeld de Playstation. Gedecodeerd is dat ‘de bom’.
Uit het gerechtelijk onderzoek is gebleken dat hij het explosief aan Amir S. en Nasimeh N. bezorgde. Hij gebruikte eerst een lijnvlucht van Iran naar Oostenrijk en reed er dan mee naar Luxemburg, waar de overhandiging plaatsvond in een Pizza Hut (DS 24 november). De maximumstraf van twintig jaar werd gevorderd voor poging tot terroristische moord en deelname aan de activiteiten van een terroristische groep.
Het Openbaar Ministerie: ‘Hij had de touwtjes in handen en heeft persoonlijk de bom gebracht. Meneer A. ontkent dit in alle toonaarden. Hij heeft nooit meegewerkt, wentelt zich in de slachtofferrol en ontkent zelfs de autoriteit van deze rechtbank.’
Immuniteit
Dat laatste bleek vrijdag toen hij niet kwam opdagen voor zijn eigen proces. Zijn goed recht, liet zijn advocaat Dimitri de Béco bij aanvang weten. ‘Mijn cliënt is van mening dat hij als diplomaat immuniteit geniet en dus niet veroordeeld kan worden door deze rechtbank.’ Volgens het Iraanse verzet was AssaEen dollah A. daartoe geïnstrueerd door minister van Buitenlandse Zaken Mohammad Javad Zarif.
De advocaten van de burgerlijke partijen brachten de verantwoordelijkheid van Iran zelf naar voren bij de start van het proces. ‘De vier beklaagden zijn geen militanten, maar huurlingen in dienst van de Iraanse staat’, klonk het bijvoorbeeld. De verijdelde aanslag werd omschreven als ‘staatsterrorisme’.
De vierde beklaagde, de Brussels-Iraanse poëet Mehrdad A. (57), kijkt tegen vijftien jaar cel aan. Hij werd omschreven als de man die in Villepinte moest toezien of de aanslag wel goed verliep. Het onderzoek slaagde erin hem rechtstreeks te linken aan Assadollah A., er was een gsm-toestel waarin alleen zijn telefoonnummer stak. Tijdens de huiszoeking in zijn woonst werden ook spionageapparatuur en meerdere opnames van de MEK teruggevonden. Hij was bovendien in het bezit van een grote som geld.
Komende donderdag pleiten de advocaten van de vier beklaagden.
Stijn Cools
‘De vier beklaagden zijn geen militanten maar huurlingen in dienst van de Iraanse staat’
Het Iraans-Belgische koppel kreeg verschillende jaren sommen overgeschreven voor zijn samenwerking met de belangrijkste Iraanse inlichtingendienst