‘Je moet ook leren wat mooi is’
Als wereldvermaard regisseur en directeur van Internationaal Theater Amsterdam is Ivo Van Hove een van de grootste namen uit het theater. Zijn liefde voor het toneel begon op het Klein Seminarie in Hoogstraten, waar hij op internaat zat. ‘Ik zou niet in het theater beland zijn, mocht ik het op school niet hebben leren kennen. De liefde en warmte van de repetitieruimte, het feit dat je aan het einde van het schooljaar een stuk kon spelen voor medestudenten en ouders … Voor mij zijn het onvergetelijke ervaringen geweest die mijn leven bepaald hebben.’
Behalve de toneelclub herinnert Van Hove zich nog levendig het filmforum van de school. ‘Daar zagen we zelfs
A clockwork orange! Ik voelde meteen: dit is de wereld waarin ik me wil begeven.’ Ook de lessen esthetica en Nederlands openden zijn nieuwsgierigheid, op onverwachte wijze. ‘Het meest choquerend was een les over de atoombom. Ik was toen 12. De leraar Nederlands was slim. Hij toonde geen platgebombardeerd Hiroshima of verschroeide mensen, maar legde aan de hand van een tekening uit hoe een atoombom eruitzag en waarom die zo’n vernietigende kracht had. Ik heb er nachtenlang niet van geslapen, omdat mijn fantasie en verbeelding totaal op hol sloegen, en ik de angst van de slachtoffers beter begreep.’
Dat het aantal uren kunstonderwijs verminderd dreigt te worden, begrijpt Van Hove niet. ‘Politici moeten naar hun eigen jeugd kijken. Niets komt vanzelf, je moet alles leren in je leven. Ook wat kunst is of wat mooi is. Er zijn veel dingen die ik vroeger mooi vond en nu niet meer, of andersom. Goed gegeven kunstvakken zijn cruciaal om die blik te ontwikkelen, ook al lijken ze op het eerste gezicht niet meteen nuttig of efficiënt. Want wat is dat ook? Nu zien we zorg plots als iets heel nuttigs, wat nog geen jaar geleden niet het geval was. Net zo moet je ook de zachte en esthetische waarden van kunst en cultuur leren waarderen.’