‘De invloed van kunstonderwijs reikt verder dan kunst alleen’
Het is door haar broer Jelle dat Clara Cleymans als tiener op het Lemmensinstituut in Leuven belandde. ‘Jelle overwoog om er het zesde middelbaar te volgen. Hij was toen al bevriend met Jonas Van Geel, die er studeerde. Ik ging mee met Jelle naar de opendeurdag. Het grappige is dat uiteindelijk niet Jelle, maar ik er ben gaan studeren. Jelle was gelukkig in het aso, leerde graag en vond dat puntensysteem wel tof. Ik voelde me in het aso de vreemde eend in de bijt en was heel eenzaam op school. Ik haalde goede punten in de GrieksLatijnse, maar voelde er weinig liefde voor. Ik fleurde op bij muzikale en plastische opvoeding. Die vakken had ik nodig om de dag door te komen.’
Cleymans volgde er van het derde tot het zesde middelbaar woordkunst-drama en zat ook op internaat. ‘Al na één week op het Lemmensinstituut zei mijn familie: “Wat ben je veranderd en opengebloeid!” (lacht) Ik kon er gewoon zijn wie ik was. Voor het eerst had ik het gevoel dat ik werd aanvaard om wie ik was.’
Cleymans was niet de enige met dat gevoel. ‘De meeste leerlingen zijn er niet schoolmoe, net omdat ze kunnen doen wat ze graag doen. Maar let op, het was niet alleen “spelen”. We hadden elke dag les tot zes uur ’s avonds, ook op woensdag. We kregen dus meer les dan andere kinderen, net om zo weinig mogelijk in te boeten op algemene kennis. Omdat we veel een-op-eenlessen hadden met de docenten, konden we beter in de diepte gaan.’
Nu werkt Cleymans vooral als actrice, maar na woordkunst-drama ging ze eerst filosofie studeren aan de universiteit. ‘Mijn achtergrond op het Lemmensinstituut was daarvoor zeker een goede basis. Daar leerden we teksten, monologen en poëzie te analyseren, wat goed van pas kwam bij filosofie.’
‘Als je denkt in termen van nut – wat de Vlaamse regering graag doet – is het onzinnig dat er zo veel mensen kunstonderwijs volgen’, zegt Cleymans. ‘Maar de invloed van kunstonderwijs reikt verder dan kunst alleen.’