Promofilmpje M
aandag rond de middag kreeg ik telefoon, terwijl ik over de Mirabrug liep, bijna op het eind van mijn loopparcours. Die brug over de Durme heet zo omdat Jan Decleir zich daar op de oever vermeide met Willeke van Ammelrooy, die Mira speelde in de gelijknamige film.
Ik liep over de houten vlonders toen Frank Raes me zei dat we misschien een topfragment in Extra time zouden hebben. Kobe Ilsen, die begin volgend jaar #weetikveel op televisie brengt, wijdt daarin een item aan de werking van de VAR. Ze hadden gefilmd op Oostende-Antwerp, met alles erop en eraan: de scheidsrechters en het VARteam kregen ook microfoons opgespeld.
Altijd is dat geweldige televisie: de hectiek van de job wordt duidelijk, je krijgt begrip voor de fluitenier, voelt de hartslag van de wedstrijd pulseren door zijn ogen, snapt dat hij echt een drieëntwintigste speler op het veld is. Met zijn gebreken, zeker, maar die hebben die andere tweeëntwintig ook.
Even later kreeg ik het fragment doorgestuurd, het was de meest heikele fase van het weekend. Bij Oostende droppen ze een bal over de Antwerpdefensie, spits Makhtar Gueye duikt goed de diepte in, en Faris Haroun trekt hem neer aan de arm. De ref reageert onmiddellijk, roept luidkeels naar de spits die op de grond ligt: ‘Nee nee nee nee nee nee nee!’ Daarna volgt verbluffend snel de correctie, en fluit hij toch. Vermoedelijk op aangeven van de vierde man, die haast met de snelheid van het licht ingrijpt, het is een subliem staaltje samenwerking.
Meteen volgt ook de sanctie. Haroun krijgt geel. Beide teams protesteren. Haroun vindt geel te zwaar, de Oostendenaren vinden de straf te licht. De ref zegt eerst: ‘The ball is away!’ Dan wijst hij Haroun terecht: ‘Zij blij dat het geel is, anders is het rood, anders is het rood.’
Een prachtig zinnetje, dat het buikgevoel van de scheidsrechter aantoont: ‘Eigenlijk is dit rood.’ Haroun was de laatste man en trok aan de noodrem. Alleen wordt hij gered door het reglement. Specialisten die de voetbalwet hadden uitgeplozen, vonden het achterpoortje: de bal was nog in de lucht, Gueye had nog geen controle over het leer, en in dat geval is de sanctie slechts geel – aldus het grote boek waarin fases en sancties op elkaar worden afgestemd.
Dus kun je als verdediger zonder gevaar voor uitsluiting een doorgebroken aanvaller neerhalen, zolang hij de bal nog niet heeft gedomesticeerd, ook al ging dat een fractie later wel gebeuren. Anders gezegd: het reglement, dat ten dienste zou moeten staan van correct voetbal, vergoelijkt afbraakwerken. Erger nog: faciliteert ze.
Dus ja, we hadden dat fragment dolgraag gebruikt. Maar er kwam een njet, van scheidsrechtersbaas Frank De Bleeckere, de laatste ref van groot internationaal aanzien die ons land telde. De Bleeckere heeft geen geringe verdiensten, al is het maar omdat hij nog steeds met een uiterst laag vetpercentage over de aardbol huppelt, en hij aldus zijn refs op hun lichamelijke plichten wijst.
Sinds dit seizoen brengt hij de fases ook tot bij de mensen, met filmpjes die eerst nogal klunzig oogden, maar intussen steeds professioneler en gelikter op de wereld worden losgelaten. Alleen is hij daarbij uiterst selectief, bespreekt hij fases die óf manifest fout zijn, óf al even eenduidig juist. Maar de fases die echt uitleg behoeven, komen zelden of nooit aan bod. En al helemaal nooit worden onzinnige passages van het reglement onder de loep genomen. Altijd staat hij aan de kant van de wet, ook als die tegen elke logica indruist. Als de VAR ongelijk krijgt, zijn het de mensen aan de knoppen. Nooit het systeem, want dat is heilig en onfeilbaar, zo wil de propaganda het.
Zo blijft het VAR-systeem zelf altijd buiten schot. Dat klopt niet, maandag in Leuven en woensdag in Leipzig werden nog belachelijke strafschoppen gegeven, zonder dat de VAR de ref terugfloot: in het protocol staat immers dat zodra er contact is, de VAR zich afzijdig dient te houden. Dat de spits zélf dat contact zoekt, is van geen tel. Dan beroept de VAR zich op het passe-partoutalibi: geen clear error.
De scheidsrechter De Bleeckere zette het reglement wel af en toe naar zijn hand. Als hij twijfelde of hij een corner wel terecht had toegewezen, vaak omdat de verdediger heftig protesteerde, deed hij ‘een Debleeckerke’: hij floot zodra de hoekschop werd getrapt, zogezegd omdat hij ergens in het strijdgewoel een overtreding had waargenomen. Wij in de tribune wisten: hij wil niet het risico lopen dat uit een spookcorner een doelpunt valt. Het was grappig, maar ook sluw en slim.
Een wedstrijd op die wijze managen is de scheidsrechter anno 2020 volledig onmogelijk gemaakt. Onder meer door het keurslijf van een te strikt reglement, waarbij voor elke fout een straf staat, aan de hand van zogezegd objectieve criteria die vaak geheel tegen het gevoel indruisen van wie ooit gevoetbald heeft. De Bleeckere weet dat, maar gaat volledig mee in die drang tot uniformisering, die spelers, trainers en supporters een vals gevoel van veiligheid biedt: iedereen gelijk voor de wet. Die mag dan soms fout zijn, dan is ie tenminste voor iedereen fout, liever dat dan beoordeeld te worden door de menselijke intuïtie. Terwijl net dat horror is: een wet die nooit voor interpretatie vatbaar is.
Het fragment zal dus ergens in 2021 in #weetikveel zitten. De Bleeckere vroeg bij de programmamakers met aandrang volledige inspraak in de final cut die dan de uitzending haalt. Anders gezegd: hij wil een promofilmpje.
Mogen Kobe Ilsen en zijn medewerkers zich laten inspireren door Fons Rademakers, de regisseur van Mira. Naar verluidt eiste Willeke Van Ammelrooy dat haar schaamhaar niet te zien zou zijn. Rademakers negeerde haar wens, en net dat is de reden dat de film nu nog in veler memorie zit.
Het reglement, dat ten dienste zou moeten staan van correct voetbal, vergoelijkt afbraakwerken