Als de conclusie te snel komt
De krant liep op de feiten vooruit toen ze Adil Charrot en Mehdi Bouda ‘slachtoffers van racistisch politiegeweld’ noemde.
Belgische politiekorpsen. Het betekent evenmin dat de politie nooit haar boekje te buiten gaat door ongeoorloofd, overmatig of ongepast geweld te gebruiken. Tien jaar geleden kwam Jonathan Jacob om in een politiecel, 22 jaar geleden stierf Semira Adamu, toen ze het land werd uitgezet. In beide gevallen werden betrokken agenten veroordeeld. Ook de zaak-Mawda wordt nu behandeld door de rechtbank. Of het ook tot een proces zal komen in de zaak van de Slovaak Jozef Chovanec, die overleed na een interventie in een politiecel, zal nog moeten blijken.
Uit het jaarverslag van het Comité P., blijkt dat 8 procent van de ruim 2.600 klachten die in 2019 werden ingediend, betrekking had op ‘slagen en verwondingen’ door de politie. Echte strafrechtelijke inbreuken dus. Mogelijk is dat slechts het topje van de ijsberg. Uit getuigenissen blijkt dat lang niet alle slachtoffers van (etnisch) politiegeweld of etnische profilering door de politie ook een klacht indienen. Omdat ze niet durven, of vrezen niet geloofd te worden. Omdat er geen beelden zijn. Ook daarover moet kritisch bericht worden.
Maar het feit dat al dan niet racistisch politiegeweld en etnische profilering wel degelijk bestaan, ontslaat de journalist niet van de plicht om zich in artikels over individuele incidenten aan de feiten te houden die op dat moment bekend zijn, en die te formuleren zonder overhaaste conclusies te trekken. Wanneer te snel wordt aangenomen dat het wel om racistisch politiegeweld zal gaan, zoals actievoerders beweren, maar dat achteraf niet het geval blijkt te zijn, is dat koren op de molen van degenen die het racisme en het geweld ontkennen of minimaliseren.
Dat de krant in sommige artikels te snel met de vinger wees, betekent niet dat er geen goed werk geleverd werd in de berichtgeving over Black Lives Matter. Zo kreeg de lezer een interessante inkijk in de organisaties achter de beweging, die vaak helemaal niet zo radicaal bleken te zijn als men zou kunnen vermoeden op basis van het gedrag van de relschoppers achteraf. Er waren een paar beklijvende getuigenissen. Allochtone politieagenten schetsten een genuanceerd beeld over het vermeende racisme bij de politie.
Schrijven over zulke incidenten is voor journalisten balanceren op een slappe koord. Want er zijn ook lezers die vinden dat de krant in dit dossier wél duidelijk partij moet kiezen, ook in haar redactionele artikels. Dat ze het over ‘witte’ mensen moet hebben en niet over ‘blanke’. Die het ‘stigmatiserend’ vinden wanneer bij een artikel over het niet-naleven van de coronamaatregelen een foto staat van een man van kleur die zonder mondmasker over straat loopt – ook al loopt er achter hem een vrouw met hoofddoek die wél een mondmasker draagt. Die ook dat een vorm van etnische profilering vinden.
Het pad naar de onpartijdige journalistieke waarheidsvinding is soms heel smal, en moeilijk begaanbaar.