A
dil Charrot, Mehdi Bouda, Mawda Shawri. Het waren de drie namen die de voorbije maanden telkens weer opdoken als voorbeelden van ‘slachtoffers van het toenemende politiegeweld’ in België. In hun naam kwamen er begin juni, ondanks de lockdown, tienduizend mensen op straat in Brussel onder het motto Black Lives Matter (BLM).
De Standaard, die de strijd tegen racisme en elke vorm van discriminatie hoog in het vaandel draagt, besteedde veel aandacht aan die protesten. Wat me bij de berichtgeving erover een wat ongemakkelijk gevoel gaf, was de gretigheid waarmee de krant in sommige artikels het soms wat oververhitte discours van de actievoerders overnam.
Zo kreeg advocaat Omar Souidi in een interview bijna als een feit voorgelegd dat ‘ook hier de getuigenissen over (etnisch) politiegeweld zich opstapelen.’ Zonder vraagteken is dat geen vraag, maar een vaststelling van de journalist – de duivel zit in het detail. Souidi’s antwoord was genuanceerder dan de vraag: ‘Dit is Amerika niet. Als ik kijk naar mijn dossierkast, naar de sociale media en mijn eigen bronnen, kan ik niet zeggen dat het hier een even groot probleem is. In elk geval gebeurt het minder structureel dan in de Verenigde Staten. Maar het gebeurt.’
In andere artikels – redactionele en opiniërende – was er sprake van ‘talloze’ slachtoffers, van doden na ‘uit de hand gelopen politieoptredens’. De bewoordingen zetten ook sommige lezers aan tot protest: dat ‘de toestand in België niet te vergelijken is met die in de Verenigde Staten’. Het leidde ook tot een brede discussie op de redactie. Een belangrijk argument daarin was dat, op het ogenblik van de BLM-betoging, de onderzoeken naar de dood van Adil, Mehdi en Mawda nog niet afgerond waren. Mochten zij dan wel slachtoffers van politiegeweld genoemd worden?
Intussen zijn die onderzoeken afgerond. De agent die het dodelijke schot op Mawda loste, is in juli van dit jaar doorverwezen naar de correctionele rechtbank. Hij wordt vervolgd wegens onvrijwillige doodslag. Het proces is deze week begonnen.
Maar in het geval van Adil en Mehdi oordeelde het parket telkens dat er geen reden was om de betrokken agenten door te verwijzen naar de correctionele rechtbank. In de twee gevallen ging het, volgens de conclusies van het onderzoek, om een ongeval. Mehdi werd aangereden door een politieauto toen hij te voet wegvluchtte voor een drugscontrole. Deze week besliste het parket ook geen vervolging in te stellen tegen de agenten die betrokken waren bij de dood van Adil. Hij was met zijn scooter op de vlucht geslagen voor een coronacontrole, en reed daarbij frontaal tegen een politiewagen die ter versterking was opgeroepen. Hij wérd dus niet aangereden door die politieauto, zoals de krant op een bepaald moment wel had geschreven. De schuld lag bij hemzelf.
Dat het parket in de dood van Adil en Mehdi geen reden ziet om de betrokken agenten te vervolgen, betekent niet dat er geen racistische agenten rondlopen in de
Het feit dat racistisch politiegeweld bestaat, ontslaat de journalist niet van de plicht om zich aan de feiten te houden