De laatste sloppenwijk van Gent
Er is nog één sloppenwijk met zelfgemaakte hutten in Gent, waar sinds vorige week nog dertig mensen wonen. Het stadsbestuur maakt zich sterk dat het de laatste zal zijn.
In een uithoek van Gent, in de Aziëstraat, tussen de haven en de stad, waar binnenkort een nieuw stadsdeel moet verrijzen, leven twee Roemeense families in zelfgebouwde hutten zonder sanitair langs een spoorweg. Het eerste wat je van het sloppenwijkje ziet, zijn de kinderen, die lachend en joelend door het struikgewas rennen. Soms staan er gedeukte bestelwagens met Roemeens kenteken. Langs het trottoir is een schutting gebouwd, met een voordeur waar bij zonnig weer volwassenen verzamelen met een blikje bier of energiedrank.
Op een mistige zondag eind november staat er niemand. Achter de schutting ligt een erf van onbegroeide aarde en een berg afval: schroot, oude stoelen, een kapot kastje, een omvergevallen stuk van een betonnen muur. Een kapotte beeldbuistelevisie ligt voorover op de grond. Uit een getimmerd hok met een rokende schoorsteen en een dak van plastic zeil komen twee jongens. De kleinste is hooguit vijf jaar oud. Hij loopt naar de rand van de vuilnishoop en steekt zijn broek af om op de grond zijn behoefte te doen. De grotere jongen, die misschien tien is, lacht en roept iets naar binnen, waarna een jonge vrouw met rood haar uit het hok komt met een rol toiletpapier om het kind schoon te vegen.
Roemenen
Gent kent dat soort sloppenwijkjes al jaren. Ze worden bewoond door Roma die vaak uit het oosten van de Europese Unie naar de stad gekomen zijn. Een paar jaar geleden ging het vooral om Slovaken, vandaag zijn er meer Roemenen. Sommigen hebben eerder in Frankrijk of Italië gewoond. De huidige burgemeester, Mathias De Clercq (Open VLD), wil dat dergelijke kampementen binnenkort voorgoed verleden tijd zijn.
In september 2019, toen er in Gent nog op meerdere plaatsen mensen in hutten en oude caravans woonden, is daarom een lijst gemaakt met alle bewoners. Ze waren met 138 en kregen de keuze: vrijwillig te5,2 rugkeren naar hun land van herkomst of deelnemen aan een ambitieus project dat hen moet integreren in de stad. Wie voor het laatste koos, zou onderdak krijgen in een containerwoning en wordt begeleid om Nederlands te leren, werk te zoeken en kinderen naar school te sturen. Na drie jaar moeten de deelnemers zelf een huis vinden, anders wordt hen alsnog gevraagd om weg te gaan.
Valerica Preda
De woordvoerder van de burgmeester, Thomas Dierckens, benadrukt dat dit project eenmalig is en dat de lijst van 2019 definitief. ‘Nieuwe kampementen zullen niet getolereerd worden. Wie hier nog op die manier probeert te wonen, kan niet meer instappen in dit uitzonderlijke project.’ Het Gentse stadsbestuur heeft een delicaat evenwicht gezocht tussen kordaatheid en generositeit. Het containerwijkje moest aantrekkelijk genoeg zijn, maar mocht geen mensen van buiten Gent aantrekken.
Een deel van de Gentse oppositie vindt nu al dat er te veel geld aan wordt uitgegeven. Gespreid over drie jaar, zou dat miljoen euro zijn. Gemeenteraadslid Sandra Van Renterghem (N-VA) rekende uit dat dat 648 euro zou zijn per maand, per deelnemer. De burgemeester heeft daarop geantwoord dat het beheer van het containerwijkje, de huur van het materiaal en de integratiebegeleiding gedurende drie jaar 840.000 euro per jaar zal kosten. ‘Dit zijn marktconforme prijzen voor dergelijk grootschalig project. Je kan de schrijnende situaties in dergelijke kampen niet oplossen zonder daar kosten voor te maken of zonder daar middelen voor te voorzien.’
Kraakpanden
De containerwoningen staan op een stuk grond van de stad vlak bij de Aziëstraat. Ze worden beheerd door vzw Caritas Vlaanderen. Uit twee verschillende kampementen zijn de voorbije maand mensen naar daar gekomen. Sinds vorige week zijn alle containers verdeeld. Alleen in de Aziëstraat, tussen het puin van een veel grotere sloppenwijk, is nog een dertigtal mensen achtergebleven.
Een aanzienlijk deel van die mensen zijn kinderen of kleinkinderen van Valerica Preda, een kleine vrouw met een ernstige oogopslag, die geen Nederlands of Frans, maar wel Italiaans spreekt. Ze zegt dat ze al meer dan zes jaar in Gent woont en dat de kinderen hier nog geen dag naar school zijn gegaan. Ze vindt het een onrecht dat haar familie niet in een containerwoning mag. ‘Waarom staan we niet op de lijst? Ze zeggen dat ik naar Roemenië moet terugkeren, maar ik heb daar niets. Dacht u dat ik hier zou wonen als ik elders een huis had?’
De projectleider van de containerwoningen, Hannes Schotte, erkent dat er families geweigerd zijn. ‘In de loop van 2020 zijn in de bestaande kampementen nog mensen bijgekomen. Die staan niet op de lijst die
‘Ze zeggen dat ik naar Roemenië moet terugkeren, maar ik heb daar niets. Dacht u dat ik hier zou wonen als ik elders een huis had?’
Sloppenwijk Aziëstraat