Krachtcentrale van knetterende energie
U wilt zich tijdens de nieuwe lockdown verdiepen in een cultuurgigant wiens werk u niet goed kent, maar u weet niet waar te beginnen? Begin hier, dan hebt u een leidraad. Vandaag:
De Duitse beeldhouwer, tekenaar en performancekunstenaar Joseph Beuys (19211986) is een naam als een klok in de naoorlogse kunst. Voor veel generaties na hem geldt hij als een straf referentiepunt. The great prophet, zoals criticus John Berger hem omschreef, was veel tegelijkertijd: zelfverklaard sjamaan, vernieuwer en ontregelaar, alchemist, artistiek agitator. Kortom: iemand die de kunst verstond relevant te zijn voor zijn eigen tijd, een tijd van contestatie en hervorming, door sociale, ecologische en politieke vragen op te gooien. Beuys’ beeldend werk valt op door zijn bijzonder materiaalgebruik. Waar zijn kunst wat van weg heeft, is een krachtcentrale die knettert van de energie.
Deze curieuze figuur en wereldverbeteraar, met zijn onafscheidelijke vissersvest en vilten hoed, staat hoog op een voetstuk. De Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen viert binnenkort zijn honderdste verjaardag met een stoet evenementen. Komen aan bod: Beuys en het sjamanisme, Beuys en Duchamp, maar ook een Beuysradio die met podcasts zijn bekendste stellingen test: is iedereen een kunstenaar? En zijn bomen slimmer dan mensen?
Velen vragen zich af met Armando, een van zijn bewonderaars: blijft zijn werk overeind zonder de magie van zijn persoonlijkheid? Wat ook in zijn nadeel speelt, zijn de anekdotes die blijven circuleren. Zoals dat van Fettecke, een met vet gevulde hoek van een museumzaal, die door de poetsvrouwen werd opgeruimd. Omdat ze dachten dat het geen kunst was.
De aanpak van poëziekenner Paul Claes, die het lezen van een hermetische tekst vergelijkt met het ontraadselen van een mysterie.
Een sleutel is niet voorhanden als je voor een werk van Beuys staat. Zijn oeuvre gaat wel terug op een zelf gecreëerd verhaal, zijn persoonlijke mythologie. Nadat hij als copiloot van de Luftwaffe in 1944 was neergeschoten in de Krim, werd hij door Tataren gered van de bevriezingsdood. Hij werd ingesmeerd met vet, in vilt gewikkeld en gevoed met honing. Het zijn fetisjistische motieven die telkens weer opduiken. Beuys’ aha-moment, zijn oermythe, zouden we vandaag een narratief noemen. Het werd een onuitputtelijke voedingsbodem voor kunst rond overgangsrituelen die vertrekken van trauma, wonde en herstel. En dat tegen de achtergrond van de oorlogsverwerking. Maar evengoed kan je paf staan bij zijn pure poëzie. Zoals in de theatrale installatie Blitzschlag mit Lichtschein auf Hirsch, waarbij de blikseminslag gestold is tot een gigantische bronzen vorm. Een ware epifanie. Dieren duiken trouwens vaak op in Beuys’ tekeningen, zoals paarden en elanden die ons de weg wijzen naar een andere, meer instinctieve beleving. Maar ook de haas, in de beroemde performance Hoe je aan een dode haas schilderijen uitlegt. Of de coyote, waarmee hij zich in een New Yorkse galerie opsloot om het te hebben over de verloren band met de native Americans.
Sommige werken zijn gewoon aandoenlijk grappig. Das Rudel dropt in de museumzaal een Volkswagenbusje waaruit 24 sleeën komen, als een troep honden – alweer een verwijzing naar de mythische reddingsoperatie.
Zowat alle Duitse musea hebben werk van Beuys in huis. Schloss Moyland is gespecialiseerd in zijn vroege werk, vooral tekeningen. Bij ons eert het Muhka zijn gedachtegoed, vooral dat rond Eurasia: Beuys’ droom van een verzoening tussen oost en west, van een spirituele ruimte waarin rede en intuïtie versmelten. Jan Hoet kocht voor het Smak een sleutelwerk aan, dat helaas niet permanent te zien is: Wirtschaftswerte, met gebruiksvoorwerpen en troosteloze verpakkingen uit het voormalige OostDuitsland.
Beuys’ canvas was de wereld en hoe je die kan veranderen. Als geen ander demonstreerde hij daarbij de mobiliserende kracht van kunst. Hij zag kunst niet als pure esthetica, maar als een sociale praktijk en vehikel voor utopische denkbeelden. Zo werd hij een vroeg boegbeeld van de Groenen door in 1982 tijdens de Documenta in Kassel zevenduizend eiken aan te voeren – het planten van een boom zag hij als een creatieve daad.
Eerder had hij het idee van de ‘sociale sculptuur’ gelanceerd: de maatschappij die gevoed wordt door de creativiteit van iedereen. Zijn devies Jeder Mensch ist ein Künstler bracht Beuys in praktijk door in de museumzaal urenlang in discussie te gaan met bezoekers over milieu, kapitalisme of maatschappelijke verandering.
‘Iedereen kunstenaar’: het is alvast een gedroomde voorzet om de huidige impasse te ontmijnen rond het ruimere belang van kunstvakken in het onderwijs.
www.beuys2021.de
Een sleutel is niet voorhanden als je voor een werk van Beuys staat