Verantwoord ondernemen struikelt over Zwitserse drempel
Multinationals aansprakelijk maken voor mensenrechtenschendingen bij toeleveranciers? Ondanks een meerderheid voert Zwitserland dat niet in. De EU overweegt eenzelfde initiatief.
Dode naaisters in de textielfabriek Rana Plaza, slaven die scampi’s vangen in Thailand, Volkswagens geassembleerd door onderdrukte Oeigoeren in Xinjiang ... Consumenten die niet tuk zijn op producten waar grove uitbuiting aan kleeft, kennen de voorbeelden. Maar wat kunnen zij nog veranderen, na meer dan een decennium vrijwillige beloftes op beterschap door bedrijven?
Tijd voor juridisch afdwingbare regels, vonden de Zwitsers. Het land hield dit weekend een referendum over het zogenaamde ‘Bedrijfsinitiatief’. Dat maakt multinationals juridisch verantwoordelijk voor inbreuken dieper in de keten – de zogenoemde ketenaansprakelijkheid. Bedrijven moeten op voorhand misbruiken elimineren (‘due diligence’). Dat gaat in tegen het losgeslagen systeem van uitbesteding, waarbij iedereen een opdracht verder doorschuift naar een kleinere lokale leverancier onder zich, maar niemand zich verantwoordelijk voelt voor inbreuken tegen arbeidsrechten of milieuwetten (DS 20 november).
Het voorstel kreeg de goedkeuring van 50,7 procent van de Zwitsers. Maar omdat er geen meerderheid was op het niveau van de kantons, wordt het toch niet ingevoerd. De regel dat er een absolute meerderheid én eentje op kantonaal niveau moet zijn, wringt bij sommigen. ‘Ze hoort thuis op de schroothoop van de geschiedenis’, vond sociaaldemocrate Ronja Jansen. Zwitserland voert nu een afgezwakt voorstel van minister van Justitie Karin Keller-Sutter in. Dat vraagt bedrijven die werken met conflictmineralen om te rapporteren over kinderarbeid. Dat blijft vrijwillig, een stok achter de deur ontbreekt.
Trieste kinderen
Toch is de geest uit de fles. Ketenaansprakelijkheid en due diligence worden druk besproken in de wandelgangen van de macht. Europees commissaris voor Justitie Didier Reynders zou in februari met een voorstel komen. Duitsland wil zijn wetten aanscherpen. Eerder dwongen Frankrijk, het VK en Australië hun bedrijven om overtredingen tegen mens en milieu actiever te voorkomen.
In Zwitserland namen de burgers actief deel aan het debat. ‘Na acht jaar campagne hebben Zwitserse ngo’s nieuwe standaarden verspreid op een schaal waar partijstrategen alleen van konden dromen’, oordeelt het Zwitserse Tagblatt. ‘Er is een beweging van vrijwilligers ontstaan, met filmvertoningen, petities, betogingen en posters van trieste kinderen.’
Het tegenvoorstel van KellerSutter haalde volgens de krant de wind uit de zeilen van het originele voorstel. Het debat werd ook erg technisch en dus minder geschikt voor een referendum. Toch is de steun ervoor veelzeggend in een land met zo’n grote concentratie aan multinationals. ‘Zwitsers willen dat hun bedrijven zich netjes gedragen en dat de rotte appels de economie niet in diskrediet brengen’, aldus de krant.
Zwitserse bedrijven lobbyden hard tegen verplichte due diligence. Als het Europese voorstel van
Reynders wel die horde durft te nemen, is dat niet alleen winst voor mensenrechten. Het helpt bedrijven die het netjes willen spelen. Daarom zijn Ericsson, H&M en Ikea voor een duidelijk, verplichtend kader op Europees niveau. Dat is ook strategisch belangrijk om de Europese industrie te wapenen tegen de Chinese economische pletwals. Volgens Dick Marty, een van de indieners, toont Zwitserland zich hier, net als bij het bankgeheim of witwaswetgeving, op zijn conservatiefst. Maar zit het land in de achterhoede of baart de Europese berg straks een nog kleinere muis dan Zwitserland? Dat zal pas blijken wanneer Reynders in februari zijn eerste kaarten op tafel legt.
Bedrijven als Ericsson, H&M en Ikea zijn voor een duidelijk, verplichtend kader op Europees niveau